- Advertentie -
- Advertentie -
HomeRubriekGeen blad voor de mondKleine vaart in de knel door bemanningsvoorschriften

Kleine vaart in de knel door bemanningsvoorschriften [INGEZONDEN]

- Advertentie -

Delen

In deze rubriek krijgen lezers de ruimte om hun mening te geven, een oproep te doen of hun gedachten te delen.

Als een kat in het nauw, onbegrepen, moedeloos en machteloos. Zo voelen we ons als schippers van gezamenlijk circa 50.000 ton aan kleine scheepsruimte voor het achterland.

Wij als schippers van deze grote vloot, staan tegenover een beleid van de Europese Unie, de Nederlandse regering, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de ILT, het STC, voormalige binnenvaartschippers die nu werkzaam zijn bij de waterpolitie en de vakbonden die vaak onder een hoedje spelen.

De reden van ons ongenoegen is dat onze groep schepen van 55 tot en met 86 meter lengte varen met een lichtmatroos, een functie die door de bovengenoemde instanties als ‘ongekwalificeerd’ wordt beschouwd. Een 16-jarige kan een opleiding tot matroos volgen bij het STC, waarbij hij twee jaar lang leert voordat hij functie matroos mag vervullen. (Voorheen was dit slechts een jaar}. En het jaar daarna is hij in één jaar Schipper – wat heel onlogisch is.

Gedurende het tweede leerjaar worden de jongens opgeleid in schippersvakken. De regels omtrent bemanningseisen zijn echter volstrekt onrealistisch.

In Nederland moet een schip met een lengte van 55 tot en met 86 meter met een bemanning van matroos zijn voorzien. Aangezien ze maar één jaar als matroos functioneren, heb je in deze situatie maar weinig voordeel met hen.

Tot 55 meter mag je alleen varen. Om lichtmatrozen te stimuleren zouden wij het op prijs stellen dat het minimaal in Nederland, maar strevend naar Europees, mogelijk wordt om met een schip van 55 tot en met 86 meter lengte met een lichtmatroos te mogen varen.

Het volgende punt is dat het personeelstekort zeer ernstig is en veel schepen met Poolse, Roemeense en Filipijnse personeel varen. Wat ons zorgen baart is niet dat bovengenoemde personeel niet goed zou werken, maar in de toekomst blijven zij matroos terwijl Nederlands personeel doorstroomt naar schipper. Als schippers vinden wij het fijner om met Nederlands personeel te werken – en vooral veiliger in verband met de beheersing van de taal en de communicatie.

In een recente e-mail van KBN werd aangegeven dat het ministerie enigszins begrip had voor het feit dat beginnende lichtmatrozen nog niet veel kunnen en weinig ervaring hebben, en dat ze daardoor tijd nodig hebben om door te stromen naar de functie van matroos. Dit is een opmerking die wij volstrekt niet begrijpen. Wij hebben lichtmatrozen die binnen twee maanden alle benodigde handelingen onder de knie hadden. Met onze maat schepen zijn we met twee man aan boord en hebben we elkaar nodig waardoor er veel geleerd worden. Werd dit maar eens ingezien en meer waardering getoond voor onze jongens in plaats vna hen te kleineren dat ze weinig kunnen en ongekwalificeerd functioneren. Op een groter schip dan 86 meter zijn de lichtmatrozen derde man of zelfs vierde, waardoor ze weinig uitdaging krijgen. Vorige week nog hadden onze lichtmatrozen op het STC een vaarweekje op het opleidingsschip, waar verschillende studenten met de handen in het haar zaten toen manoeuvreren aan de orde kwam. Simpelweg omdat ze bij hun schippers geen gelegenheid krijgen.

We worden regelmatig gecontroleerd, krijgen boetes opgelegd of worden zelfs stilgelegd. In sommige gevallen worden we zelfs als criminelen behandeld. Laatst was een van onze schepen dat al een paar keer gecontroleerd was, weer bedreigd – zo kunnen we het noemen. Dat hebben we te danken aan voormalige binnenvaartschippers, die dit artikel ongetwijfeld lezen.

We hebben ook meerdere malen deelgenomen aan vergaderingen en hebben contact gehad met organisaties en instanties zoals KBN, het ministerie en de binnenvaartscholen. De boodschap die we daar voortdurend horen is dat ze er zijn voor de kleine schepen, maar de werkelijkheid is het tegenovergestelde. De focus ligt momenteel op vergroening en autonoom varen, maar niemand lijkt zich zorgen te maken over het feit dat circa 50.000 ton momenteel niet mag varen.

Het is begrijpelijk dat we ons genoodzaakt zien om onze schepen te verkopen aangezien we geen andere optie zien. Gedurende de crisisjaren 2009/2010 was het mogelijk om met een 110-meterschip samen met een stuurman te mogen varen om de kosten te drukken, en dit werd binnen enkele weken geregeld. Waarom moeten wij nu tien jaar blijven zeuren en nog steeds dezelfde strijd voeren. We betreuren dat er weinig veranderd is.

Wanneer ziet Brussel eindelijk in hoe ernstig de situatie werkelijk is? We hebben op dit moment een daadwerkelijk en actueel probleem, maar we worden in de steek gelaten. We kijken voortdurend over onze schouders in de hoop geen blauwe of gele boot te zien naderen.

Het is nogmaals een poging om duidelijk te maken hoe we ons voelen zoals we deze brief begonnen.

Namens de toekomstige kleine vaart
(naam van de inzender is bij de redactie bekend)

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -