- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuws‘Nog steeds een prachtige sector’

‘Nog steeds een prachtige sector’

- Advertentie -

Delen

 

Het vertrek van Kees de Vries bij Koninklijke Schuttevaer kwam voor velen niet als een verrassing. Toen het gebeurde, was het voor hem toch ‘te vroeg’ om te reageren. Drie weken later is hij bereid zijn verhaal te doen.

Het bestuur van Koninklijke Schuttevaer en Kees de Vries zijn er na bemiddeling door hun raadsmannen uit gekomen. ‘Een nette oplossing’, zegt Kees de Vries. ‘Dat zeg ik gemeend en volmondig.’ Hij herhaalt de woorden van Schuttevaer-voorzitter Erik Schultz, dat de vereniging besloten heeft tot een koerswijziging. ‘Ik zou het anders hebben gedaan, maar de club is niet van mij. Als de leden zeggen dat we linksom moeten dan ga ik niet naar rechts. Niet dat ik er blij mee ben hoe het is gegaan.’

Professionalisering

Ruim 25 jaar geleden werd Kees de Vries door toenmalig voorzitter Klaas van Dorsten van de Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer bij ‘de club’ gehaald om een professionaliseringsslag te realiseren. Kees had bij de ONS in zijn samenwerking met Jan de Vries (geen familie) jarenlang ervaring opgedaan en was in 1989 als zelfstandige actief. Vijf jaar later trad hij in dienst als directeur, een functie die hij in feite al vijf jaar vervulde toen. Zo was hij de eerste directeur van de KSV en zoals het er nu naar uitziet, waarschijnlijk ook de laatste. ‘De formule heeft 25 jaar lang gewerkt, heel goed gewerkt zelfs. Misschien is het dan tijd om iets anders te proberen. Ik stond daar ook wel voor open, maar dan moet je wel met heel goede argumenten komen.’

Hij laat open of hij die heeft gehoord. ‘De leden kozen ervoor om op te gaan in BLN. Ik vond dat eigenlijk niet verstandig nu, in elk geval te vroeg. Het argument dat er één grote, sterke organisatie namens de binnenvaart als eenheid optreedt, is goed. Daar heb ik ook altijd ja tegen gezegd: één club van alle clubs in de binnenvaart. De oorspronkelijke opzet was om CBRB, Schuttevaer en BBU samen te voegen. Dat zou een geweldige meerwaarde hebben betekend. Nu zijn er toch weer twee blokken, die heftig concurreren met elkaar: CBRB en BLN-Koninklijke Schuttevaer. Schuttevaer had een neutrale positie tussen de sociaaleconomische organisaties, functioneerde als postillon d’amour – en dat lukte meestal en dat had meerwaarde. Om er een echte eenheid van te maken, is niet gelukt en dat irriteerde me. Het is opnieuw een Utopie gebleken.’

Kees de Vries was in 1996 nauw betrokken bij de dappere poging om de toenmalige organisaties te verenigen in de federatie Binnenvaart Nederland. Dat ging mis. ‘Er was niet voldoende budget, samenhang en vertrouwen. We zagen ook dat binnen zo’n organisatie alles erg grijs werd met teveel compromissen. In dat opzicht is het juist aan te bevelen om meer dan één organisatie te hebben – dat houd je een beetje competitie, maar dit is te heftig.’ Dat laatste zegt hij met een milde ironie in zijn stem, zich duidelijk bewust van de tegenspraak met een eerdere bewering.

Hij heeft veel geleerd van wat er mis ging bij BN, maar kon dat niet aanwenden bij het recente proces van vorming van BLN. ‘BLN lijkt niet op BN. Ik ben door de gang van zaken niet gefrustreerd of depressief geraakt, maar het was wel heel zwaar.’

Balans

Hij omschrijft zich als ‘een gewone jongen’. ‘Ik ben onderaan begonnen, heb de kansen die me werden geboden door de sector benut en ben voor die kansen dankbaar. Ik heb me volledig ten dienste van de sector ingezet. Op die manier denk ik dat het mooi in balans is. Er zijn zeker zo’n 200 binnenvaartondernemers die me altijd volgden, een duw gaven als het nodig was en me stimuleerden. Aan hen heb ik me gespiegeld bij de formulering van mijn missie bij Schuttevaer. Zij waren de pioniers, die zagen dat de binnenvaart behoefte heeft aan reclame, promotie en lobby om een belangrijke speler in de markt te kunnen zijn. Een sector waar naar wordt geluisterd. De binnenvaart wordt niet belangrijker dan de zeehavens, het wegvervoer of de luchtvaart, maar er wordt wel naar geluisterd als het gaat om kwaliteit en capaciteit, om duurzaamheid, veiligheid en verantwoord vervoeren. Nee, ik heb niet het idee dat mijn missie af is – als dat al ooit mogelijk zou zijn. De crisis heeft veel roet in het eten gegooid. Er is mede daarom nog heel veel werk te doen. Maar we zijn er nog steeds, en de vloot is niet Chinees geworden, maar nog steeds Nederlands. Ik weet dat velen een zware schuld hebben, maar de backbone van de Nederlandse binnenvaart is er nog steeds. Dat is de positiviteit van de binnenvaart, blijf geloven in de mogelijkheden en de groei. Geen protestdemonstraties op het Malieveld, maar werken aan een nieuwe organisatie – dat is een revolutionaire verandering.’

Daar stokt het betoog even, want ook Kees de Vries weet dat het initiatief voor die nieuwe organisatie niet uit de sector kwam, maar via een Binnenvaartambassadeur van de minister. Hij wil daar niet op ingaan. ‘Ik geef het stokje over aan een nieuwe generatie, heb voldoende vertrouwen in de mensen die bij Schuttevaer werken. De wereld draait niet om mij; de collega’s gaan het vast anders doen. Nee, echt, ik voel geen rancune. Het hoofdstuk Schuttevaer is afgesloten, ik kijk vooruit naar een nieuwe periode.’

Kees de Vries in misschien wel zijn ‘finest hour’: als vertegenwoordiger van de volledige sector hield hij in 2004 een foutloos betoog over de relatie binnenvaart-Betuwelijn bij de Commissie Duivesteijn. Zijn missie om de binnenvaart op de kaart te zetten, was daar meer dan geslaagd. (archieffoto MGR)
Kees de Vries in misschien wel zijn ‘finest hour’: als vertegenwoordiger van de volledige sector hield hij in 2004 een foutloos betoog over de relatie binnenvaart-Betuwelijn bij de Commissie Duivesteijn. Zijn missie om de binnenvaart op de kaart te zetten, was daar meer dan geslaagd. (archieffoto MGR)

Satellieten

Helemaal los van de binnenvaart is Kees de Vries niet. Formeel is hij nu tijdelijk adviseur van Bureau Voorlichting Binnenvaart, Bureau Telematica Binnenvaart en Binnenvaart Netwerk Diensten, die hij omschrijft als ‘satelliet-organisaties’, waar hij tot voor kort de dagelijkse leiding had. ‘Die heb ik niet meer. Ik zie het wel als mijn opdracht om het relatienetwerk te onderhouden en zeker voor alle drie zoveel mogelijk opdrachten binnen te slepen, zodat de continuïteit wordt gewaarborgd. Hoe dit zich verder ontwikkelt, is aan de besturen.’ In het bestuur van de ‘satelliet-organisaties’ heeft ook het CBRB zitting. ‘Ik neem er een beetje afstand van – we zitten duidelijk in een overgangsfase, maar de satellieten laat ik liever niet los.’

Hij zit zelf ook in een overgangsfase. ‘Ik wil eerst rustig tot mezelf komen en dan wil ik gaan doen wat ik redelijk goed kan.’ Hij doelt op de lobby die hij in die 25 jaar namens de sector – en dan met name met betrekking tot de infrastructurele zaken – invulling gaf. ‘Dat kan ik natuurlijk voor iedereen doen. Ik vind mijn weg wel.’

Hij heeft nergens spijt van. ‘Ik vind het nog steeds een prachtige sector. Zand erover wat er is gebeurd; als we nog mooie dingen met elkaar willen doen, dan kan dat wat mij betreft. Zo niet, dan is het ook goed.’

 

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -