Lekstroom Transport uit Lekkerkerk bestaat 123 jaar. In 1898 startte de grootvader van Pieter Eerland, Willem Daniël Eerland, op zijn 21e met het bedrijf, onder de naam NV stoommaatschappij Lekstroom.
De boeier-aak Aafje Jacoba was in 1898 het eerste schip dat Willem Daniël Eerland liet bouwen. Tien jaar later kocht hij zijn eerste sleepboot: de Lekstroom II. In de loop van de generaties daarna veranderde er veel. De familie Eerland had tal van schepen voor transport van goederen, kranen, secties, bruggen en schepen.
Het blijft in de familie
Het Nederlandse bedrijfsleven stoelt op ondernemende families. Voor de binnenvaart geldt nog sterker dat het familiebedrijf de stuwende kracht is. In de serie ‘Het blijft in de familie’ onderzoekt journalist Evert Bruinekool wat de bepalende factoren voor succes zijn. Wat maakt familiebedrijven zo sterk? Hoe werken verschillende generaties samen? Wat kunnen ze van elkaar leren? En wat zijn de valkuilen?
Voor deze aflevering bezocht Evert Bruinekool Pieter en Netty van Eerland van Lekstroom Transport.
Deze serie is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
Hand- en spandiensten
In eerste instantie werden er vooral schepen en sleepkasten gesleept. Bij de volgende generatie werden het drijvende kranen die verplaatst moesten worden en hand- en spandiensten voor schepen en werven. Ze zaten midden tussen de scheepswerven. Vanaf de zestiger jaren veranderde dat langzaam naar vooral transporten op pontons. In die tijd voeren er zestien Lekstroom-sleepboten en werkten er zestig mensen bij het bedrijf.
In de naoorlogse jaren heette het bedrijf Fa WD Eerland en zonen. “Willem Daniel jr. en mijn vader Johannes hadden met oom Evert Eerland in de oorlogstijd het bedrijf overgenomen”, vertelt Pieter Eerland. “Oom Evert overleed helaas vrij snel na de overname.”
“Het bedrijf had twee poten: een oliehandel en een sleepdienst. Dat vulde elkaar naadloos aan, ze haalden met een sleepboot brandstof uit Rotterdam. Olie en sleepdienst werden opgesplitst… Olie ging naar ome Wim. Mijn vader ging verder met de sleepdienst; de basis van het huidige bedrijf is eigenlijk pas in 1960 gelegd.”
Op gevoel en ervaring
Onder leiding van Johannes Eerland groeide het bedrijf en kwamen pontons meer in beeld. In 1973 startte Pieter Eerland bij zijn vader als matroos. Later kreeg hij zijn eigen sleepboot, de Lekstroom XIII. Hoe zijn opa reilde en zeilde, weet hij alleen uit overlevering; Pieter was heel jong toen opa overleed.
Zijn vader werkte hard en werkte vooral met naoorlogse apparatuur die hij zelf draaiende hield en bij elkaar scharrelde. Het waren in die tijd heel handige en slimme creatieve vakmensen. “Voor nieuwbouw was er gewoon geen geld.”
Uit overlevering weet Pieter Eerland ook hoe zijn opa thuiskwam na het breken van een klepveer op de sleepboot: “Ze zaagden een dikke wilgenteen af en maakten die vast door het klapje heen op de klep en zo kwamen ze dan met een werkende klep naar huis. Dat is handigheid. Alles ging op gevoel en ervaring.”
Langzaam veranderde dat in planmatig onderhoud en het berekenen van lading en ballastplannen, toen Pieter Eerland aan het roer kwam. Tegenwoordig zijn er overal eisen, regels en tekeningen voor. Dat gaat wel gepaard met het ouderwetse vakmanschap van weleer.
Digitalisering
In de tachtiger jaren professionaliseerden het werk en de markt verder en de fax werd al snel vervangen door e-mail en internet. Computers zijn tegenwoordig niet meer weg te denken. Pieters vader deed alles nog op mondelinge afspraak. Gaandeweg nam hij het bedrijf over en groeide erin. Er werd een bv opgericht, Lekstroom Transport BV, en hij kreeg een deel van de aandelen. Al snel kreeg zijn vrouw Netty Eerland-Adam ook een plaats in het bedrijf. Stapje voor stapje nam Netty steeds meer taken op zich en werd onmisbaar in het bedrijf. Zij schreef eind negentiger jaren zelfs het mooie boek Eerland Lekkerkerk 100 jaar transport over water.
Vanaf 1981 kwamen Pieter en Netty geleidelijk aan het roer. Pieters zussen hadden daar totaal geen moeite mee. “Er moest heel veel gemoderniseerd worden en stapsgewijs is de vloot vernieuwd, gericht op projectmatig transport”, vertelt Pieter. Wederom een slimme zet om de markt te bedienen. “Een generatiewisseling is goed in een bedrijf, dat heeft een vernieuwende kijk op nieuwe technieken en ontwikkelingen”, voegt Netty toe.
Projectmatig
“Tegenwoordig zijn transporten vooral projectmatig”, vertelt Pieter. “Elk transport wordt voorbereid met stabiliteitsberekeningen en tekeningen.” Een brug vergt gewoon voorbereidingen, weet Pieter uit ervaring met projecten in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Voor betonnen lateien liet hij in het verleden zelfs speciaal pontons bouwen, die bleken ook bij uitstek geschikt te zijn om gekoppeld bruggen te vervoeren. Een hoogtepunt voor Pieter en Netty was de Dreirosenbrücke in Bazel.
Een ander opvallend project was in 2013 Huis de Vechthoeve in Muiden. Het gebouw is in samenwerking met Sarens op Lekstroom-pontons door de Lekstroom I en de Lekstroom V in zijn geheel enkele honderden meters over de Vecht verplaatst.
Tegenwoordig is er veel media-aandacht voor transporten en haal je met iets groots de krant en sociale media. Dat ziet de opdrachtgever als reclame. Vroeger werd er eigenlijk geen ruchtbaarheid aan gegeven.
“Na de oorlog werden transporteurs weleens ‘knutselaars’ genoemd, door het hergebruik van oude schepen”, vertelt Netty. “Dat kwam vooral voort uit geldgebrek.” Pieter vult met een glimlach aan: “Tegenwoordig heet het recycling en ‘groen’ als je oud materieel dat nog goed is, verbouwt tot een klein, goedgekeurd ponton. Wat er in een generatie niet allemaal kan veranderen.”
Lekstroom-vloot
Sinds de oprichting in 1898 heeft Lekstroom Transport circa veertig schepen en sleepboten gehad, twee bokken en tal van dekschuiten. De huidige vloot bestaat uit de sleepboten Lekstroom I (21 meter en 485 pk) en Lekstroom V (20 meter, 607 pk), de Neeltje (een mpv van 6 meter met 70 pk) en dertien pontons. De nieuwste aanwinsten zijn de Christina, een ponton van 45 x 9,50 meter (ook gekeurd voor zee), en de Franka (7,38 x 4,25 meter).