Het wordt steeds drukker op de Noordzee. Scheepvaartroutes, windparken en olieplatforms vragen om ruimte. De groei van het aantal vaste objecten brengt risico’s met zich mee voor de scheepvaart. Deze risico’s zijn onvoldoende in beeld, stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
De OVV heeft onderzoek gedaan naar de veiligheid op de Noordzee. De aanleiding daarvoor was het incident met de Julietta D. De Maltese bulkcarrier kwam tijdens de storm Corrie op 31 januari 2022 in de problemen. Het schip raakte op drift richting de Nederlandse kust en voer daarbij eerst tegen een ander schip en daarna tegen twee constructies van een windpark in aanbouw.
Te weinig ruimte om rond te draaien
De raad publiceerde op 12 juni het rapport Schipperen met Ruimte, Beheersing van scheepvaartveiligheid op een steeds vollere Noordzee. Al bij windkracht 6 kunnen windgevoelige schepen, zoals grote containerschepen, op de Noordzee in de problemen komen, constateert de OVV. “Zij hebben dan te weinig ruimte om in geval van nood rond te draaien. De huidige noodsleepboten kunnen de schepen in problemen niet altijd assisteren.”
Om calamiteiten, voor de scheepvaart en het milieu, in de toekomst te voorkomen, beveelt de Onderzoeksraad aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan om de risicobeheersing van scheepvaartveiligheid op orde te brengen. Bij het maken van keuzes over de inrichting moet de Noordzee als één geheel beschouwd worden en Nederland samenwerken met de zes andere Noordzeelanden.
Noordzee als industriegebied
Erica Bakkum, lid van de OVV, zegt: “De bedrijvigheid op de Noordzee laat zich vergelijken met een industriegebied. De Onderzoeksraad heeft simulaties uitgevoerd. Daaruit blijkt dat grote schepen zwaar in de problemen kunnen komen onder vaak voorkomende omstandigheden.”
“We lopen risico’s met de huidige en geplande inrichting van de ruimte. Er moet meer inzicht komen in deze risico’s. Scheepvaartveiligheid moet nadrukkelijker worden meegewogen bij keuzes over de inrichting van de Noordzee, zeker als we de toekomstige ontwikkelingen in de scheepvaart en windparken in ogenschouw nemen. Dit kan door geplande activiteiten beter op elkaar af te stemmen of zelfs te verplaatsen en door betere internationale samenwerking over het vastleggen van vaarroutes.”