Een nieuw jaar met nieuwe avonturen maar ook nieuwe opvattingen en regels. Het ziet er bijvoorbeeld naar uit dat Rotterdam de eerste stad wordt waar een totaalverbod gaat gelden voor vuurwerk.
Het schijnt ook een nieuwe trend te zijn om een mes bij je te dragen, gezien het aantal gestegen steekpartijen en de zeldzaamheid dat de politie hier zelfs melding van maakt. Met het maken van achteloze opmerkingen moet je, zeker als BN-er, tegenwoordig ook voorzichtig zijn. Voor je het weet kun je niet zonder beveiliging over straat. Straks mogen we op de snelweg ook niet meer harder dan 100 km per uur rijden. Het geeft enigszins het gevoel dat het tolerantieniveau erg gedaald is.
Voor het zakelijk vervoer geeft dit misschien dan wel een kleine voorsprong voor de binnenvaart ten opzichte van het wegvervoer. Al zou alleen de ‘modal shift’ hierdoor stijgen, dan ligt er al een leuke winst in het verschiet. Zeker nu de milieuaspecten zwaar benadrukt worden. Denk alleen maar aan de discussie omtrent het stikstofbeleid. De binnenvaart biedt in veel opzichten al jaren een milieuvriendelijk
alternatief.
Coulance vaartijdverklaring Schipper Rondvaartboot
Op het gebied van tolerantie c.q. coulance pakt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vanaf dit jaar positief uit als het gaat om een vaartijdverklaring Schipper Rondvaartboot.
Sinds 1 maart 2018 staat er in de wetgeving dat voor het starten van de eerste praktijktoets, 90 vaardagen aangetoond moeten worden door middel van een afgestempeld dienstboekje.
Het ministerie is voornemens om medio januari wetgeving te wijzigen, zodat de vaardagen aangetoond kunnen worden middels een werkgeversverklaring in combinatie met aanvullende bewijsstukken om de vaartijd aannemelijk te maken. Omdat de opleiding voor ‘schipper Rondvaartboot beperkt vaargebied’ binnenkort al begint, heeft de SAB besloten hier per direct coulant mee om te gaan.
Nieuwe vaartijdverklaring Schipper Rondvaartboot
De toetsmatrijzen van het CBR zijn per 1 januari dit jaar vernieuwd. Vóór de start van elke praktijktoets moet een vaartijdverklaring bij de SAB worden aangevraagd.
De SAB heeft hiervoor in overleg met het CBR een nieuwe vaartijdverklaring ontwikkeld. Op één verklaring worden nu vier keer de benodigde vaardagen per praktijktoets verklaard:
• 90 dagen voor Praktijktoets 1
• 30 dagen voor Praktijktoets 2
• 30 dagen voor Praktijktoets 3
• 30 dagen voor Praktijktoets 4
(een totaal van 180 dagen)
Bij de start van het praktijkexamen wordt éénmalig een vaartijdverklaring afgegeven door de SAB. Deze dient voor elke praktijktoets bij de SAB aangevuld te worden met de dagen die nodig zijn voor de volgende praktijktoets.
De kosten hiervan zijn eenmalig 62,13 euro en moeten worden betaald bij de aanvraag van de vaartijdverklaring.