Ruim zevenhonderd keer is de oostelijke hef van de Spijkenisserbrug tussen begin september en half oktober geopend en gesloten. Sinds september draait de brug op nieuwe systemen. In zes gevallen trad een storing op waarbij het weg- en scheepvaartverkeer hinder ondervond. Dat meldt Rijkswaterstaat.
Volgens technisch manager Arjan Labee stonden de storingen los van elkaar. Sommige werden veroorzaakt doordat er nog werkzaamheden aan de brug plaatsvonden. “Dan loop je het risico dat er bijvoorbeeld per ongeluk een verkeerd draadje wordt uitgetrokken”, zegt Labee. “Anderzijds werden deze veroorzaakt door kinderziektes, zoals een afsluitboom die niet openging of camerabeelden die ineens wegvielen.”
Rijkswaterstaat verwacht dat het aantal storingen afneemt zodra de renovatie volledig is afgerond. Monteurs zijn inmiddels opgeleid om de nieuwe installaties snel te kunnen herstellen bij een storing, zodat de brug zo kort mogelijk buiten gebruik is.
Testfase westelijke hef
Nu de oostelijke hef dus alweer volop in gebruik is, werkt Rijkswaterstaat aan de laatste fase van de renovatie: de westelijke hef. Tot begin november worden de nieuwe installaties en motoren daar uitvoerig getest. “We testen alles wat beweegt, van de hef tot de afsluitbomen en waarschuwingslichten boven weg en water”, aldus Labee. Ook de extra stroomvoorziening aan de kant van Hoogvliet wordt gecontroleerd, zodat de brug bij een stroomstoring automatisch kan overschakelen.
Na de testperiode volgt een ‘generale repetitie’. Als alles werkt zoals gepland, wordt ook de westelijke hef weer in gebruik genomen. De ervaring die het team bij de oostelijke hef opdeed, helpt om deze laatste fase sneller en slimmer uit te voeren.
Dit artikel verscheen eerder bij Infrasite, een zusteruitgave van de Binnenvaartkrant.