Ze ligt veilig in moeders schoot op de Palen 80 in het Calandkanaal. Dat is weleens anders geweest, want de tanker werd tien jaar geleden in het noordelijk ankergebied geramd door de Jork Ranger.
Ze ligt hier nu in ballast, maar was toen geladen met kerosine en liep een gat op van 5 bij 6 meter, waaruit de vliegtuigbenzine lekte. Dat was niet zonder gevaar, maar de lading in de lekke(nde) tank werd overgepompt naar een andere, waarmee door snel handelen erger werd voorkomen.
De Mindoro (106.741 DWT en 244 bij 42 meter) kreeg vervolgens, na inspectie buitengaats en een borgstelling, toestemming tot binnenkomst en ligplaats op de Palen 83, waar de lading in een andere Aframax werd overgeslagen.
De ‘afdruk’ van de Jork Ranger, een feeder van 141 meter, was duidelijk herkenbaar. Die werd bij Damen Shiprepair hersteld. Gezien de schade die de Jork Ranger toen opliep, zou de naam Shark Ranger beter passen.
De Mindoro heeft nu iets anders opmerkelijks. Aan bakboord van de schoorsteen staat er nog één en die herbergt een scrubber. Bij andere schepen lijkt het wel eens op een rugzak, maar hier staat de uitlaatgassenwasser ernaast.
Sinds 1 januari is het niet langer toegestaan zware stookolie te gebruiken, tenzij een schip een scrubber heeft. Zonder moet op veel duurdere laagzwavelige brandstof (VLSFO) gevaren worden.
Het was voor de Griekse reder George Economou van TMS Tankers een simpele rekensom: met een prijsverschil van 250 tot 300 dollar per ton kan zo’n scrubber binnen een jaar terugverdiend zijn.
Tekst en fotografie: Cees de Keijzer (www.wssrotterdam.nl)
