Ook op de Gentle Leader, een uit Japan afkomstig schip dat gisteren Zeebrugge aandeed, is geen verhoogde radioactiviteit gevonden. Niet op het vaartuig en ook niet in de lading. De meting van de lading en het vaartuige tijdens de beloodsing op zee. Twee eerdere schepen uit Japan waren ook ‘schoon’.
Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) deed metingen op het drogeladingschip dat onder de vlag van Baham vaart, omdat de kans bestond dat het schip besmet was geraakt door de nucleaire ramp in Japan. De Gentle Leader was op 14 maart uit de haven van Tomakomai vertrokken. Het schip arrvieerde gisteren in Zeebrugge en voer daarna door naar Antwerpen. Het FANC stelt dat er geen risico is voor de bemanning of voor de personen die in dokken, de laad- en transitzones, de douane of het verkeer werken. Dat geldt ook voor degenen die het natransport doen.
Steekproeven
Omdat niet duidelijk is hoe de situatie in Japan verder zal evolueren, zetten de havenbesturen en het FANC hun samenwerking door. Het FANC zal de komende tijd steekproeven uitvoeren bij schepen uit Japan. Er zijn echter geen plannen voor systematische en volledige controles, zoals gebeurde op de drie schepen die de voorbije week Vlaamse havens aandeden. Voor containers, voertuigen en colli die de komende tijd aankomen vanuit de prefecturen Miyagi, Fukushima, Ibaraki en Tochigi, beveelt het FANC aan de invoerders aan systematische metingen uit te voeren; vanuit de overige prefecturen volstaan steekproefsgewijze (5 à 10 procent) metingen.
Veilige doses
Het stof dat zich eventueel op goederen of op het schip zou kunnen vastzetten, heeft geen waarden aangetoond die zouden kunnen duiden op een verhoging van de radioactiviteit. Specifieke metingen werden genomen op eventuele aanwezigheid van radioactief jodium (I-131) en cesium (Cs-137) op de lading en op het schip zelf. De aangetroffen waarden bevinden zich ruim onder de grens waar er eventueel een risico voor de volksgezondheid en het milieu zou kunnen optreden. Omgerekend naar eventuele blootstelling is dat ruim onder de doses waaraan mensen in België via natuurlijke radioactiviteit worden blootgesteld.
De haven Tomakomai, van waaruit het schip vertrokken is, bevindt zich ten noorden van de kerncentrale van Fukushima. Het schip is van daar in zuidelijke richting vertrokken en heeft vervolgens aangemeerd in Yokohama en nog enkele andere Japanse havens.
De reistijd van een schip van Japan naar België bedraagt ongeveer dertig dagen. Mogelijke radioactiviteit neemt tijdens dat traject altijd af. Zo heeft het I-131 een ‘halfwaarde-tijd’ van acht dagen. Dit wil zeggen dat het eventuele radioactiviteitniveau bijna compleet verdwijnt na achtig dagen.