- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwsTon Quist over 'de invloed van de ambtenarij op de maatschappij'

Ton Quist over ‘de invloed van de ambtenarij op de maatschappij’

- Advertentie -

Delen

Geen enkele, verantwoordelijke ambtenaar/instantie kan in het ontgassingsdossier nog beweren dat de voorbereidingstijd tekort was, stelt Ton Quist in zijn jongste opinieartikel.

De maand juli staat vrijwel altijd qua nieuws symbool voor het begin van de komkommertijd. Dit jaar wordt deze trend door de val van het kabinet Rutte IV ruw verbroken. De gevolgen van het vertrek van onze premier na dertien jaar met in zijn kielzog de nodige partijleiders en demissionaire bewindslieden beheerst dagelijks het nieuws.

Hierdoor worden andere nieuwsonderwerpen soms naar de achtergrond verdrongen. Een voorbeeld van een dergelijk niet onbelangrijk thema is de aanwezigheid van PFAS in de leefomgeving van steeds meer burgers: PFAS in de groenten uit het eigen moestuintje, PFAS in het zwemwater, PFAS in de vis uit de Westerschelde en zelfs PFAS in ons drinkwater.

Overal PFAS! Zelfs op plaatsen waar men het niet verwacht… (zoals een sloot in Leidschenveen: duizenden keren boven de grenswaarde )! Een waar horrorscenario.
PFAS zijn zeer schadelijk voor het milieu en de volksgezondheid. De stoffen kwamen/komen vooral door toedoen van Chemours in Dordrecht en 3M in Antwerpen in onze leefomgeving terecht. Dit zijn helaas niet de enige ondernemingen die ons milieu ernstig belasten en de volksgezondheid in gevaar brengen. Een andere grote, zeer bekende speler op dit vlak is Tata Steel in Velsen. Er bestaat echter ook nog een grote, bij het publiek nagenoeg geheel onbekende, zeer vervuilende speler: de binnentankvaart.

Een wezenlijk verschil tussen Tata Steel en Chemours enerzijds en de ontgassende tankers anderzijds bestaat uit het feit dat bij de twee multinationals de gevaarlijke en schadelijke stoffen grotendeels onder dekking van een vergunning in onze leefomgeving terechtkomen, terwijl de uitstoot van zeer schadelijk en milieugevaarlijke dampen door tankschepen zonder enige vergunning hetzij officiële toestemming ongehinderd geschiedt!

Dit impliceert dat de verantwoordelijke, geheel toerekeningsvatbare, leidinggevende ambtenaren bij de omgevingsdiensten en de betreffende provincies alsmede gemeenten (alle drie door mij verder aangeduid als ‘de ambtenarij) aan Tata en Chemours weloverwogen direct dan wel indirect vergunningen/toestemming hebben verleend om gewisse stoffen in de leefomgeving van de burger te brengen die de gezondheid en het leefmilieu zeer ernstig kunnen schaden. Correct?

Blijkbaar bestond er bij het verlenen van de bewuste vergunningen aan Chemours en Tata geen ‘wrijving tussen de vergunningstechnische en de ambtelijke kant’ , maar wel wanneer het ging/gaat om het afgeven van vergunningen aan ondernemingen die met hun gesloten ontgassingsinstallaties willen voorkomen dat de tankvaart nog meer zeer schadelijke dampen naar de vrije atmosfeer blijft uitstoten.

Reeds in 2018 concludeerde professor Geerlings van de Erasmus Universiteit dat er ten gevolge van wrijving tussen de vergunningstechnische en de ambtelijke kant’ te weinig ontgassingsinstallaties waren en in die status quo is helaas nog geen enkele verandering waarneembaar. Simpel gesteld betekent dit in de praktijk dat een onderneming die het milieu zal belasten en de volksgezondheid zal schaden, van de ambtenarij een vergunning krijgt en een bedrijf dat dit wil voorkomen, niet. Wie kan deze kronkel nog uitleggen? U? Ik niet.

Het verbaasde mij dan ook dat ik op 5 juli tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer wel twee afgevaardigden van Chemours zag zitten, maar geen enkele verantwoordelijke instantie/ambtenaar. Als commissielid had ik zo’n ambtenaar bijvoorbeeld zonder enige twijfel de vraag gesteld of hij/zij ooit heeft kunnen garanderen dat er geen risico’s voor het milieu en de volksgezondheid bestaan ten gevolge van de door hem/haar afgegeven vergunning? Of hij/zij precies kan vertellen wat op de langere termijn de gevolgen van het lozen/uitstoten zijn van de in de vergunningen vermelde stoffen voor de mens en zijn leefomgeving?

Tot op heden worden zowel inzake Tata Steel als in het dossier Chemours vrijwel alle pijlen gericht op de (oud-)verantwoordelijken binnen deze twee ondernemingen. Naar mijn mening zeer terecht stelt Peter Donk echter op 2 juli in zijn column in de online krant Sliedrecht24.nl dat er ook zeer zeker vraagtekens zouden moeten worden geplaatst bij het handelen door de gemeente Dordrecht, de provincie Zuid-Holland en de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid/DCMR. Hoe handelden zij? Wat voor rol speelde de ambtenarij?

Waren het uiteindelijk niet de ambtenaren die de vergunningen aan Tata Steel en Chemours verleenden? De handtekening van Jesse Klaver, Kees van der Staaij, of Geert Wilders staat er in ieder geval niet onder. Speelt ‘de ambtenarij’ dan daadwerkelijk zo’n grote rol in onze maatschappij dat haar handelen desastreuze gevolgen kan hebben? In mijn optiek wel. Een voorbeeld is de Toeslagenaffaire. De politiek besliste in 2005 (Toeslagenwet) en in 2012 (Fraudewet) vrijwel unaniem dat er een serieuzere controle op allerlei toeslagen moest komen. De Raad van State waarschuwde onmiddellijk uitermate voorzichtig te zijn.

Topambtenaren binnen het ministerie van Financiën en de Belastingdienst waren dus gewaarschuwd en moeten op voorhand hebben geweten, als ze voldoende capabel waren, wat de gevolgen van de aangescherpte controle zouden kunnen zijn. Ze hadden naar mijn mening,gezien de maatschappelijke impact desnoods publiekelijk, de politiek en de burgerijhiervoormoetenwaarschuwen.

Hebt U een topambtenaar gehoord? Ik niet. Had de ambtenarij niet het lef zich te roeren (kritische ambtenaren bij de Belastingdienst konden vertrekken dan wel werden op een zijspoor gezet, zoals mevrouw Palmen). Of interesseert het deze de maatschappij dienende beambten misschien werkelijk niet wat de eventuele consequenties van een maatregel voor de burger kunnen zijn?

Evenzo een voorbeeld van een negatieve invloed door de ambtenarij op een proces: Op 12 juli was Daan Prevoo te gast in het programma Op 1. Hij is de burgemeester van Valkenburg en beklaagde zich er wederom publiekelijk over dat twee jaar na de catastrofale overstromingen in Limburg veel slachtoffers nog immer niet schadeloos zijn gesteld, hoewel de politiek dit wel had toegezegd (gelijkenis met Groningen). Dit was volgens hem niet zozeer het gevolg van politieke onwil, maar van slechte, ambtelijke communicatie en regeltjes. Regels die blindelings worden gevolgd, zoals bij de Toeslagenaffaire, en die klaarblijkelijk stagnerend werken. Hebben de personen verantwoordelijk voor de uitvoering dan helemaal geen enkel empathisch vermogen? Ziet de ambtenarij niet in dat zij er voor de burger moet zijn en dat de burger er niet voor haar is?

Is het al niet decennia bekend wat de gevolgen voor mens, dier en milieu zijn wanneer enorme hoeveelheden PFAS (onder andere GenX en PFOA), kwik, lood, fijnstof en allerlei overige chemische verbindingen in het milieu terechtkomen? Weet iedereen dit, zelfs het RIVM, behalve de voor de afgifte van vergunningen verantwoordelijke instanties? Ondanks deze wetenschap ontvangen ondernemingen die deze stoffen willen lozen/uitstoten van de ambtenarij in kwestie zonder enige moeite een vergunning.

Legt de Commissie Van Aartsen de vinger op de zere plek als zij stelt dat specifiek een omgevingsdienst minimaal over dezelfde deskundigheid inzake gevaarlijke stoffen zou moeten beschikken als de onderneming die deze stoffen voortbrengt? (Chemours/Dupont wist namelijk al tientallen jaren wat de effecten zouden zijn.) Schoot de ILT in 2020 midden in de roos toen zij schatte dat alleen al de maatschappelijke schade ten gevolge van onjuiste vergunningverlening minimaal 220 miljoen euro per jaar bedraagt?

Schade, mede veroorzaakt door dubieus, ambtelijk handelen.

Leidinggevende ambtenaren zouden toch ook op de hoogte moeten zijn van het feit dat het jaarlijks door ontgassende tankers in de vrije atmosfeer brengen van minimaal 13 miljoen m3 dampen afkomstig van milieugevaarlijke stoffen (met vaak een CMR-classificatie, dus onder andere kankerverwekkend) niet bevorderlijk voor het milieu en de volksgezondheid kan zijn? Dat het voor mens en milieu beter is als deze dampen in gesloten installaties worden verwerkt? Dat een uitstoot van 5 procent aan dampen boven een uitstoot van 100 procent is te prefereren?

Waarom geeft de ambtenarij dan geen vergunningen af aan bedrijven die gesloten ontgassinginstallaties willen gaan exploiteren? Waarom worden er niet volop locaties voor deze mobiele ontgassingsinstallaties aangewezen? Waarom sluit een gemeente als Rotterdam niet de Geulhaven, de enige locatie in Nederland, nota bene gelegen binnen een zeer dichtbevolkte agglomeratie met grofweg 1 miljoen inwoners, waar stilliggend ontgassen naar de vrije atmosfeer nog steeds is toegestaan? Waar is de provincie Zuid-Holland in dezen?

Geldt ook hier een conclusie uit het rapport van Van Aartsen dat een omgevingsdienst (zoals  DCMR) op te weinig afstand van het bevoegd gezag staat? Stelt het rapport Om de Leefomgeving helaas terecht vast dat ‘regie door het Rijk ontbreekt’ en dat het daarom, in mijn visie, zo’n zooitje is? Een puinhoop waarvan de burger en het milieu ongewild en geheel onnodig het slachtoffer zijn.

De voor veel stagnatie verantwoordelijke ambtenarij zal zich verdedigen met het feit dat bestaande regelgeving hen ‘helaas’ verhindert te handelen (ook bij Chemours gaat men met gebruikmaking van dit argument in de verdediging, aldus een artikel in het AD van 13 juli). “Men zou het zo graag anders zien, maar dat gaat niet zo gemakkelijk…”

Is dit niet een drogreden? Is het niet zo dat er altijd een weg is waar een wil is? Ben je als instantie eerder totaal niet op je taak berekend, als er al in 2018 over de ontgassingsinstallaties ‘wrijving tussen de vergunningstechnische en de ambtelijke kant’ wetenschappelijk wordt geconstateerd en je dit probleem in 2023 nog altijd niet hebt weten op te lossen? Of interesseert het geen enkele verantwoordelijke instantie/raad/Staten iets wanneer zoveel milieugevaarlijke en voor de volksgezondheid mogelijk zeer schadelijke dampen in de vrije atmosfeer terechtkomen (omdat zij toch nooit ter verantwoording zullen worden geroepen; hooguit moet een minister, of zelfs een heel kabinet het veld ruimen, maar zij blijven zitten. De Toeslagenaffaire kostte per saldo alleen politici de kop) Een kwestie van mentaliteit?

Onlangs heeft minister Harbers besloten dat veel stoffen per 1 juli 2024 niet meer naar de vrije atmosfeer mogen worden uitgestoten.Dit wettelijke verbod vereist met spoed een netwerk van gesloten ontgassingsinstallaties, maar het tegenovergestelde is de realiteit. Er komt weinig tot niets van de grond (het grootste verwijt van de bevolking aan het adres van Mark Rutte, alleen is het naar mijn mening nu niet alleen aan de politiek, waardoor er niets gebeurt), terwijl ons land wel de wettelijke verplichting (CDNI) is aangegaan voor een netwerk zorg te dragen.

Het zou mij absoluut niet verbazen wanneer Nederland op 1 juli 2024 een nationaal/Europees ontgassingsverbod kent, maar geen netwerk met gesloten ontgassinginstallaties heeft. Gevolg: we blijven na 1 juli 2024 gewoon allerlei milieugevaarlijke dampen, waaronder kankerverwekkende, de lucht in blazen? (En de handhavers zullen dit gedogen, daar de Europese economie anders geheel tot stilstand komt.)

‘Quist’ raaskalt niet, mocht iemand dit denken, als hij dit doemscenario voor zich ziet. In een brief van 14 juni 2023, voor velen een geheel onbekend schrijven, stelt de Europese Commissie dat de aanleg van een infrastructuur met gesloten ontgassingsinstallaties qua ’priority and urgency very good is’. Op pagina 3 in de brief moet de Commissie helaas constateren dat ‘the project does not demonstrate a high procedural maturity. While some procedural steps are taken, many authorisations are still missing. This is considered as a shortcoming. Oorzaak: de door professor Geerlings in 2018 reeds haarfijn benoemde wrijving tussen de vergunningstechnische en de ambtelijke kant!

Gevolg: de door de minister aangevraagde EU-subsidies voor gesloten ontgassingsinstallaties zijn vooralsnog geweigerd…! Heeft de heer Van Aartsen weer gelijk wanneer zijn commissie stelt dat onder andere de omgevingsdiensten door gebrek aan kennis en informatie niet zijn uitgerust toekomstige vraagstukken robuust aan te pakken? Sloeg professor Geerlings jaren geleden al de spijker op zijn kop, toen hij stelde dat bij velen de sense of urgency’ ontbreekt? (In dit geval bij gemeenten, provincies en omgevingsdiensten.)

De brief gaat verder. Op bladzijde 6 is het volgende fragment te lezen: ‘Environmental permits to degas still have to be obtained in the majority of the project sites and possible delays in obtaining these permits is a potential risk for a timely completion of the project’. Naar de praktijk vertaald waarschuwt de Commissie voor het gevaar dat Nederland niet tijdig over de benodigde infrastructuur van gesloten ontgassingsinstallaties voor 1 juli 2024 zal beschikken, omdat de noodzakelijke (milieu)vergunningen alsmaar niet worden verstrekt.

En wie moeten deze vergunningen afgeven? Niet de minister (deze speelt volgens Van Aartsen in het VHT-stelsel een rol van weinig betekenis). Nee beste lezer, dat is een taak van de provincies, de gemeenten en de omgevingsdiensten (de provincies en gemeenten zijn de opdrachtgevers van de omgevingsdiensten)! Dezelfde instanties die u ook al in de schokkende dossiers Tata en Chemours tegenkwam… Frappant, niet?

Het bedrijfsleven heeft inmiddels al tientallen miljoenen in allerlei systemen voor het gesloten ontgassen van tankers geïnvesteerd, maar kan deze investeringen door het uitblijven van vergunningen niet terugverdienen. Ook kunnen deze ondernemingen hun ontwikkelde procestechnieken in de praktijk niet testen en daardoor niet verbeteren (politicus Remco Dijkstra heeft met schriftelijke vragen al in 2019 hier meermaals op gewezen en helaas zonder echt resultaat verzocht de regels soepel toe te passen). De ambtenarij gaf niet thuis! Verscheidene ondernemers overwegen nu er de brui aan te geven. Gevolg: onvoldoende gesloten ontgassingsinstallaties per 1 juli 2024. En wat gaat Nederland dan doen?

Sommige provincies, gemeenten en omgevingsdiensten hebben naar mijn idee niet een klein beetje boter op hun hoofd, maar kilo’s wanneer het gaat om het beschermen van de volksgezondheid en het milieu. Dit gebeurt daar slechts vooral op papier en met de mond voor de bühne. De onvoorstelbare uitstoot door Tata Steel werd door hen pas enigszins serieus aangepakt, nadat de media hieraan zeer veel aandacht schonken en mr. Ficq het voor de gedupeerde burgers opnam (zoals zij dit ook met verve doet richting Chemours voor de PFAS-slachtoffers). Zowel de media als mr. Ficq verdienen alleen al daarom alle respect; zij controleren tenminste nog de ambtenarij, houden het noodzakelijke toezicht (zoals ook in het geval van de onfrisse praktijken bij het UVW en DUO).

De eerste rapporten over een verhoogd PFAS-gehalte in de Westerschelde verdwenen al in 2015 geruisloos in een Zeeuwse, ambtelijke lade (bij het Hoogheemraadschap Delfgauw stopten ambtenaren zeer verontrustende PFAS- metingen in Leidschenveen twee jaar lang in hun bureautjes). De inwoners van vooral woonwijk De Staart in Dordrecht en de burgers in Sliedrecht werden niet gehoord, zelfs niet nadat bekend was geworden dat wetenschappers PFAS in moedermelk hadden aangetroffen en bij een inwoner dusdanig hoge PFAS-waarden hadden vastgesteld die nog nooit eerder bij een mens waren gemeten! De verantwoordelijke vergunningverleners reageerden pas toen de media zich met het schandaal gingen bemoeien.

Ook de ontgassingsproblematiek werd uiteindelijk met behulp van de media op de kaart gezet, wat leidde tot een gedeeltelijk, nationaal ontgassingsverbod per 1 juli 2024. Dit resultaat dreigt nu alsnog door ‘wrijving tussen de vergunningstechnische en de ambtelijke kant’ teniet te worden gedaan. Hopelijk moeten de media er niet weer aan te pas komen om te voorkomen dat tankers na 1 juli bij gebrek aan installaties hun gevaarlijke ‘troep’ naar de vrije atmosfeer moeten blijven uitstoten en de minister in zijn hemd staat.

De omgevingsdiensten hebben als ‘klinkende’ lijfspreuk dat zij willen bijdragen aan de kwaliteit van een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving voor ons allemaal’. ‘Willen’ zij dit echt? Welnu, dit doel zullen zij nooit bereiken wanneer zij bedrijven als Tata Steel en Chemours rijkelijk van vergunningen voorzien en tegelijkertijd ‘vanwege de regeltjes’ halsstarrig blijven weigeren aan nieuwe ontgassingsinstallaties en aan terminals die reeds over een dampverwerkingsinstallatie beschikken (zoals twee terminals in Amsterdam) een vergunning te verlenen om schepen gesloten te ontgassen.

Volgens de website van het Interprovinciaal Overleg ‘werken de provincies aan een gezonde leefomgeving’. De Vereniging Nederlandse Gemeenten zegt op haar site zich eveneens in te zetten om de kwaliteit van de leefomgeving te behouden’. Indien ‘een gezonde leefomgeving’ niet bestaat uit zwart fijnstof op vensterbanken en speeltoestellen, niet uit zwemwater met 331 keer teveel PFOA alsmede het advies geen vis uit de Westerschelde en geen groente uit het moestuintje te eten, zijn de betreffende instanties dan niet mijlenver van hun doelstelling verwijderd? Wanneer ‘kwaliteit’ niet betekent een vrije atmosfeer, waarin de tankvaart jaarlijks minimaal 13 miljoen m3 CMR-stoffen uitstoot, hebben de genoemde instanties dan geen bergen te verzetten, voordat zij enigszins aan hun eigen slogans voldoen?

Tot slot zou ik eenieder willen vragen of voor het ontgassingsdossier de tijd van nieuwe studies, nog meer werkgroepen, het door de ambtenarij op de automatische piloot uitvoeren van verlammende regeltjes en het oeverloos discussiëren toch niet echt voorbij is? Voor u het weet, is het 1 juli 2024….en moet Nederland aan de (Europese) wet voldoen! Er rest nog minder dan een jaar…

Sorry, maar geen enkele, verantwoordelijke ambtenaar/instantie kan in dit dossier nog beweren dat de voorbereidingstijd tekort was. (Al in 2017 werd het Scheepsafvalstoffenverdrag aangaande de behandeling van ‘gasvormige restanten’ gewijzigd en wisten verantwoordelijke ambtenaren 100 procent zeker dat er gesloten ontgassingsinstallaties moesten komen. Met inbegrip van de voorbereidingstijd voor deze wijziging in het verdrag is het aannemelijk dat de ambtenarij al jaren daarvoor op de hoogte moet zijn geweest!)

Het vertrek van Gebke van Gaal als zeer strijdbare gedeputeerde en de val van het kabinet zullen aan de deadline van 1 juli 2024 niets veranderen. Leuker kan ik het niet maken, wel duidelijker!

Ton Quist,
Amsterdam

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -