Woensdag 24 september is de RP Essen gedoopt. Twee dagen later was de geslaagde officiële proefvaart van de tanker. Het schip gaat varen voor RP Tankschiffahrt, dat onderdeel is van de Plouvier Group.
De doop en aansluitende barbecue waren bij Scheepswerf De Toekomst in Waspik. Daar had de afbouw plaatsgevonden, onder leiding van Asto Shipyard, dat zeven minuten verderop, in Raamsdonksveer gevestigd is. De twee werven werken nauw samen, zodat Asto bij grote drukte kan uitwijken. De afbouw werd namens de Plouvier Group begeleid door Shipbuilding Solutions.
In zijn toespraak bedankte Asto-directeur Karst van der Wiel Plouvier voor de opdracht en de samenwerking. Zijn werf bouwde al eerder schepen voor de Plouvier Group en verzorgt ok het onderhoud van de vloot. Na de RP Essen volgen komedn jaar nog drie nieuwe schepen: de RP Duisburg, RP Köln en RP Bonn. Hij bedankte ook de subcontractors “voor het harde werk dat ze hebben verricht”.
Daar sloot CEO Louis Sachs van de Plouvier Group zich bij aan. “Ik wil ook het hele team van Asto Shipyard bedanken. Dankzij jullie inzet en vakmanschap wordt onze droom werkelijkheid.” Lovende woorden had hij ook voor Hubert Plouvier, de eigenaar van de rederij: “Zijn visie voor ons bedrijf is de reden waarom we hier met z’n allen zijn. Zonder hem zou dit niet mogelijk zijn.”
Crew seminar
De met twee voortstuwingsmotoren uitgeruste RP Essen werd gedoopt door Merryl de Permentier. Met een ferme en welgemikte worp wist de CFO van de Plouvier Group de fles champagne in één keer te laten sneuvelen. “Nee, ik heb geen ervaring. Dit was de eerste keer dat ik doopvrouw mocht zijn”, zei ze even later. “We hadden in het verleden niet de traditie om schepen te dopen.”
Toch bracht de Plouvier Group de afgelopen jaren meerdere schepen in de vaart. Met de RP Essen komt de vloot op achttien schepen. “We opereren liever low profile”, legde Louis Sachs uit. De Fransman geeft sinds drie jaar leiding aan de Belgische groep, waarvan de historie meer dan honderd jaar teruggaat.
Nu kon de doop worden gecombineerd met het tweedaagse ‘crew seminar’ voor bemanningsleden. Op woensdag 24 en donderdag 25 september volgden 26 van hen in Antwerpen trainingen en vergaderingen om kennis uit te wisselen. Met een bus waren ze samen met de directie naar Waspik gekomen.
Rijnrederij
Het casco, ontworpen om ook bij laag water nog veel lading te kunnen meenemen, werd geleverd door Rensen-Driessen Shipbuilding. Dat geldt ook voor de drie identieke schepen die nog volgen.
De RP Essen is 110 meter lang en 11,40 meter breed. “Zoals al onze schepen”, aldus Louis Sachs. Dat is een bewuste keuze voor uniformiteit. “We zijn een Rijnrederij en focussen ons op dat vaargebied. We willen dus geen grotere schepen.”
Zoals die van pas komen voor ARA-werk. Maar daarin is de Plouvier Group niet actief. “We willen waarde toevoegen aan de logistiek. Bijvoorbeeld door lading van Rotterdam
naar Straatsburg of Mullhouse te brengen, naar de eindklant.”
“Onze strategie verschilt van die van andere bedrijven in onze markt. We hoeven ook niet de grootste te zijn. We zijn blij met wat we hebben. We willen vooral veiligheid en kwaliteit leveren.”
Trots
Louis Sachs is een voormalige zeekapitein. Toen hij drie jaar terug werd aangesteld door Hubert Plouvier om leiding te geven aan de nieuwe koers, was de binnenvaart nieuw voor hem, maar hij had jarenlang gevaren op LPG- en LNG-tankers. “De cultuur in de binnenvaart is anders en ik leer nog steeds.” Hij voelt zich inmiddels helemaal thuis.
De toegankelijke CEO introduceerde persoonlijk het motto van de Plouvier Group: One team, one energy. Het wordt door de medewerkers enthousiast uitgedragen en staat voor het teamgevoel, maar ook voor veiligheid en kwaliteit. In totaal werken er circa 200 mensen bij de Plouvier Group. “We beschouwen hen als één grote familie”, zegt Louis Sachs stralend. “Onze bemanning en ons team zijn er trots op om Plouvier – One team, one energy te dragen. Dit is wat ons allemaal verbindt.”
Dat merkte hij ook tijdens het crew seminar in een Antwerps hotel. “Er was een uitstekende uitwisseling tussen onze bemanningen en de walteams. Beide hebben ze hun ervaringen en ideeën kunnen delen, met als doel van elkaar te leren en de veiligheid en kwaliteit binnen onze groep te verbeteren.”
