Bij Scheepswerf Poppen ondergaat het Duitse motorschip Donau momenteel een ingrijpende ombouw. Voor de trots van de familie Heinemeyer wordt momenteel een compleet nieuw achterschip aangebouwd, met een compleet ingerichte machinekamer. Daarvoor leverde Koedood Marine Group op verzoek van de eigenaar de Stage V-generatoren. In december zal de Donau door de werf worden opgeleverd.
Het was een bijzonder gezicht om de machinekamer zich steeds verder te zien vullen tijdens de bouw van het achterschip in de hal van Scheepswerf Poppen. De dubbelschroever heeft een diesel-elektrische voortstuwing gekregen.
Verder vernieuwen
De Donau is vrijdag 10 oktober 2025 drooggezet in Zwartsluis. Maandag 13 oktober is het oude achterschip eraf gebrand, een dag later zijn het nieuwe achterschip en de accommodatie uit de hal naar buiten gereden.
Op 15 oktober plaatste Poppen de nieuwe, flexibel opgestelde accommodatie op het nieuwe achterschip, waarna het nieuwe scheepsdeel in zijn geheel is aangebouwd aan het midden-/voorschip.
De Donau werd in 1909 gebouwd door de Boelewerf in Bolnes. De familie Heinemeyer is sinds 1988 eigenaar. Ze varen voor MSG, altijd met een duwbak ervoor: de Tauern. Het 172 meter lange koppelverband heeft een laadvermogen van zo’n 3.900 ton.
In 2000 verving Andreas Heinemeyer al eens het midden- en het voorschip. Zijn zoon Felix, die nu met het schip vaart, wilde verder vernieuwen. “Hij is 32 jaar, kijkt naar de toekomst.”
Subsidie
Scheepswerf Poppen kreeg de opdracht na een tender via de Duitse overheid. De familie Heinemeyer heeft namelijk subsidie gekregen voor de ombouw. Dat komt uit een tijdelijke regeling voor optimalisatie van vrachtschepen, zodat ze bij laag water langer kunnen doorvaren en meer lading kunnen meenemen.
Met het nieuwe, scherpe achterschip, ontworpen door Schiffstechnik Buchloh en DST in Duisburg, kan de Donau straks bij 1,15 meter diepgang nog steeds uit de voeten. Mede dankzij de kleinere schroeven en tunnels. “Uiteindelijk hebben nog maar twee bedrijven gebruik gemaakt van de regeling”, zegt Heinemeyer. “Het andere is Rederij Deymann.”
Op de Donau is naast het nieuwe achterschip ook de gehele aandrijving vervangen. “Diesel-elektrisch, zodat we ook het brandstofverbruik en de uitstoot omlaag brengen.”
25 procent brandstofbesparing
Hij verwacht 70 procent van de tijd op één generator te kunnen varen, en lang niet altijd op vol vermogen. “Twee generatoren zijn nodig bij normale waterstanden op trajecten met meer stroming, zoals tussen Bratislava en Wenen, en mogelijk op de Beierse Donau.”
Dat efficiëntere varen gaat zo’n 10 procent besparen op het verbruik, zo is becijferd. “Het ontwerp van het achterschip kan volgens DST tot 15 procent brandstof schelen”, rekent Heinemeyer voor. “In totaal zal het dus rond de 25 procent zijn. Daar zijn we erg blij mee.”
Terughoudend
“Er waren maar twee werven die op de aanbesteding inschreven. Allebei uit Nederland”, vertelt de eigenaar. “Ik vond het jammer dat er geen enkele Duitse werf was die het wilde doen. Ook niet ons vaste adres in Erlenbach; da’s maar tien minuten van waar we wonen.” Uiteindelijk was hij maar wat gelukkig dat Scheepswerf Poppen als winnaar uit de bus kwam. “Uitstekend zoals ze daar werken. Kijk alleen al naar de afwerking.”
Hoewel het een mooi project is, begreep Martin Poppen de terughoudendheid van andere werven wel. Hij had zelf ook twijfels: “Bij die aanbesteding mochten later geen aanpassingen of toevoegingen ingediend worden. Er waren openstaande vragen en nog niet definitieve tekeningen, wat onzekerheid creëerde.”

De tekeningen bepaalden ook de uiteindelijke opbouw. “Die is anders dan wat wij hier zelf ontwerpen; daardoor is de Donau straks niet herkenbaar als een Poppen-schip. Maar dat mocht de pret niet drukken; de jongens van de werf hebben ook hier weer met vol enthousiasme aan gewerkt en een fantastisch strak casco opgeleverd.”
Martin Poppen heeft er achteraf geen spijt van gekregen dat zijn bedrijf de uitdagende klus toch aandurfde. “Ook omdat het zo fijn werken is met de familie Heinemeyer.”
Scheepswerf Poppen bouwde het achterschip en was verantwoordelijk voor de complete afbouw. Als hoofdaannemer koos het bedrijf de bedrijven die meebouwden, zoals plaatsgenoot Snijder Scheepselektro, loodgietersbedrijf Breman uit Genemuiden en het Duitse timmerbedrijf Wessels uit Haren. De generatoren kocht de werf in bij Koedood Marine Group uit Hendrik-Ido-Ambacht.
Complexe puzzel
De machinekamerindeling was een complexe puzzel, vertelt Martin Poppen. “Het schip is een dubbelschroever en heeft twee grote elektromotoren, twee generatoren, uitlaatgasnabehandeling, veel elektriciteitskasten en drukvaten voor de vloerverwarming die restwarmte van de generatoren gebruikt. Vanwege het nogal gestroomde onderwaterschip blijft er daardoor zeer weinig ruimte over in de achterzijde van de machinekamer.”
Voor de hoofdaandrijving leverde Koedood twee complete generatorsets met Stage V Mitsubishi S6R-MPTAW-4 van 635 kW en Stamford-generatoren HCM634G, die 603 kWe leveren. De twee Oswald-elektromotoren komen via HSP/Snijder Scheepselektro en zijn goed voor twee keer 550 kWe.
Heinemeyer stond helemaal achter de keuze voor Koedood en Mitsubishi: “Hoewel ik altijd fan was van Cummins, ben ik hier blij mee. Vanwege de betrouwbaarheid in de praktijk – ook andere schepen varen al met deze samenstelling, zoals de Sendo Liner. Koedood staat ook te boek als een gerenommeerd bedrijf met goede service.”
De oplevering staat gepland voor december. Eigenaar Heinemeyer hoopt dat de Donau met de Tauern die maand al aan zijn eerste reis kan beginnen. “En dat het verband dan tijdens kerst geladen bij ons op de Main afgemeerd ligt.”











