Het kabinet trekt de komende vijf jaar in totaal 20 miljard euro uit voor investeringen in kennisontwikkeling, infrastructuur en onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Een van de projecten die mogelijk in aanmerking komen voor geld uit het Nationaal Groeifonds, is ‘Vitale, robuuste, veilige en bevaarbare rivieren’.
Het voorstel is om de bevaarbaarheid van de grote rivieren structureel te verbeteren en klimaatbestendig te maken door het aanleggen van langsdammen in de Waal, het eenmalig (waar nodig) aanpakken van de Waalbodem en uitbreiding van de sluiscapaciteit bij Grave en Weurt.
“Hierdoor kunnen er meer en sneller goederen over het water vervoerd worden en ontstaat er meer ruimte op het Nederlandse spoor- en wegennet”, schreven de ministers Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, inmiddels afgetreden) en Wopke Hoekstra (Financiën) 14 januari in een toelichting aan de Tweede Kamer. “Naast het verbeteren van de bereikbaarheid en concurrentiepositie van Nederland als logistiek land, moeten de maatregelen positief bijdragen aan de doelstellingen op o.a. het gebied van waterveiligheid, zoetwater en natuurontwikkeling en biedt het kansen voor ruimtelijke economische ontwikkelingen.”
20 miljard euro
Het Nationaal Groeifonds is bedoeld voor eenmalige publieke investeringen die bijdragen aan de toekomstige economische groei van Nederland. Het gaat nu om de eerste ronde. Veertien projecten zijn verzameld door de ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Economische Zaken en Klimaat en Infrastructuur en Waterstaat. Er zijn uiteenlopende projecten ingediend, van ‘Transitie naar innovatief & toekomstgericht onderwijs’ tot ‘Aanleg buisleidingen van de haven van Rotterdam naar het Chemiecomplex Chemelot in Zuid-Limburg’.
Er is niet voldoende geld voor alle nu ingediende projecten. De geselecteerde voorstellen kosten bij elkaar 25,5 miljard euro, terwijl er 20 miljard euro voor de komende vijf jaar gereserveerd is. Er waren bovendien meer projecten ingediend. Niet allemaal voldeden ze aan de ‘toegangspoortcriteria’. De nu afgevallen voorstellen kunnen na aanpassing bij de volgende ronde opnieuw worden ingediend.
De projecten liggen nu bij de beoordelingsadviescommissie. Het geld wordt pas verdeeld na een positief advies van de commissie. Vervolgens neemt het kabinet een definitief besluit. “Dit besluit verwacht het kabinet in het tweede kwartaal van 2021 te nemen”, schreven Wiebes en Hoekstra. Door de val van kabinet Rutte III is het nog maar de vraag wanneer dat nu zal zijn.