- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwbouwMTS Stavordia: meer ervaring kan er niet in

MTS Stavordia: meer ervaring kan er niet in

- Advertentie -

Delen

‘Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries’. Als u moeite heeft met het uitspreken van de vorige zin dan bent u geen echte Fries. Wij zullen daarom meteen voor ondertitels zorgen: Boter, roggebrood en groene kaas, wie dat niet zeggen kan is geen echte Fries.

We ontmoeten op het gloednieuwe mts Stavordia aan kade 643 van Nafta B in Antwerpen twee personen die de zin vlekkeloos kunnen uitspreken. Tjerk Jellesma uit Sint Nicolaasga is 23 jaar en werkt al drie jaar bij A. de Groot Olietransport in Stavoren. Hij heeft deze week flink moeten opboksen tegen de elementen. Enkele dagen terug had hij met succes het schip sneeuwvrij gemaakt toen er in nog geen twee uur ruim 15 centimeter sneeuw viel en Tjerk weer met 0-1 achter stond.

(foto Hans Heiligers)

De Stavordia is zojuist gearriveerd met een lading biodiesel die in de Eemshaven in Delfzijl is geladen. Het IJsselmeer betekende konvooi varen, dat had Tjerk nog niet eerder gedaan.
Schipper Auke de Groot uit Stavoren is met een stapeltje documenten naar het kantoor, dat veel verder ligt dan hij dacht. Tjerk brengt ondertussen nauwgezet op de voorgeschreven wijze alles in gereedheid om te gaan lossen. Hij heeft zijn verplichte helm nog net over zijn ijsmuts kunnen schuiven en is druk aan het sleutelen om de verbinding met de terminal in orde te brengen.
Na een kwartiertje is Auke terug aan boord. Hij werpt een geroutineerde blik op de instrumenten en maakt daarvan wat aantekeningen. Tjerk heeft ondertussen groen licht gekregen van de terminal en delegeert het lossen aan de Redscrew-ladingpompen van Kampers. Zodoende heeft hij mooi tijd om even aan te schuiven in het stuurhuis waar Auke ondertussen de koffie op traditionele wijze laat pruttelen en een doos met koeken onder handbereik heeft. Een geruststellende gedachte voor het eerstvolgende uur.

Londen
Tijd voor de verhalen van Auke de Groot. Auke heeft een geweldige jeugd gehad. Hij groeide op aan het IJsselmeer, waar ook zijn vader, grootvader, overgrootouders zijn opgegroeid en vanwaar ze hun schepen hebben uitgereed. Van vader op zoon zijn in de familie de verhalen doorgegeven die zelfs terug gaan naar Londen. Veel Friezen voeren al eeuwenlang met palingaken (platbodems) op Londen, waaronder ook Aukes voorvaderen. Tijdens de grote stadsbrand van Londen heeft de Friese palingvloot daar op manhaftige wijze honderden stadsbewoners het leven gered. Als dankbaarheid werd de vloot vrijgesteld van ankergeld. Bovendien kregen ze een eigen paal.
De jeugd van Auke was behoorlijk maritiem getint. Als 10-jarig joch voer hij met zijn broer Henk op het oliebootje van het bedrijf van vader Auke de Groot. Toen Auke dertien was, bezorgde hij zelfstandig met het 8-tonsscheepje de producten bij de klanten. Vader Auke voer vanaf 1952 op een klipper van 90 ton die we – juridisch gezien – dubbelwandig mogen noemen: het schip had een los ingebouwde tank.
In 1957 liet hij mts Starum bouwen, een schip van 254 ton dat in 1966 werd vergroot naar 353 ton, en in 1963 mts Stavo, een 58-meterschip van 495 ton. Daarna was het een tijdje stil met nieuwbouw. Samen met pa en broer Henk werd in 1985 het mts Baltic van 635 ton gekocht, dat de naam Stavria kreeg. Het schip had een lengte van 60,20 meter en een breedte van 7,04 meter. In 1994 lieten ze het bij Jan Poppen in Zwartsluis verlengen naar 77 meter. In 1987 werd de Omega van 598 ton gekocht, die de naam Stavera kreeg
In 1996 sloegen Henk en Auke de Groot ieder hun eigen weg in. Henk ging zich concentreren op de tuigerij en zijn oliehandel en Auke ging verder met de tankvaart. Hij verkocht de eerste Starum en kocht daarvoor een grotere terug: de Starum van 742 ton. In 2001 kwam de Pyrgos de vloot versterken; die kreeg de naam Stad Stavoren.

Slangengiek
De vloot van A. de Groot Olietransport telde tot voor kort twee schepen: mts Stad Stavoren (1428 ton) en mts Stavria (887 ton). Gericht op de dubbelwandige toekomst heeft De Groot samen met dochter Geesina en zoon Auke nu het nieuwe mts Stavordia laten bouwen. Alle speciale eisen, die zij op grond van hun generaties lange ervaring nu stelden aan het casco van het type N gesloten, werden door Mercurius in Zwijndrecht op de juiste wijze opgedragen aan de Begej werf in Servië. Lloyds controleerde dat nog eens en zodoende werd er afgelopen zomer bij Govert Smits een mooi casco voor afbouw afgeleverd.
Het schip meet 2049 ton en heeft een lengte van 86 x 11,45 meter. De diepgang is 3,30 meter en de kruiplijn 4,65 meter. De Stavordia is uitgerust met een dubbel leidingsysteem, telt zes tanks met een inhoud van 380 m3. Het schip kan drie partijen gesepareerd laden en lossen.
Wat opvalt aan het middenschip is dat er een slangengiek is opgesteld met swiffels. Daarmee kunnen de slangen 360° draaien, waardoor ze een groter bereik hebben en niet in conflict komen met vluchtwegen.
In de machineruimte van het voorschip zorgen twee Caterpillar-generatoren van 450 en 150 kVA voor de aandrijving van de Verhaar-boegschroef en de ladingpompen. Ook in de machinekamer op het achterschip is nog zo’n generator te vinden. Dezelfde blauwe kleuren van het schip vinden we daar terug op de ABC-motor van 1300 pk, die per minuut niet meer dan 820 toeren maakt.

Nadat we alles hebben mogen zien gaan we weer terug naar het stuurhuis. Hoogendoorn heeft dat betimmerd en de lessenaar verdient nog een extra vermelding. Aan de kant van de bank is een lange console opgesteld en aan de zijde van het kantoor grenst een kleinere console. Daarnaast is er nog een ‘ eilandje ‘ dat het pad naar het kantoorgedeelte van het stuurhuis vergemakkelijkt. Het geheel oogt daardoor ook nog eens extra ruimtelijk. De Stavordia vaart minerale olie voor Interstream Barging b.v. en is als geen ander schip thuis op het IJsselmeer.

Zeilen
Op een meter of tien afstand van het stuurhuis staat op het dek een vlaggetje. Voor we vertrekken willen we daar toch het fijne van weten. Auke vertelt nog even verder over zijn broer Meindert; die was ruim veertig jaar schipper van het skûtsje SWH, de zuidwesthoek uit Stavoren. Toen Meindert daar mee stopte, werd neef Auke Mzn schipper van dat skûtsje. De ‘De Grootjes’ kunnen niet alleen met tankschepen varen, ze beheersen ook de zeilsport tot op de botten. Aukes zoon en dochter zeilen ook op het SKS skûtsje van Woudsend, ze leerden de kneepjes van het zeilen van hun vader.
“Eigenlijk zouden veel meer schippers eens moeten gaan zeilen”, zegt Auke. “De wind doet soms vervelende dingen maar je kan er ook veel plezier van hebben als je de kunst verstaat hoe je er van kunt profiteren.” Deze boodschap heeft hij ook al heel lang terug overgebracht aan zijn varende kinderen. Die hebben daar ruimschoots gehoor aan gegeven. Als het rustig weer is manoeuvreren die evengoed zonder gebruik van de boegschroef. Fryslân Boppe.

(Hans Heiligers)

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -