De laatste handeling voor de oplevering was het plaatsen van de 28 meter lange bunkergiek van de tanker Zeeland. De tanker, die gedoopt is in Vlissingen, is het eerste schip van eigenaar Nico Stroo. Als je iets doet, moet je het goed doen, zal hij gedacht hebben, want de Zeeland is een 3925 ton metende gasolietanker van 135 x 11,45 meter.
Voorlopig heeft de schipper zijn tanker verhuurd aan BTF, maar zijn grote wens is toch wel een contract voor langdurige bunkering. Hij heeft het schip turnkey gekocht bij Martin de Groot van De Groot Scheepstechniek uit Dordrecht. Een goede keus, want naast afbouwer is dit bedrijf ook fabrikant of leverancier van tal van producten die aan boord zijn geïnstalleerd, waardoor de lijnen erg kort zijn. Een deel, zoals het leidingwerk, werd geïnstalleerd door De Groot Scheepsbouw & Reparaties in Moerdijk.
DGSC-systeem
Spraakmakend aan boord is het in eigen bedrijf door Jeroen Nobel ontwikkelde DGSC (De Groot Ship Control) 2-draadssysteem. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van pc’s, maar van panelen die zich ruimschoots bewezen hebben in de industrie. “De panelen hebben hun waarde bewezen in allerlei soorten omgevingen. We zijn anderhalf jaar geleden gestart met het DGSC-systeem en de Zeeland is al het zesde schip waarop het systeem geïnstalleerd is. De eigenaren van de eerste vijf schepen zijn bijzonder tevreden en we zijn nog niet aan boord geweest voor een reparatie”, aldus een trotse elektro-engineer Jeroen Nobel.
De tanker werd gedoopt in Vlissingen.
“Overigens zou dat geen probleem zijn, want alle componenten zijn overal verkrijgbaar en zo nodig gemakkelijk verkrijgbaar. Alles wat met software te maken heeft, is op afstand servicebaar, terwijl we bij het elektrisch-mechanische deel op afstand kunnen zien wat het probleem is.”
Hij vervolgt: “Omdat we zelf de engineering doen zijn de lijnen met de klant zeer kort en zijn we bijzonder flexibel. Bepaalde systemen, zoals koproeren, ballastsysteem en boegschroeven, kunnen zonder problemen later bijgebouwd worden en zijn volledig integreerbaar in ons systeem. Uiteraard hebben schippers volledige inspraak, waarbij met het DGSC-systeem werkelijk alles mogelijk is.”
Turkije
Op dit moment worden bij De Groot ook de tankers Charlois, Necton en het koppelverband Rasta afgebouwd. Ook deze nieuwbouwschepen zullen worden voorzien van het innovatieve DGSC-systeem. Om deze drie schepen op te leveren moeten er in totaal 28.000 manuren gemaakt worden.
Het in samenwerking met Gebr. De Jonge ontworpen casco is afkomstig uit Turkije en is daar onder regie van De Groot afgebouwd. Het middenschip heeft een soort honingraat, waardoor de Zeeland een lichtgewicht en snel schip is geworden.
De Groot gaat zich naast binnenvaart ook richten op de zeevaart. Op dit moment wordt in Turkije het casco van een 3000 tons kruiplijncoaster gebouwd, dat later dit jaar in Dordrecht wordt verwacht voor de complete afbouw.
Doorgewinterde tankerman
Het DGSC-systeem is niet het enige product dat bij De Groot Scheepstechniek is ontwikkeld en gefabriceerd dat aan boord van de Zeeland is geïnstalleerd. Directeur Martin de Groot: “De diesel-elektrisch aangedreven boegschroef van 1,30 meter met een kanalensysteem is van het merk Van Ballegooy, een onderdeel van De Groot Scheepstechniek.”
“Naast de bunkergiek hebben we ook onze hydraulisch uitschuifbare autokraan – 18 meter met een maximaal hijsvermogen van 2.400 kilo – geïnstalleerd, een proportionele in samenwerking met PTS ontwikkelde kraan die ik de Rolls Royce onder de autokranen durf te noemen.”
Ook de twee Cummins QSK 38 hoofdmotoren van 1400 pk elk zijn door De Groot geleverd, evenals de generatoren. De Zeeland beschikt over twaalf tanks met een totale inhoud van ruim 4.500 kuub. Martin de Groot zegt tot besluit: “Je merkt aan alles dat eigenaar Nico Stroo een doorgewinterde tankerman is. We hebben het laatste deel van de afbouw kunnen constateren dat hij over een enorm goed en enthousiast team met ervaring beschikt. Ik hoop echt voor hem dat hij een langdurig contract voor bunkering in de wacht kan slepen, want daar ligt toch echt zijn hart.”
(Jan Hoek)