Ze kennen elkaar al enkele tientallen jaren en gingen totnogtoe elk huns weegs. Zonder dat ze het van elkaar wisten, verkochten Willem van de Griend en Richard Dubbelman vorig jaar elk hun eigen beunschip. In hun zoektocht naar iets nieuws raakten ze met elkaar in gesprek, wat leidde tot samenwerking die vorm kreeg in de bouw van de gloednieuwe tanker Dechelle.
De Dechelle is van het model Tioli (take it or leave it). “Met name de brede inzetbaarheid van dit zeer licht gebouwde model trok onze aandacht. Dit model heeft leeg een diepgang van slechts 86 centimeter.”
Van de Griend en Dubbelman leerden elkaar in de jaren ‘80 van de vorige eeuw kennen op de Binnenvaartschool. Hoewel ze het goed met elkaar konden vinden, verloren ze elkaar na schooltijd uit het oog. In militaire dienst troffen ze elkaar weer. Hun vriendschap bleef bestaan, ook nadat zij hun verplichte tijd onder de wapenen afsloten. Dubbelman werd afloskapitein op het beunschip De Schouwen van Van de Griend. Dit beviel hem zo goed dat hij op een gegeven moment eigenaar werd van zijn eigen beunschip, de Duzo. Van de Griend bleef beunschipper; de laatste jaren op het in zijn opdracht gebouwde schip Dechelle, genoemd naar zijn beide kinderen Dennis en Michelle.
Toekomstplannen
Nadat beiden vorig jaar hun respectievelijke schepen van de hand deden, belde Van de Griend zijn vriend met de vraag wat voor toekomstplannen hij had. “Het enige wat ik wist is dat ik wilde blijven varen. Dat is mijn hobby, dat is mijn leven. Ik kan niet anders en ik wil niet anders. En ik wist dat ik op een iets groter schip wilde gaan varen”, vertelt Dubbelman.
“Willem vertelde mij dat hij plannen had om te gaan varen op een tanker van 86 bij 9,60 en wilde mij daarbij wel betrekken. Daar had ik op zich wel oren naar, hoewel er natuurlijk heel wat gepraat moest worden. Uitkomst van die besprekingen was dat wij wilden gaan samenwerken op een tanker van 110 bij 11,45 meter.”
Daarbij deed zich het probleem voor dat beiden op het gebied van de tankvaart vrijwel onervaren waren. Daarom haalden zij Martin Hordijk in huis, een gepokt en gemazeld kapitein uit de tankvaart, met een kwart eeuw ervaring. Al zijn kennis en ervaring zette hij al in bij de begeleiding van de afbouw, die hij voor een groot deel voor zijn rekening nam.
Tioli
Met dit plan kwamen Dubbelman en Van de Griend terecht bij VeKa in Werkendam, de werf waar Van de Griend al geruime tijd klant was. De VeKa kruiplijntanker van het model Tioli (afkorting van de Engelse uitdrukking take it or leave it) wekte hun interesse. Dubbelman legt uit: “Met name de brede inzetbaarheid van dit zeer licht gebouwde model trok onze aandacht. Dit model heeft leeg een diepgang van slechts 86 centimeter. Dit maakt het schip ook bij uitstek geschikt voor gebruik bij lagere waterstanden.”
Dubbelman en Van de Griend gaan met hun nieuwe schip op contract varen voor Interstream en krijgen geen vast vaargebied; vandaar het belang van de brede inzetbaarheid van het schip.
De maximale tonnage van de Dechelle is 2792 bij een diepgang van 3,31 meter. Het schip is uitgerust met een Caterpillar-hoofdmotor (type 3512, met een vermogen van 1521 paardenkrachten). De elektrisch aangedreven Verhaar-boegschroef krijgt zijn vermogen van een Caterpillar C18. De drie generatoren aan boord zijn geleverd door De Ruijter Dieseltechniek.
Het casco is gebouwd in Kherson in de Oekraïne.
Superstrak
Het casco van de Dechelle werd gebouwd in Kherson, in de Oekraïne. De werf aldaar werd om zijn kwaliteiten ontdekt door Walter Jacquet, die de cascobouw en contracten begeleidde.
“Het was een superstrak casco, dat keurig op tijd werd geleverd”, zegt Dubbelman tevreden. Ook de afbouw verliep voorspoedig. Wel werd deze verplaatst van de oorspronkelijk geplande VeKa-werf in Werkendam naar Bijlsma van VeKa in het Friese Lemmer.
Voor de opdrachtgevers – hoewel afkomstig uit Zwijndrecht en Nieuw-Lekkerland – was dit geen bezwaar. Dubbelman: “Tijdens de bouwperiode thuis wonen is natuurlijk wel lekker, maar betekent ook dat je te maken hebt met alle beslommeringen van thuis. Nu verbleven wij hele weken in een appartement in Lemmer en konden wij al onze tijd en energie steken in het werken aan de afbouw. Bovendien beviel het ons prima in Friesland: de samenwerking verliep uitstekend en de contacten waren heel goed.”
Voorspoedig
De voorspoedige bouw en afbouw werd gevolgd door een technische proefvaart die helemaal naar wens verliep. “Het schip vaart echt super”, zegt Dubbelman. “Ons gevoel met het schip is vanaf het eerste moment uitstekend. Waar dat in zit, is moeilijk uit te leggen. Ja, het schip doet wat het moet doen. Het is voor ons beiden toch spannend, vooral omdat dit voor allebei onze eerste eigen motortanker is. Ik heb wel eens op een tankschip afgelost. Maar je eigen, nieuwe schip, dat is toch een ander verhaal.”
Dat de Dechelle – economisch gezien – op niet bepaald het meest gunstige moment in de vaart komt, daarvan zijn Dubbelman en Van de Griend zich terdege bewust. “Net als alle andere binnenvaartschippers moeten wij nu ook keihard knokken voor onze boterham”, zegt Van de Griend. Dubbelman is voorzichtig positief over de economische perspectieven: “De markt lijkt wat bij te trekken.”
De eigenaars vonden desondanks onder de huidige omstandigheden een groot feest ter gelegenheid van de ingebruikname, op 18 september in Werkendam, dan ook niet gepast. Ze hielden het sober. “Voordat we ze uit kunnen geven, moeten wij eerst maar eens wat centen verdienen.”
(Jan Johan ten Have)