We moeten de sector voorbereiden op de toekomst. We zijn klaar voor de toekomst, we werken toekomstgericht, we zijn toekomstbestendig.
Wat is er eigenlijk verkeerd aan ‘modern’ of ‘bij de tijd’ of dat prachtige ‘state-of-the-art’? Vertrouw nooit iemand die zegt de toekomst te kennen, en beweren dat je klaar bent voor de toekomst is dus erg dubieus. Het ligt voor de hand dat je iets dat je nu maakt een tijdje heel en functionerend wilt houden, dus is die toevoeging van de toekomst overbodig. Die is namelijk onvermijdelijk. Je kan hooguit aan toekomstige regelgeving voldoen, maar ja, dat zal je wel moeten als je een renderend bedrijf wilt runnen. Als je nu een CCR II-motor inbouwt, kun je beter enkele toegevoegde maatregelen nemen, vooruitlopend op nieuwe regels. Al dat hysterische gedoe over toekomstige innovaties komt de ondernemer soms de keel uit. Wat is er mis met het nu? Bovendien, als al bekend is wat die innovaties zijn, zijn het geen innovaties meer. En als ze nog niet bekend zijn (wat dus logisch is) hoe kun je er dan in hemelsnaam op anticiperen?
Kennen we de toekomst echt niet? Zoveel keus is er niet. De globalisering zet door of we gaan deglobaliseren. Het één of het ander. Als je bij Albert Heijn twee soorten koffie hebt, is het aanbod schraal, toch? Dan heb je bij de Lidl nog meer keus (al zijn dat
fantasiemerken die allemaal uit dezelfde fabriek komen). En uiteindelijk maakt het niet uit of die koffie uit Columbia komt, Brazilië of Vietnam. Toen we koffie ontdekten als genotsmiddel, hebben we de koffiebonen verspreid vanuit Ethiopië en Soedan naar Azië en Zuid-Amerika en nu worden ze daarvandaan geïmporteerd en bij Starbucks in New York en Amsterdam drinken we in Italië gebrande koffie van Vietnamese bonen. Die globalisatie is dus al een tijdje voorbereid en zal waarschijnlijk ook wel gewoon doorgaan. De Parmaham wordt echt niet binnenkort in Zaandam gemaakt, al zullen we dankzij de global warming hier straks mango’s kunnen verbouwen. Globalisering kent veel verschillende kanten. We vliegen als een stelletje kleuters in een speeltuin de wereld rond voor een koopje en denken dat dat bijna niks kost. ‘There’s No Such Thing as a Free Lunch’ (Een gratis lunch bestaat niet) ofwel ‘je krijgt niks voor niks’, aldus de invloedrijke econoom en Nobelprijswinnaar Milton Friedman in 1975. Hij bedoelde het niet maar zou gelijk hebben gehad als hij had beweerd dat het bijna gratis vliegen ons een leefbare aardbol kost. Maar al veel eerder blijken we nu de tol te moeten betalen door een zich dankzij de intensieve luchtvaart razendsnel verspreidend dodelijk virus. Dat moeten we toch zien te voorkomen, in de toekomst.