- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwsVernietigend rapport OVV: veiligheid en toezicht op zeilchartervloot falen

Vernietigend rapport OVV: veiligheid en toezicht op zeilchartervloot falen

- Advertentie -

Delen

De veiligheid van de historische zeilvloot is nog steeds niet op orde, zo blijkt uit een vernietigend opvolgingsonderzoek door de Onderzoeksraad voor Veiligheid. De overheid geeft geen prioriteit aan de controle op certificering en communicatie en kennis en sturing ontbreken.

Het nieuwe rapport verschijnt naar aanleiding van twee dodelijke ongelukken die vorig jaar plaatsvonden op historische zeilschepen. Er is sprake van tanende vakkennis bij alle betrokkenen bij beroepsschepen die certificaatplichtig zijn. Niet alleen houten masten maar ook staal en tuig zijn onderzocht voor het rapport. De aandacht richt zich op de circa 260 beroepscharterschepen.

De consument kan niet zien welke schepen gecertificeerd en dus veilig zijn. Niemand houdt bij hoeveel calamiteiten er werkelijk gebeuren – ook de Inspectie Leefomgeving en Transport niet.

Daarnaast zijn niet in het rapport beschreven dat er nog talloze schepen zijn die niet als beroepsvaart aangemerkt worden, niet certificaatplichtig zijn maar wel te huur zijn. (Zie het artikel Gat in de wet)

Opvallend is dat de communicatie tussen ILT en de Raad voor Accreditatie (RvA) slecht is. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) wijst daarbij de vinger naar ILT.  De RvA heeft van ILT het mandaat om de commerciële keuringsinstanties aan te wijzen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het onafhankelijk toezicht zodanig ingericht dat de ILT een rol heeft als tweedelijnstoezichthouder op het certificeringsstelsel. De ILT vult deze rol echter beperkt in en kan haar verantwoordelijkheid niet waarmaken, oordeelt de OVV.

Aanvullende eisen

In het belang van de veiligheid van passagiers en bemanningen van historische zeilschepen is het nu aan de minister van IenW en de ILT om samen met de brancheorganisatie BBZ, de keuringsbureaus en de RvA te zorgen voor het sluitend maken van het systeem. Nu zijn de normen vaak vrij interpreteerbaar.

“Leg aanvullend op ES-TRIN eisen vast, die passen bij de mate van commerciële uitbating binnen de historische zeilvloot”, stelt de OVV. “Maak daarbij gebruik van de branchenormen die door de sector zelf worden ontwikkeld.” Er zou een systeem moeten komen waarbij het hoofdcertificaat ongeldig wordt bij het verlopen van deelcertificaten. Daarop zou dan ook wel gehandhaafd moeten worden.

Bij vervanging van bestaand touwwerk door kunststoflijnen is er bij historische zeilschepen bijvoorbeeld geen controle of herkeuring nodig voor het behoud van het Bewijs van Tuigagekeuring. De schipper is verantwoordelijk. Keuringsbureaus voeren vanuit hun mandaat een inspectie uit op basis van de voorschriften uit ES-TRIN, de Europese standaard met technische bepalingen voor de bouw, inrichting en uitrusting van binnenschepen. De inspectie kijkt naar de staat van lopend en staand want. Er zijn geen specificaties.

Verplichte normen

Aan de Vereniging voor Beroepschartervaart (BBZ) adviseert de OVV: “Zorg voor een professionele standaard die past bij de mate van commerciële uitbating van de bruinevlootsector.” Aansluitend kan een platform worden ontwikkeld voor het delen van kennis over historische schepen en het onderhoud van specifieke onderdelen.

Daarbij zou de BBZ schippers, mastenmakers, keurmeesters, scheepseigenaren, keuringsbureaus en andere relevante partijen zoals boekingskantoren moeten betrekken. Dit kennisplatform kan scheepseigenaren ondersteunen bij het onderhouden van veiligheidkritische componenten van hun schip. De OVV lijkt aan te sturen op verplichte branchenormen. Daar pleit de BBZ al langer voor; ILT wilde daar niet aan.

De aandacht voor veiligheid is nu te vrijblijvend en dat biedt ruimte voor eigen interpretatie en maakt dat voor de veiligheid kritische componenten in de zeilvloot kwetsbaar zijn. Daarnaast blijveb de kennis en expertise onder schippers en eigenaren van historische zeilschepen van wisselend niveau. Dit geldt ook voor sommige keurders, blijkt uit het rapport.

Gebrek aan sturing

De ILT vult haar tweedelijnstoezicht (het toezicht op de commerciële keuringsinstanties) maar beperkt in, vindt de OVV, en het ontbreekt aan duidelijke samenhang in de taakverdeling tussen de ILT en de Raad voor Accreditatie. De hele keten faalt en gedegen sturing door de overheid ontbreekt door onduidelijkheid en gebrek aan communicatie. Voor de ILT is het toezicht op de historische zeilvloot slechts een klein onderdeel van haar omvangrijke takenpakket en die krijgt op basis van de ILT-risicoanalyse niet veel prioriteit.

Hierdoor kan de inspectie op dit moment niet goed haar verantwoordelijkheid waarmaken voor de kwaliteit van het systeem waarin keuringsbureaus certificaten afgeven voor historische zeilschepen. Minister Harbers trekt dan ook het boetekleed aan: “De conclusies zijn glashelder. Alle betrokken partijen hebben gezamenlijk niet de veiligheid geboden die opvarenden mogen verwachten. Dat vind ik erg en het raakt mij diep.”

“Ook mijn ministerie, inclusief ILT, heeft, ondanks dat dit was toegezegd, te weinig gedaan om de aanbevelingen uit het rapport van 2017 op te volgen.” Harbers onderschrijft de conclusies en neemt de aanbevelingen over. Zo roept de OVV op tot een betere samenwerking tussen alle betrokken partijen. “Het ministerie moet daarin de regie nemen. Ik zal erop toezien dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.” Hij heeft een taskforce ingesteld.

Boekingskantoren

Paul van Ommen, directeur van de BBZ, is teleurgesteld dat het zover moest komen maar is wel blij met de duidelijkheid die de OVV met het rapport creëert. “Ik ben vooral blij met het compliment van de OVV voor het direct opstellen van de branchenormen. Het is jammer dat ILT ze niet wilde verplichten voor de branche. Wij kunnen alleen aanbevelen ze te volgen.”

De branchenormen zijn in 2018 opgesteld. In datzelfde jaar is het Platform Veiligheid Chartervaart opgericht. De komende tijd beraadslaagt de BBZ over verdere stappen.

“Niet benoemd in het rapport, maar er wordt al nagedacht over eisen voor schepen tot twaalf passagiers”, zegt Van Ommen. “Het certificaat afkeuren als een deelcertificaat niet op orde is, daar hebben wij ook al eerder voor gepleit. Wij zijn verantwoordelijk voor het kennisprobleem bij sommige schippers en moeten dat oplossen. De kennis is niet voldoende geborgd en het controlesysteem faalt.”

“Er zijn zeker goede schippers en die moeten eruit springen door het keuringsproces. Ofwel het hele proces, certificaten en voorwaarden moet verifieerbaarder worden en inzichtelijk. Daar pleiten we voor”, zegt Van Ommen.

ILT moet inzage krijgen in de keuringsprocessen bij particuliere organisaties. “Ik heb gevraagd aan de boekingskantoren of zij alleen nog schepen willen bemiddelen die varen volgens de branchenormen. Zij hebben beloofd dat vanaf volgend jaar te doen.”

Door Evert Bruinekool

 

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -