Binnenhavens hebben hun havengeldtarieven dit jaar gemiddeld met 3,1 verhoogd. Dat is meer dan het door het CPB verwachte inflatiecijfer van 1,4 procent.
Dat blijkt uit berekeningen van Panteia. Het bureau onderzoekt jaarlijks de ontwikkeling van de havengelden in Nederlandse binnenhavens. Deze gegevens worden gebruikt bij de analyse van de kosten voor de Nederlandse binnenvaart en voor kostprijscalculaties. Ook worden de gegevens verwerkt in de applicatie ‘Blauwe Golf Twentekanalen’.
Grote verschillen
In totaal heffen in Nederland 95 (binnen)havens havengeld bij het laden of lossen van binnenvaartschepen. Hiervan hebben 38 havens de haventarieven voor 2020 verhoogd met gemiddeld 6,4 procent. In de overige havens bleven de tarieven gelijk. Hieronder vallen onder andere belangrijke havens zoals Rotterdam, Groningen Seaports en Harlingen.
Het gemiddelde havengeldtarief bedraagt nu per ton laadvermogen 14 cent. Er zijn echter grote verschillen per binnenhaven, aldus Panteia: De goedkoopste havens kennen een tarief van 5 cent per ton laadvermogen (of minder). De duurste havens rekenen meer dan 20 cent per ton laadvermogen.
Grootste stijgers
De tarieven stegen het meest in de binnenhavens van Ridderkerk (33 procent) en Den Bosch (25 procent) en Leeuwarden (19,2 procent). De duurste binnenhavens van Nederland zijn echter Ameland, Huizen, Eindhoven, Weert, Drachten en Den Helder.