Het kost niets en als het dan ook nog uit eigen beweging aan komt waaien, is dat mooi meegenomen. De Oosterschelde maakt er handig gebruik van en vaart zelfs op het Scheur onder zeil.
Het bespaart niet alleen brandstof, maar genereert ook geen schadelijke emissies. De windmolen op de achtergrond doet dat ook niet en staat er zelfs om het milieu te dienen. Een groot nadeel is wel dat daarmee de horizon storend wordt vervuild. En dat kan van deze sierlijke driemaster niet gezegd worden… Die is met recht een lust voor het oog.
De Oosterschelde, opvarend bij Groen 17, heeft een mooie trip achter de rug naar de Schotse Hebriden en de Orkney Eilanden. Via Aberdeen werd naar Rotterdam gekoerst. Bij gunstige wind en als het even kon, voer de driemast-topzeilschoener onder volle zeilen.
Met de verlengde masten voor extra topzeilen heeft ze onder volle tuigage een zeiloppervlak van niet minder dan 891 m². Hierbij zijn de twee achterste masten langsscheeps getuigd, maar bij de voormast is dat, met twee razeilen, gedeeltelijk dwarsscheeps.
Schoeners zijn er haast niet meer, maar dit van origine Nederlandse scheepsbouwproduct bevaart nog steeds de wereldzeeën. Ze stamt uit 1918 en werd gebouwd in Zwartsluis bij Hendrik Appelo & Zoon.
Zeventig jaar later werd de Oosterschelde rigoureus gerestaureerd en thans, meer dan honderd jaar oud, verdient ze dus het predicaat antiek. Daarnaast is het een schip van grote cultuurhistorische waarde.
Na een kort verblijf in Rotterdam werd Oudeschild op Texel haar volgende bestemming. Nu niet ‘onder zeil’, maar varend op de 6-cylinder John Deere van 450 pk.
