Het Duitse parlement heeft groen licht gegeven voor een nieuwe wet die het mogelijk maakt om grote infrastructuurprojecten versneld uit te voeren. Ook belangrijke vaarweginfrastructuur kan hierdoor sneller worden vernieuwd of verruimd. Dan moet er wel voldoende budget en menselijke capaciteit zijn. De signalen hieromtrent uit Berlijn, waar momenteel gewerkt wordt aan de begroting voor 2021, zijn weinig opbeurend.
Duitsland wil onder meer het spoor en de vaarwegen sneller kunnen aanpassen en uitbreiden. Hiertoe worden vergunningsprocedures en milieuonderzoeken vereenvoudigd. Juridische trajecten worden korter. Voor grote, bovenregionale projecten kan na het verlenen van de bouwvergunning meteen met de bouw worden begonnen.
Het vaak lange traject van in- en tegenspraak komt te vervallen. Dit geldt onder meer voor projecten uit het Bundesverkehrswegeplan, de leidraad voor de ontwikkeling van de transportinfrastructuur in Duitsland. De huidige versie, die vooruitkijkt tot 2030, omvat onder de noemer ‘prioritair’ ook een aantal grote binnenvaartprojecten. Een voorbeeld is de verdieping van de vaargeul op de Rijn. Voor dergelijke projecten kan het Duitse parlement voortaan bij wet een vergunning verstrekken.
Begrotingstekort
De vereenvoudiging en versnelling van allerlei procedurele trajecten is winst voor de transportsector in Duitsland. De enorme administratieve complexiteit heeft er de afgelopen jaren vaak toe geleid dat infrastructuurprojecten niet of nauwelijks van de grond kwamen en/of niet tijdig werden afgerond.
Naast een ‘slank’ vergunningsproces speelt echter ook budgettaire ruimte een rol in de vernieuwing en uitbreiding van infrastructuur. De Duitse staatskas was de laatste jaren goed gevuld, maar is onder meer door corona wat ‘lichter’ geworden.
Op dit moment vinden in Berlijn de onderhandelingen plaats over de begroting van 2021. Binnenvaartbond BDB heeft van ‘betrouwbare bronnen binnen het verkeersministerie’ alarmerende signalen ontvangen. Voor de vaarweginfrastructuur zou er volgend jaar een tekort van tientallen miljoenen euro kunnen ontstaan. Dit zou vanaf 2022 zelfs kunnen oplopen tot 200 miljoen euro.
Masterplan Binnenvaart
Met of zonder versnellingswet zou dit betekenen dat grote vaarwegprojecten niet tijdig kunnen starten of niet op tijd klaar te zijn. Het gaat onder meer om werkzaamheden aan de Main en het Main-Donau-kanaal, de vaargeulverdieping op de Neder- en Midden-Rijn, bouwwerkzaamheden in het West-Duitse kanaalgebied en de nieuwbouw van sluizen op onder andere de Moezel. Daarvoor zou dan simpelweg onvoldoende geld zijn.
Dit staat haaks op de ambitie achter het Duitse Masterplan Binnenvaart waarmee het verkeersministerie de modal shift naar de vaarwegen wil stimuleren. De BDB heeft aan de bel getrokken en de verantwoordelijken in Berlijn gevraagd voldoende geld uit te trekken voor de vaarwegen.
Onderbezetting WSV
Ondertussen heeft ook de Duitse vaarwegbeheerder (WSV) nog steeds te weinig personeel om alle geplande projecten voor te bereiden. Er zijn zo’n 400 ingenieurs te weinig. Daar bovenop zijn 200 extra ingenieurs nodig voor toekomstige werkzaamheden in verband met de uitvoering van de Europese Waterrichtlijn.
Voor 2021 voorziet het verkeersministerie slechts vijftig extra FTE’s binnen de WSV. Veel te weinig dus. “Dan hoef je je niet te verwonderen dat het mis gaat op de vaarwegen”, aldus de BDB, die de politiek oproept tot actie om de vaarweginfrastructuur niet te laten instorten.