Minister Harbers wil een omgekeerde modal shift door de afname van kleine binnenschepen voorkomen. Komend najaar presenteert hij een toekomstvisie om de binnenvaart “aantrekkelijk en toekomstbestendig” te maken.
Dat moet ervoor zorgen dat de binnenvaart geen lading verliest aan het wegvervoer. De overheid wil met de modal shift juist dat er lading van de weg naar het water gaat. Dat is gunstig voor het klimaat en de bereikbaarheid.
Harbers reageerde 5 juli in de commissievergadering Maritiem op vragen van Tweede Kamer-lid Chris Stoffer van de SGP. Die zei: “Het aantal binnenvaartschepen daalt. In tien jaar tijd is het aantal kleine schepen zelfs met een kwart afgenomen, terwijl juist deze schepen de haarvaten van het vaarwegennet bedienen. Maar kleine schepen lopen keihard aan tegen strenge, onbetaalbare eisen aan motoren.”
Of de minister van Infrastructuur en Waterstaat die ongewenste verschuiving ten koste van vervoer over water wil voorkomen? “In het kort is het antwoord ja”, aldus Harbers. “Ik kom hier ook op terug in de brief over modal shift en in de brief toekomstvisie voor de binnenvaart. In die toekomstvisie ga ik nader in op wat nodig is voor een aantrekkelijke en toekomstbestendige binnenvaart, zodat een omgekeerde modal shift zo veel mogelijk kan worden voorkomen. Beide brieven, zowel die over de modal shift als over de toekomstvisie voor de binnenvaart, ontvangt u in het najaar.”
Ligplaatsen
Stoffer wilde van Harbers ook meer weten over het ligplaatsenbeleid: “Daar hebben we een brief (van de minister, red.) over gekregen die ik onbevredigend vind. Er zijn proeven gedaan waarbij binnenvaartschepen langer mochten liggen dan drie keer 24 uur, maar daar werd niet heel veel gebruik van gemaakt. De conclusie van de minister is: dan hoef ik niets aan het regime te veranderen. Waarom draait de minister het niet om? Als schippers die een ligplaats nodig hebben voor rusttijd er op deze manier geen last van hebben, dan zou er toch prima gekeken kunnen worden naar aanpassing van het regime? De binnenvaart heeft behoefte aan flexibiliteit, is mijn stelling in ieder geval.”
Met die redenering was de minister het niet eens. Hij zei juist aan de wensen van de schippers tegemoet te komen: “De belangrijkste conclusie uit beide proeven was dat er nauwelijks langer is gelegen. Dan kun je twee kanten op redeneren. De ene kant is die van de heer Stoffer, namelijk: we gaan het toch structureel aanpassen. Dat moet dan wettelijk geregeld worden, bijvoorbeeld via het Binnenvaartpolitiereglement en het Rijnvaartpolitiereglement. Ik heb voor de meer pragmatische weg gekozen. Gezien de lage structurele behoefte vanuit de sector lijkt me dat eerste onnodig en kom ik aan de wensen tegemoet door een uniforme en heldere uitvoeringspraktijk, waarbij we coulance kunnen toepassen.”
De manier waarop met die coulance wordt omgegaan kan echter beter, erkende
Harbers. In de praktijk kan die per ligplaats verschillen. “Dat is niet handig. Daarom zullen we in afstemming met de sector een afwegingskader (richtlijnen, red.) opstellen dat een heel duidelijk handvat biedt voor de handhaving van die 3 x 24 uursregel door Rijkswaterstaat, ook voor de gevallen waarin coulance kan worden toegepast. Dat lijkt me wel zo’n pragmatische route.”
Bijmengen van biobrandstoffen
Stoffer was ook kritisch op de gang van zaken rond de bijmengverplichting voor biobrandstoffen in gasolie voor de binnenvaart – waarvan overigens bekend werd dat die opnieuw wordt uitgesteld, waarschijnlijk tot 2025. “Het NEN-rapport noemt de grote veiligheidsrisico’s van uitvallende motoren door dichtslibbende filters en onhandelbare schepen”, aldus de SGP’er, die vindt dat het onderzoek te weinig tijd heeft besteed aan praktijkmetingen. “Verder zijn vooral rederijen betrokken en niet de zelfstandige schippers, terwijl het type schip en het vaarpatroon heel veel uitmaakt voor probleem en oplossing. De aanbevelingen richten zich vooral op goed gebruik van biobrandstoffen, maar gaan eraan voorbij dat die in verschillende situaties niet werkbaar zijn. Het is niet doenlijk voor schippers om voor het bunkeren visueel de kwaliteit van de brandstof zelf te controleren. Niet alle schippers hebben de technische mogelijkheden om via aangepast motormanagement problemen te voorkomen.”
Stoffer vindt dat “er echt meer praktijkmetingen nodig zijn en dat verschillende typen schepen en bedrijven betrokken moeten worden. Bijmengverplichtingen mogen niet ingevoerd worden alvorens helder is dat het in de breedte van de sector veilig toegepast kan worden met een gelijk speelveld met de ons omliggende landen.”
Harbers wees erop dat de verplichte toevoeging van biobrandstoffen voorlopig niet wordt ingevoerd, “juist ook omdat dat dat NEN-onderzoek waardevolle informatie oplevert. Dat liet overigens ook nog een aantal vragen onbeantwoord. Daar zijn met diverse stakeholders gesprekken over gevoerd. Daaruit volgt het beeld dat het ook mogelijk moet zijn om met de sector afspraken te maken over biobrandstoffen die wel veilig door de binnenvaart kunnen worden toegepast. Ik acht het mogelijk om die afspraken te maken en wil de komende maanden met alle betrokken partijen die afspraken vormgeven.”
Motoren en katalysatoren
Stoffer stipte ook de subsidieregelingen voor Stage V-motoren en katalysatoren aan. Het budget voor de motoren was binnen de kortste keren op, dat voor de nabehandelingstechniek is verre van populair. Harbers is daarvan op de hoogte. Er is “ook al een schuif geweest in het budget, waarbij er vanaf september voor motoren 10 miljoen euro extra beschikbaar is”.
De oorzaak van de geringe belangstelling voor katalysatoren is het ministerie niet bekend. “Samen met de minister van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, red.) zijn we in gesprek over de vraag of het bedrag voor katalysatoren ook voor motorvervanging en roetfilters kan worden ingezet.”
Het geld voor de katalysatoren komt namelijk van LNV en is een van de stikstofmaatregelen van het vorige kabinet. “We evalueren die regeling nu. Samen met LNV bekijken we ook wat maakt dat die vraag naar katalysatoren achterblijft. Ondertussen besteden we een deel van het geld aan schone motoren.”
Dank aan de SGP die de zorgen van de binnenvaart goed begrijpt EN goed verwoord! Maar waar blijven de andere politieke partijen? En waar blijven de echt ondersteunende maatregelen van minister Harbers? Zijn reacties klinken allemaal wel erg vaag en terughoudend. Was de VVD niet de partij van “doorpakken”? Pak eens een beetje door en doe wat aan de problemen in de binnenvaart die met de dag toenemen, voor de bestwil van Nederland!