- Advertentie -
- Advertentie -
HomeRubriekGeen blad voor de mondNiets is onmogelijk, wanneer iemand iets vindt…

Niets is onmogelijk, wanneer iemand iets vindt…

- Advertentie -

Delen

In deze rubriek krijgen lezers de ruimte om hun mening te geven en hun gedachten te delen.

Ons land loopt inmiddels over van de personen en instanties die ergens iets van vinden, iets op hun manier interpreteren, of iets anders zien dan wel een andere visie hebben. Niet zelden gestoeld op vage motiveringen. De afgelopen weken hebt u in de media kunnen lezen dat onze overheid ook weer iets vindt. Het gaat in dit geval om de status van de in juli 2023 boven onze Waddeneilanden uitgebrande autocarrier Fremantle Highway.
De huidige eigenaar wil het schip ter reparatie naar China verkopen, maar onze overheid in de gedaante van de ILT vindt dat de autocarrier als “gevaarlijke afvalstof” moet worden gezien en “die mag niet naar landen buiten de Europese Unie worden vervoerd. Er geldt een uitzondering voor OESO-landen zoals Turkije”.

Het door de overheid beschouwen van iets als zijnde een ‘afvalstof’ komt mij zeer bekend voor. Diezelfde overheid vindt namelijk dat de dampen in de lege ladingtanks van tankers eveneens afval zijn, hoewel dezedampengeenwettelijkvoorgeschrevenEural-afvalcode hebben en het internationale CDNI-verdrag stelt dat dampen niet tot afval van de lading behoren.
Deze bijzondere zienswijze is er mede de oorzaak van dat er nog steeds geen vergunningen voor mobiele ontgassingsinstallaties zijn afgegeven, waardoor er per 1 juli vrijwel zeker een niet te bagatelliseren probleem in de tankvaart ontstaat, als niet meer alle dampen naar de vrije atmosfeer mogen worden uitgestoten en er te weinig gesloten ontgassingsinstallaties zijn.
De rechter heeft nu, volgens de site Rechtspraak.nl, in kort geding inzake de Fremantle Highway bepaald dat de bestuursrechter moet beoordelen of de autocarrier wel of geen afvalstof is. Hieruit blijkt onder andere dat in tegenstelling tot de juridische status van de dampen nergens duidelijk is te lezen dat een deels uitgebrand schip wel of geen afvalstof is. Ruimte voor de eigen visie?

In mijn artikel Dampen/gassen zijn afval? Deel II toonde ik aan dat een overtuigende, op wetgeving gebaseerde motivering waarom volgens de overheid dampen als afvalstof moeten worden gezien, ontbreekt. In de zaak rond de export van de autocarrier naar China kom ik in de media eveneens allerlei vage redenen tegen, waarom het schip als ‘afvalstof’ zou moeten worden gezien.
Zo schijnt, volgens een artikel op NU.nl, de ILT het feit dat “het schip niet meer zelfstandig kan varen” als argument aan te wenden dat de autocarrier als afvalstof moet worden gezien. Zijn daarmee alle schepen en auto’s, die (tijdelijk) niet meer zelfstandig kunnen varen/rijden, dan plotsklaps afval? Niets lijkt onmogelijk, wanneer iemand iets vindt.
Ook stelt de ILT in hetzelfde artikel dat de autocarrier voor het symbolische bedrag van 1 euro is verkocht en dat dat voldoende bewijs is dat “het schip voor de vorige eigenaren geen nut meer had”. Betekent allereerst de verkoop van iets voor een symbolisch bedrag voortaan dat er in dat geval afval wordt verkocht? Hoe ziet de inspectiedienst dan de verkoop van de voormalige gevangenis Blokhuispoort in Leeuwarden voor 1 euro door haar eigen werkgever? Heeft onze overheid toen afval verkocht, omdat de gevangenis voor de overheid geen nut meer had?
Kan het ten tweede misschien niet zo zijn dat iemand zich van iets ontdoet, omdat het voor hem/haar geen nut meer heeft, maar dat dit ‘iets’ voor een ander daarentegen heel nuttig kan zijn en om deze reden het hebben van enig nut niet per definitie kan bepalen, of iets afval is of niet, wanneer dit niet ergens in een wet/jurisprudentie nauwkeurig is beschreven?

De ILT beroept zich op Europese regels en het feit dat China geen OESO-land is. De OESO stelt dat “afval in geen geval schade mag toebrengen aan het milieu of de volksgezondheid”. De ILT vindt dit gezien zijn handelen blijkbaar ook.
Begrijpelijk. Is het dan desalniettemin niet uiterst merkwaardig dat onze overheid te allen tijde wil voorkomen dat de Fremantle Highway buiten Europa enige schade aan een milieu of een volksgezondheid toebrengt en tegelijkertijd in eigen land vaarkaartjes publiceert die tonen waar tankers ongelimiteerd en geheel ongehinderd gigantische hoeveelheden Zeer Zorgwekkende Afvalstoffen mogen uitstoten? Stoffen die zeer schadelijk voor het nationale milieu en de eigen volksgezondheid zijn?

Is het nog uit te leggen dat een inspectiedienst wél in actie komt wanneer het gaat om de export van mogelijk één enkel ‘gevaarlijk afvalstofje’ in de vorm van een deels uitgebrand schip, maar nog nooit serieus op de jaarlijkse uitstoot van minimaal 13 miljoen m3 ‘gevaarlijke afvalstoffen’ door tankers handhaafde? Is het controleren van een paar oud-ijzerboeren door de ILT en de KLPD op 4 april in Twente (bericht van Dagblad Tubantia) op het hebben van een NIWO-vergunning/VIHB-registratie, volgens agenten geheel terecht ‘noodzakelijk voor het transport van afvalstoffen’ (in dit geval schroot , nog geloofwaardig, terwijl er nog nooit één tanker op het hebben van deze vergunningen is gecontroleerd (vrijwel geen tanker beschikt over een dergelijke vergunning), wanneer deze tankschepen jaarlijks honderden miljoenen m3 gevaarlijke afvalstoffen in de vorm van dampen vervoeren en deze dampen in de visie van onze overheid afvalstoffen zijn?

Niet alleen onze overheid vindt iets en is daardoor nu en dan onnavolgbaar. Dit geldt evenzo voor ons parlement. Kunt u zich voorstellen dat er een motie wordt ingediend waarin staat dat Tata Steel en Chemours ongehinderd hun gang moeten kunnen gaan? Meer stikstof uitstoten, meer grafietregens en meer PFAS dus! Of een motie waaruit blijkt dat de Groningers in het aardbevingsgebied het maar moeten bekijken? Nog meer aardbevingen!
Met betrekking tot het in de vrije atmosfeer brengen van enorme hoeveelheden voor het milieu en de volksgezondheid schadelijke/gevaarlijke, Zeer Zorgwekkende Stoffen is dit gebeurd. Niets lijkt in ons land onmogelijk, wanneer iemand iets ‘vindt’.
Eind maart vond volksvertegenwoordiger Hidde Heutink van de PVV het volgens een publicatie in de Schuttevaer namelijk nodig een motie in te dienen waarin hij verzocht het zwaar bevochten, eindelijk per 1 juli deels van kracht wordende ontgassingsverbod uit te stellen…!
Daarmee zegt hij feitelijk tegen alle bemanningsleden aan boord van ontgassende tankers dat zij zich nog maar een tijd langer aan zeer schadelijke (kankerverwekkende) stoffen moeten blootstellen, Geheel onnodig worden deze werknemers vanwege economische motieven door Hidde geofferd. Waarom diende hij bijvoorbeeld geen motie in met de eis de dampen niet langer als afvalstoffen te zien? Zou hij met een dergelijke motie de maatschappij/het milieu geen grotere dienst hebben bewezen? Iets, waarop hij de eed heeft afgelegd…

Maar niet alleen deze werknemers laat de heer Heutink in de vrieskou staan; ook al die mensen en hun leefomgeving in de dunbevolkte’ gebieden, waar volgens de ontgassingsroutekaart van de ILT naar hartenlust Zeer Zorgwekkende (Afval)stoffen naar de buitenlucht mogen worden geblazen ( et alle mogelijke gevolgen van dien), staan in hun hemd. Zelf woont de indiener van de motie in een gebied waar nooit wordt ontgast en met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid heeft hij ook geen naaste familie aan boord van een regelmatig ontgassende tanker.
Opmerkelijk genoeg bestaat de PVV-fractie in de Tweede Kamer uit een aanzienlijk aantal personen die lid waren dan wel nog steeds zijn van Provinciale Staten in een provincie waar veel tot zeer veel wordt ontgast: Flevoland, Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Onze door de rijksoverheid aangewezen, nationale afvoerputten van allerlei zeer schadelijke dampen.
Deze Statenleden ‘vinden’ het aangaande het milieu (Natura 2000-gebied) en hun provinciale medeburgers klaarblijkelijk geen enkel probleem dat er in hun provincies door tankers enorme hoeveelheden Zeer Zorgwekkende Stoffen worden geloosd, anders had de PVV toch geen uitstel van het ontgassingsverbod gevraagd? Tegelijkertijd hebben ook deze provincies de minister via het Interprovinciaal Overleg (vertegenwoordigt alle inwoners van alle provincies) verzocht een onmiddellijk einde aan elke vorm van ontgassen te bewerkstelligen. Niets is onmogelijk, wanneer iemand iets vindt.

Gelukkig voor al die bewoners in de dunbevolkte’ regio’s en de bemanningen aan boord van de ontgassende tankers diende een strijder van het eerste uur tegen het ontgassen, de heer Habtamu de Hoop, een tegenmotie in, die door een verantwoordingsvolle meerderheid van de Tweede Kamer werd gesteund en hield demissionair minister Harbers zijn rug recht. Respect.

Ergens ‘iets van vinden’ is een democratisch recht, maar kan tot ongewenste, absurde/niet meer uit te leggen situaties leiden, wanneer deze meningen beleid worden, of dreigen te worden. Vind ik.

Ton Quist,
Antwerpen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -