
Vraag een willekeurige voorbijganger wat een kunstwerk is en je krijgt als antwoord: “Een schilderij of beeldhouwwerk, te zien in een museum.”
Dat klopt natuurlijk, maar behalve deze vormen van artistieke kunst bestaat ook het bouwkundige kunstwerk. In de civiele techniek een gangbaar begrip en wij, die leven op en met het water, weten dit maar al te goed. Wij passeren dagelijks deze wonderen van waterbouwkunde, we maken er gebruik van en moeten er regelmatig voor wachten, korter of langer. Bruggen en tunnels, sluizen en gemalen, een waterkering en een aquaduct, het zijn allemaal kunstwerken, vaak onopvallend eenvoudig, soms spectaculair opvallend.
Af en toe is een kunstwerk een echt kunstwerk, als u begrijpt wat ik bedoel. Neem de Tower Bridge, de 130 jaar oude beeldbepalende ophaalbrug over de Theems, die het symbool van Londen werd. Of het Viaduc de Millau uit 2004, een tuibrug in Frankrijk. Het wegdek torent 270 meter uit boven de rivier de Tarn. Behalve een huzarenstukje van bouwkunst een plaatje om te zien.
Dichter bij huis is het Woudagemaal in Friesland een goed voorbeeld; gebouwd in 1920 en sinds 1998 te vinden op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Symbolen van technisch kunnen zijn vooral ook de Afsluitdijk en de wereldberoemde Deltawerken. Dit soort kunstwerken zorgt voor bereikbaarheid en veiligheid, ontwikkeling en voorspoed.
Een enkele keer krijgen bouwkundige kunstwerken bekendheid door literaire kunstwerken als ze worden afgebeeld, beschreven of bezongen. Claude Monet maakte met zijn olieverfschilderij ‘Le Pont, Amsterdam 1870-71’ de Staalmeestersbrug beroemd. Wie kent niet ‘A bridge too far’ van Cornelius Ryan of ‘Bridge over troubled water’ van Simon & Garfunkel? Martinus Nijhoff schreef in 1934 het bekende gedicht over de nieuwe verkeersbrug bij Zaltbommel. Het sonnet begint met de regels:
‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien. Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden die elkaar vroeger schenen te vermijden, worden weer buren.’
Verderop gaat het over een vrouw die onder de brug doorvaart en psalmen zingt:
‘Zij was alleen aan dek, zij stond bij het roer’…
Ook de Groote Zeesluis in Muiden is onderwerp in een gedicht. Driek van Wissen schreef het bij gelegenheid van de opening van de gerestaureerde sluis in 2005. Hij noemt de sluis ‘een stenen moederschoot’, gevuld met boten die daarna de vrije vaarweg op gaan:
‘Want als de zware deuren zich ontsluiten, komen ze als herboren weer naar buiten.’
Dat dit kunstwerk al eeuwenlang in gebruik is, wordt afsluitend prachtig verwoord:
‘De sluis leidt niet alleen naar open water, maar geeft ook het verleden door aan later.’












