De vloot kleine drogeladingschepen is in Nederland tussen 2007 en 2018 met bijna een derde (31,5 procent) gekrompen. Ook de vervoersprestatie nam af. Tussen 2014 en 2018 daalde die met 3,2 procent, terwijl die van de drogeladingvaart als geheel in die periode juist met 7,6 procent groeide.
Dat staat in het onderzoek Het kleine drogeladingschip op de radar van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Het onderdeel van het ministerie van I en W analyseerde daarvoor reisdata van Rijkswaterstaat. Kleine schepen zijn in de definitie van de onderzoekers schepen tot en met 85 meter en een maximaal laadvermogen van 1.500 ton.
Ruim 70 procent van de geregistreerde Nederlandse drogeladingvloot valt daaronder. Samen vormen ze 40 procent van de totale capaciteit.
Lichtpuntjes
De kleine drogeladingvaart is van belang voor toekomstig duurzaam vervoer over water, stelt het KiM. Het instituut ziet ook lichtpuntjes: De gemiddelde beladingsgraad is hoger dan die van de totale drogeladingvaart en het aantal reizen steeg tussen 2014 en 2018 met gemiddeld 3,6 procent. De overslag in binnenhavens aan kleine vaarwegen groeide tussen 2011 en 2018 bovengemiddeld: 13,2 procent tegen 7,5 procent bij de totale overslag langs vaarwegen.
Voor toekomstig duurzaam transport verwachten verschillende organisaties dat de kleine drogeladingvaart een belangrijke rol blijft spelen, aldus het KiM. Dat noemt de kleine drogeladingvaart “een interessant maar onderbelicht onderdeel van het goederenvervoer”.
Het KiM noemt ‘horizontale samenwerking’ kansrijk voor de toekomst van de kleine drogeladingvaart. Dat kan leiden tot meer mogelijkheden om capaciteitsmanagement te verbeteren, meer stabiliteit in prijsvorming te realiseren en om gezamenlijk tot betere tarieven te komen.