Het grootste deel van de zeilchartervloot heeft inmiddels het aanvullend onderzoek ondergaan. De tijd die nodig is voor de afhandeling van verholpen afkeurpunten zorgt nu voor de grootste onzekerheid bij schippers. Dat meldt branchevereniging BBZ.
De eerste schepen hebben groen licht gekregen en varen weer. Ze “proberen met een goed seizoen de stress van de winter achter zich te laten”, aldus de BBZ.
Afgemeld
De vereniging maakte half maart een tussenbalans op: “Een update van de keuringen levert op dat van de 142 gekeurde schepen nog maar 12 schepen met A punten (punten die direct verholpen moesten worden) zijn ‘afgemeld’ en dus het water weer op
mogen. Er zijn ook schepen zonder A punten, die gewoon door kunnen blijven varen, maar toch ligt dat aantal van 12 te laag.”
Het geeft volgens de BBZ aan dat de afhandeling na het onderzoek achterblijft. Schippers maken zich daar zorgen om, omdat de eerste reserveringen al dichtbij zijn. De BBZ heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport voorgesteld een standaard afmeldformulier te maken om het proces te vereenvoudigen. “Het zou maar een klein stapje zijn, maar alles helpt.”
Extra inspectie
Alle ruim 200 historische zeilschepen moeten een extra inspectie ondergaan. Daartoe werd besloten na twee dodelijke ongelukken in 2022, onderzoek door de ILT waaruit bleek dat niet alle schepen uit de bruine vloot geldige certificaten hadden en een vernietigend rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid vorig jaar.
Dat laatste was de druppel en leidde afgelopen jaar tot de oprichting van een taskforce. Die taskforce deed verschillende aanbevelingen, waaronder het bijzondere aanvullend onderzoek.
Certificaten
“De eerste schepen zijn dus al wel weer op het water. Ze zijn beklopt, van alle kanten bekeken en de ILT heeft er met de neus bovenop gestaan. De onzekerheid die er bestond over de waarde van de veiligheidscertificaten is weggenomen.”
De BBZ ziet een belangrijke, positieve opbrengst van de actie: de kennis bij schippers, keurende instanties en de overheid is toegenomen. “Het werken met een Tuigboek is nieuw bijvoorbeeld en geeft een beter beeld van de precieze samenstelling en veranderingen in de tuigage. De kennisuitwisseling, en soms erg intensieve samenwerking van schippers, is ook een goede ontwikkeling.”
Onder druk wordt alles vloeibaar.