Belangenorganisatie BBZ roept de Nederlandse overheid op om de Subsidieregeling Verduurzaming Binnenvaartschepen (SRVB) ook toegankelijk te stellen voor de chartervaart. Passagiersschepen zijn formeel niet uitgesloten van de subsidie, maar kunnen er in de praktijk geen beroep meer op doen. Dat komt door een aanscherping vanuit Europa: na aanschaf en installatie van een Stage V-motor of katalysator moet het vaartuig voldoen aan de definitie van ‘schoon schip’.
Twaalf subsidieaanvragen voor de verduurzaming van passagiersschepen zijn afgelopen maanden afgewezen, aldus de BBZ. “Het in beroep gaan tegen deze beslissing heeft bij geen van de ondernemers resultaat opgeleverd.” De belangenbehartiger pleit voor opheffing van de “ongelijke behandeling”.
‘Schoon schip’
Het heeft te maken met de Europese staatssteunregels. De subsidie moet onder de zogeheten Algemene GroepsVrijstellingsVerordening (AGVV) vallen. In juli 2023 is de AGVV aangepast, waarna in juni 2024 de Subsidieregeling Verduurzaming Binnenvaartschepen in overeenstemming is gebracht met de nieuwe eisen.
Dat heeft gevolgen voor binnenschepen voor passagiersvervoer, waaronder dus ook charterschepen vallen. Voortaan geldt dat de aanvrager bij de subsidieaanvraag moet aantonen dat toekenning ertoe leidt dat het schip, na aanschaf en inbouw van een motor, voldoet aan de eisen voor een ‘schoon schip’. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert de regeling uit. Zij geeft op haar website aan wat de aangepaste definitie is: “een binnenschip voor passagiersvervoer dat een hybride of dual-fuel motor heeft die voor zijn normale functioneren ten minste 50 % van zijn energie haalt uit brandstof met CO2-vrije directe (uitlaat)emissies of uit plug-in-power.”
Zwaardere norm
Met alleen de aanschaf van een afzonderlijke katalysator of Stage V-motor voldoet een schip niet aan de definitie van een schoon binnenschip voor passagiersvervoer, licht de RVO toe. Dat komt doordat het geen hybride of dual-fuel motor heeft die voor normaal functioneren ten minste de helft van zijn energie haalt uit brandstof met CO2-vrije directe (uitlaat)emissies. “Een aanvraag voldoet daarom in de praktijk niet aan de voorwaarden van de regeling.”
Dat vindt de BBZ raar en oneerlijk, “want vracht- en passagiersvaart worden aan precies dezelfde emissie-eisen onderworpen en de vrachtvaart wordt nog wél geholpen bij verduurzaming.”
Vrachtschepen hoeven volgens de BZZ alleen maar schoner te zijn dan het wegvervoer. “Voor passagiersschepen geldt echter een veel zwaardere norm. Omdat er momenteel geen geschikte dual-fuel motoren beschikbaar zijn voor de passagiersvaart, blijft volledige elektrificatie de enige optie – een optie die zowel economisch als praktisch onhaalbaar is.”
Gelijke eisen
De BBZ vraagt om gelijke verduurzamingseisen en -mogelijkheden. “De Maritime Green Deal stelt verduurzaming van de gehele binnenvaart als doel. Verschillende eisen voor vracht- en passagiersschepen zijn daarom onlogisch en onwenselijk.”
“Wil de overheid ook duurzame passagiersvaart stimuleren, dan is er een subsidieregeling nodig die realistische eisen stelt. Met een Stage V-motor gecombineerd met HVO kunnen ook passagiersschepen grote milieu- en klimaatwinst behalen en een bijdrage leveren aan de gezamenlijke opgave met betrekking tot de CO2-reductie van de totale binnenvaart. Maak dus een eind aan die ongelijke eisen!”, luidt de oproep van de BBZ.