De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) past het principe van ‘risicogericht werken’ nog niet overal even consequent toe. Dat concludeert de Auditdienst Rijk (ADR) in een recent onderzoek naar de werkwijze van de inspectie. De ILT belooft beterschap.
Een van de knelpunten bij de ILT is dat medewerkers uiteenlopende opvattingen hanteren over wat risicogericht werken precies betekent, waardoor het toezicht per afdeling kan verschillen.
Dat beschrijft auditdienst ADR in haar eindrapport ‘Risicogericht werken bij de ILT’. Het zou er bij de inspectie ontbreken aan duidelijke besluitvormingscriteria en gestructureerde ondersteuning bij het prioriteren van toezicht. Teams bepalen deels zelf hoe ze hun werk invullen. Daardoor kan de nadruk per toezichtgebied verschuiven, bijvoorbeeld onder invloed van politieke aandacht.
De ADR noemt het voorbeeld van de bruine vloot, waar na twee dodelijke ongelukken in 2022 extra inspecties werden uitgevoerd, hoewel dit volgens de interne risicoanalyse niet het grootste maatschappelijke risico was.
Duidelijke definitie nodig
De ADR beveelt aan één eenduidige definitie van risicogericht werken vast te stellen, regelmatige reflectie te stimuleren en meer ondersteuning te bieden bij besluitvorming.
De ILT zegt de aanbevelingen over te nemen. Volgens inspecteur-generaal Mattheus Wassenaar werkt de organisatie aan uniforme beoordelingscriteria en betere begeleiding van afdelingen. Daarmee moet het toezicht consistenter en beter onderbouwd worden — ook in sectoren als de binnenvaart, waar de ILT toezicht houdt op veiligheid, milieu en certificering.