Het is te groen voor citroengeel en te geel voor citroengroen, maar wel kenmerkend voor de schepen van Reederei Lehmann uit Lübeck. Ze varen onder de vlag van Antigua & Barbuda en staan geregistreerd in St. John’s. Waar ze nimmer komen.
Op de boeg staat de Holstentor, die ooit het biljet van 50 DMark sierde. Het is de oude stadspoort van Hanzestad Lübeck, waar ze wél komen. Ook is er een link met Nederland, want al hun schepen zijn er gebouwd. Twee bij Frisian Shipbuilding Welgelegen in Lemmer en zes door Royal Bodewes Hoogezand.
Het siert de rederij dat de scheepsnamen met vrouwennamen beginnen, wat recht doet aan het feit dat schepen vrouwelijk zijn. Niet iedereen is het daarmee eens, maar dan kan men niet verklaren waarom er wel sprake is van zuster- en moederschepen en niet van broeder- en vaderschepen.
De Heike Lehmann kwam in 2020 in de vaart en is de nieuwste aanwinst. De shortsea vrachtvaarder heeft een inhoudsmaat van 3.450 BT en een draagvermogen van 4.810 ton.
Lehmann is niet alleen een rederij, maar ook scheepsagent en stuwadoor. Aan de Lehmannkai heeft men vier terminals. Aan het roer staat Holger, de derde generatie Lehmann, geassisteerd door Henrik van de vierde generatie. Oprichter was Hans, die in 1926 begon met een stuwadoorsbedrijf.
De rederij stamt uit 1952. Lehmann opereert met ferry- en feeder-lijndiensten in de Baltic. Drie schepen zijn gecharterd van Hermann Lohmann uit Haren-Ems, een andere Duitse familierederij met 38 schepen.
tekst: Cees de Keijzer
namens World Ship Society branche Rotterdam.
