De Nederlandse infrastructuur kampt al jaren met achterstallig onderhoud. Rijkswaterstaat komt nu al miljarden tekort voor onderhoud en vernieuwing en heeft de komende jaren tientallen miljarden extra nodig. Intussen dalen de inkomsten van de brandstofaccijns. Een volgende coalitie moet ingrijpen, waarschuwt ABN AMRO. Tolheffing is volgens de bank een mogelijke oplossing voor het geldtekort. Niet alleen automobilisten maar ook schippers gaan waarschijnlijk vaker naar gebruik betalen, voorspelt de bank.
In een op dinsdag 2 september gepubliceerde analyse gaat de bank in op de verkiezingsprogramma’s van partijen voor 29 oktober. GroenLinks-PvdA, CDA, VVD en D66 zijn alle vier voor een hervorming van de autobelastingen, bijvoorbeeld door de introductie van een kilometerheffing of spitsheffing, eventueel op specifieke wegen.
“Een ander voordeel van tol (of sluisgeld voor de binnenvaart) is dat de overheid eenvoudiger institutioneel kapitaal zou kunnen aantrekken voor de financiering van grote infrastructurele projecten, zonder dat de staatsschuld snel oploopt.” Banken, pensioenfondsen, verzekeraars en bouwbedrijven zouden dan de investeringen doen en in ruil daarvoor jarenlang tol- en sluisgeldopbrengsten ontvangen.
10,6 miljard euro extra nodig voor vaarwegen
De inkomsten uit de brandstofaccijns staan onder druk, terwijl de overheid veel meer geld nodig heeft voor exploitatie, onderhoud en vernieuwing van wegen, sluizen en bruggen. Volgens ABN AMRO is door achterstallig onderhoud de Nederlandse infrastructuur verslechterd. “Als de overheid niet ingrijpt, nemen vertragingen verder toe, wat leidt tot hogere kosten voor ondernemers en een verdere verslechtering van het Nederlandse vestigingsklimaat.”
Het budget voor belangrijke Nederlandse (vaar)wegen en het spoor is al jaren ontoereikend, aldus ABN AMRO. Veel van de zogenoemde kunstwerken zoals bruggen en sluizen zijn 60 tot 70 jaar oud en toe aan groot onderhoud of vernieuwing. Rijkswaterstaat komt tot 2038 circa 35 miljard euro tekort. Voor alleen de vaarwegen is al 10,6 miljard euro extra nodig, bovenop de al voorziene 10,3 miljard.
Te lang wachten voor sluizen
Het achterstallige onderhoud heeft grote gevolgen voor onder andere de Nederlandse transportsector, stellen de onderzoekers van ABN AMRO. “Zo moeten binnenvaartschippers langer wachten bij de Volkeraksluizen bij Willemstad. Deze sluizen, waarvan de meeste zijn aangelegd tussen 1957 en 1967 als onderdeel van de Deltawerken, zijn het grootste en drukst bevaren sluizencomplex voor de binnenvaart van Europa. Jaarlijks passeren circa 150.000 vrachtschepen de Volkeraksluizen. Normaliter zijn de sluizen dag en nacht in gebruik, maar sinds deze zomer zijn de sluizen tussen 22.00 en 6.00 uur gestremd. Ook is de Jachtensluis door slijtage aan een sluisdeur maar beperkt inzetbaar, waardoor de vrachtvaart geen gebruik van de sluis kan maken.”
De norm voor passeertijden op de hoofdtransportassen wordt niet gehaald. In 2024 kon slechts 64 procent van de schepen binnen de normtijd schutten, ver onder de streefwaarde van 85 procent.
Slechter investeringsklimaat
Er is haast geboden, waarschuwt ABN AMRO. “In 2023 besloot toenmalig minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat maar liefst zeventien grote uitbreidings- en nieuwbouwprojecten te pauzeren, onder andere vanwege geldgebrek. Het budget is echter aangewend voor achterstallig onderhoud. Daardoor bleven bijvoorbeeld uitbreidingen van de Volkerak- en Kreekraksluizen achterwege. Door uitstel van deze investeringen neemt de vertraging verder toe, zowel op vaarwegen als op snelwegen.”
De minister wilde de projecten alsnog doorzetten als er meer budget zou zijn. In de tussentijd zijn de bouwkosten echter fors gestegen, onder andere door hogere materiaalprijzen en lonen. Het financiële tekort is daardoor verder toegenomen.
“De toenemende vertraging vormt een risico voor ons investeringsklimaat”, stelt ABN AMRO. “Zo zakte Nederland op de IMD World Competitiveness Ranking van nummer 4 in 2021 naar nummer 10 in 2025. Wat betreft de basale infrastructuur bungelt Nederland op plaats 19. De Logistieke Alliantie, een samenwerkingsverband van onder andere brancheorganisaties, meldde in 2022 op basis van onderzoek door Panteia dat vertraging de transportsector jaarlijks 1,7 miljard euro kost. Deze schade loopt vermoedelijk verder op.”
Vrachtwagenheffing
“De kosten exploderen dus, en intussen staan de inkomsten uit brandstofaccijnzen onder druk. Deels komt dat doordat het kabinet in 2022 de brandstofaccijns verlaagde vanwege de energiecrisis na de Russische invasie in Oekraïne, maar dat is niet de enige oorzaak. Door de opkomst van zuiniger motoren en elektrische voertuigen is het verbruik van fossiele brandstoffen in het wegverkeer aan het dalen.”
Rekeningrijden wordt gezien als potentieel alternatief voor de financiering. Voor het wegvervoer gaat op 1 juli 2026 de Vrachtwagenheffing in. Daarbij moet per gereden kilometer (op hoofdwegen) worden afgerekend. Afhankelijk van het gewicht en de uitstoot van het voertuig gelden verschillende tarieven.