De scheepswerven en maritieme maakbedrijven in Werkendam zien het helemaal zitten. De gemeente wil extra ruimte voor de scheepsbouw creëren door eerst een insteekhaven af te graven en voor de middellange termijn een havenuitbreiding te realiseren.
Daarmee komt meer kaderuimte beschikbaar, die broodnodig is voor het florerende maritieme cluster van Werkendam. Het draait om ruimte én geld. Die kunnen volgens Werkendamse bestuurders en ondernemers gevonden worden als de overheden en het bedrijfsleven samenwerken. Het kan 1.500 meter kade en 6,5 hectare bedrijventerrein opleveren.
De kabinetsgezant Maritiem maakindustrie (MMI) Kees van der Staaij ontving 26 april de plannen in de vorm van het eerste exemplaar van een brochure. Daarin zet de gemeente Altena – waar Werkendam onder valt – in nauw overleg met Werkendam Maritime Industries (WMI) de gewenste havenontwikkeling uiteen. Wethouder havenzaken Hans Tanis overhandigde het document op de maritieme campus van WMI aan Van der Staaij.
Financiering
Altena en de 51 maritieme bedrijven die lid zijn van WMI willen meer ruimte voor het maritieme cluster in Werkendam. De investeringen die voor een nieuwe haven nodig zijn, zijn te groot voor de gemeente alleen. Medefinanciering van de provincie, het rijk en de Europese Unie is nodig voor de havenarm bij de Biesboschhaven. Om de ergste nood ondertussen te lenigen is een insteekhaven het plan.
De werkgelegenheid van de zeven scheepswerven, waterbouwers, toeleveranciers, dienstverleners en constructiebedrijven enorm voor Altena: 11 procent van de regio. Naast de 2.000 directe banen in het maritieme cluster zelf zijn er nog circa 600 indirecte banen. De gemeente maakt deel uit van de Maritieme Delta, het logistiek-industriële cluster vanaf de Maasvlakte tot en met Werkendam.
De Brabantse gemeente Altena is de tweede grootste thuishaven in Nederland voor binnenschepen. Een jaar geleden voor de uitbreidingsplannen een kwartiermaker aangesteld: Lijdia Pater van Movares. Zij werkt aan een ‘bouwstenennotitie’ voor de uiteindelijke havenvisie.
Lobby
Onlangs is ook Jaap Jelle Feenstra, voormalig Tweede Kamerlid (PvdA) en lobbyist voor Havenbedrijf Rotterdam, door Altena aangesteld om de boodschap op tafel te krijgen in onder andere Den Haag en Brussel. Hij fungeerde 26 april als dagvoorzitter en startte meteen na de opening van de bijeenkomst met een pleidooi voor het belang van het Werkendamse maritieme cluster. Voor Werkendam én Nederland zorgt het voor innovatie, veiligheid, vlootvernieuwing, energietransitie en defensie. De vitale functies moeten worden beschermd het verdienvermogen veiliggesteld. Aldus Feenstra.
Wethouder Tanis van Altena was blij met het bezoek van MMI-gezant Kees van der Staaij en de relaties uit de publiek-private maritieme sector van buiten de gemeente. ”Het is goed om vandaag samen te constateren dat de haven vol is. En dat we concrete plannen hebben om de haven uit te breiden. Maar alleen met plannen op papier zijn we er niet. Voor de uitvoering is een publiek-private samenwerking nodig. We moeten het samen doen. Samen met de provincie, Den Haag en Brussel en samen met het bedrijfsleven. Ik nodig iedereen uit om de ambities en kansen die er liggen samen met ons aan te pakken.”
Fysieke ruimte
De haven van Werkendam bevindt zich in de drukst bevaren binnenvaartregio van Europa. “Op het kruispunt van belangrijke vaarwegen tussen Rotterdam en Duitsland en Duitsland en Antwerpen is hier een vooraanstaand en innovatief scheepvaartcluster ontstaan”, aldus Karin Struijk, programmamanager voor WMI. “Bij 96 procent van alle nieuwbouwschepen in Nederland is minimaal één bouwer, toeleverancier of dienstverlener uit Werkendam betrokken. Het eerste waterstofschip kwam hier vandaan evenals dat we nu druk zijn met autonoom varen en vergroenen.”
Kees van der Staaij: “Het veiligstellen van de ambities uit de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie vraagt om ruimte. Dat geldt niet alleen voor het beleid en/of de financiering, maar ook letterlijk: “Er is meer fysieke ruimte nodig. Ik heb dat tijdens mijn bezoek aan Werkendam opnieuw gezien.”
Hij vindt het heel positief dat de gemeente Altena plannen maakt die Werkendam voorzien van de noodzakelijke extra fysieke ruimte.
Van der Staaij was niet onbekend met Werkendam maar leerde tijdens het werkbezoek toch weer iets nieuws: “Ik wist dat Werkendam veel maritieme bedrijven heeft maar dat het zó groot is wist ik niet. Ik heb er meer beeld en geluid bij gekregen.”
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is druk bezig; er loopt van alles, aldus Van der Staaij. Hij noemde het Maritiem Masterplan om de sector en de vergroening te stimuleren als voorbeeld. “Hierin is mijn werk als gezant erboven te hangen en de knelpunten te signaleren. Geld is er één van en daar zijn acties in de agenda voor in gang gezet. We proberen ook ruimtebeslag landelijk in beeld te krijgen.”
Noodzaak
Struijk: “Ik denk dat het heel goed is dat er aandacht gevraagd wordt voor de knelpunten. De gemeente Altena waar wij een goede band mee hebben ziet het nut en de noodzaak in om de haven uit te breiden. Ook zien zij de economische waarde van ons WMI-cluster. Wij hopen dat we aanspraak kunnen maken op support van Den Haag en Europa. We hebben hier niet alleen binnenvaart maar ook waterbouwers die zorgen voor onze droge voeten; die hebben ook ruimte nodig.”
“Voor de haven hebben we echt de overheid nodig”, zei Struijk. “Evenals voor vergunningen, wetgeving en natuur. Iedereen heeft een belang en dat moet bij elkaar komen.” De insteekhaven is een stap naar de grotere haven. Struijk durfde echter geen voorspellingen te doen op welke termijn de nieuwe haven een feit zou kunnen zijn.