Na een vertraging van meerdere jaren gaat het werk aan het Julianakanaal in januari binnenkort weer verder. Aannemer Van den Herik verbreedt en verdiept het traject tussen Obbicht en Berg aan de Maas in opdracht van Rijkswaterstaat.
Direct na de Kerstvakantie richt de natte aannemer uit Sliedrecht zijn werkterrein in, zo heeft Van den Herik gemeld in een brief aan omwonenden. Zodra de stalen damwanden half januari geleverd zijn, zal de eerste bouwkuip worden drooggelegd.
CEMT-klasse Vb
De werkzaamheden maken deel uit van het project Verruiming Julianakanaal. Hieronder vallen diverse maatregelen om de Maas en het Julianakanaal geschikt te maken voor grotere schepen: CEMT-klasse Vb, met een diepgang van 3,50 meter en een lengte van 190 meter.
Een van de maatregelen is het verdiepen van het kanaal tussen Obbicht en Berg aan de Maas en het verleggen van de oostelijke dijk. Ook wordt er een nieuwe waterremmende laag geplaatst op de bodem van het Julianakanaal. Het 3 kilometer lange traject is het laatste stukje kanaal dart aangepast wordt.
Conflict
Het werk werd stilgelegd toen In het lager gelegen Obbicht wateroverlast ontstond door lekkages in het kanaal. De oorspronkelijke aannemer, de Vries & van de Wiel, werd na een hoopoplopend conflict met Rijkswaterstaat eind 2018 van de klus gehaald. Na onderzoek is gekozen voor een andere werkwijze en werd de opdracht opnieuw aanbesteed.
Van den Herik kiest ervoor om droog te werken. Om nieuwe lekkages te voorkomen gaat het bedrijf werken met zogeheten badkuipen. Dat gebeurt in acht fases. Telkens wordt een stukje kanaal van 900 bij 150 meter leeggepompt, nadat het is voorzien van stalen damwanden. Dan wordt het kanaal uitgebreid en voorzien van een waterdichte bodem met daaroverheen stortsteen. Daarna wordt de bouwkuip weer gevuld met water en de damwanden verwijderd.
Beperkte hinder voor scheepvaart
Tijdens de werkzaamheden kunnen schepen gebruik blijven maken van de vaarweg. Ze kunnen de badkuipen passeren. Wel ondervindt de scheepvaart enige hinder van de werkzaamheden. Het gaat vooral om snelheidsbeperkingen en korte wachtmomenten.
Oorspronkelijk zou het project eind 2018 klaar zijn. Dat wordt nu pas 2024.