Door nieuwe afspraken tussen de landen in het Rijnstroomgebied worden de rivieroevers beter bestand tegen wateroverlast en wordt de waterkwaliteit verder verbeterd. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft van haar Franse collega de toezegging gekregen dat Frankrijk op drie plekken in vispassages gaat bouwen. Dat gebeurt in navolging van het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen.
Op 13 februari is tijdens de Rijnministersconferentie in Amsterdam een slotakkoord bereikt. Door het bouwen van de vispassages kunnen vissen straks vrij vanaf de Noordzee tot aan Zwitserland zwemmen.
Overstromingen
In de Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn (ICBR) werken Zwitserland, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Luxemburg, Italië, Liechtenstein, Wallonië en Nederland samen om overeenstemming te houden over het gebruik van de rivier.
‘Droogte’ stond hoog op de agenda van de minister en tijdens de conferentie zijn er nieuwe afspraken gemaakt om vervuiling van het rivierwater tegen te gaan. Alle Rijnlanden blijven de komende twintig jaar investeren in dijken en oevers, zodat de kans op overstromingen in het riviergebied met nog 15 procent afneemt.
Drogere zomers
“Uitkomst van de conferentie is dat er een nieuwe afspraak ligt om wateroverlast aan te pakken. Maar net zo belangrijk is dat de andere Rijnlanden net als Nederland grensoverschrijdend gaan werken aan oplossingen voor problemen met laagwater in de steeds drogere zomers”, aldus Van Nieuwenhuizen.
Tijdens de conferentie is afgesproken dat er afname van 30 procent moet zijn van microverontreinigingen zoals medicijnresten, bestrijdingsmiddelen en industriële stoffen. De landen hebben teruggekeken op de afgelopen twintig jaar, waarin de Rijnlanden 14 miljardeuro hebben geïnvesteerd in dijken en rivierprojecten waarmee de kans op overstromingen met 25 procent is afgenomen.
