De familie Weima werkte ruim dertig jaar in de sleep- en duwvaart. Daaraan komt een eind nu Wout Weima zijn eerste tanker in gebruik neemt. “In het begin had ik wel moeite met deze beslissing. Maar ja, je moet kijken waar je kansen liggen hè”, vertelt Weima. “En al valt het afscheid van de duwvaart zwaar, in de tankvaart ligt een mooie, nieuwe uitdaging.”
Wout Weima’s ouders Riek en Adrie – naar wie de Riad is vernoemd – begonnen in 1976 in de sleepvaart. In de loop der tijd maakte de sleepvaart steeds meer plaats voor de duwvaart, een trend waarin de familie Weima meeging. In die tijd duwde Weima ook wel eens in de tankvaart, maar de laatste vijftien jaar was het vrijwel uitsluitend de containervaart waarin de Weima’s actief waren.
Goed alternatief
Twee jaar geleden nam Wout het bedrijf definitief over van zijn ouders. Hij besloot te kijken waar de beste mogelijkheden lagen. “Ik zie kansen in de grote behoefte aan dubbelwandig in de tankvaart”, vertelt hij.
Weima ging echter niet over één nacht ijs en besloot dat hij aan den lijve wilde ondervinden of de tankvaart echt wat voor hem was. Hij verkocht zijn duwboot aan VeKa en ging als afloskapitein aan de slag op een motortanker van familie. Al snel wist hij dat, hoe zeer hij de duwvaart ook zou gaan missen, hij de tankvaart in elk geval een goed alternatief vond.
Via de familie kwam Wout in contact met bevrachter Jaegers, waarvoor hij met de Riad op contract gaat varen. “Met hen was er meteen een goeie klik”, zegt hij. De Riad gaat voor Jaegers in de lichte mineralen, vooral Rijnvaart. Weima koos voor zekerheid en tekende een contract.
De afbouw vond plaats bij Bijlsma in Lemmer. (foto’s Jan Johan ten Have)
Strak
De volgende stap naar de tankvaart was een gesprek met Peter Versluis van VeKa. Versluis bleek een casco te hebben dat voldeed aan de wensen van Weima. De eind 2008/begin 2009 in het Oekraïense Kherson gebouwde staalconstructie arriveerde in mei bij VeKa Bijlsma in Lemmer. “Een heel net, strak casco, uitstekend geconserveerd”, oordeelt Weima.
Voor de afbouw ging Weima helemaal naar Friesland, aangezien VeKa de afbouw inplande op de Bijlsmawerf in Lemmer. Afgezien van de aanzienlijke afstand tussen werf en woonplaats verliep de afbouw geheel naar wens.
“Het is een bijzonder gemoedelijke werf”, vertelt Weima. “Qua locatie is het hier mooi ruim en overzichtelijk. En qua samenwerking met management en medewerkers is heel veel in overleg mogelijk. We hebben heel goed samengewerkt en met iedereen die aan het schip heeft gewerkt.”
Uitrusting
Hoewel het Weima’s bedoeling is om met de 110 meter lange en 11,45 meter brede Riad met name in de Rijnvaart te gaan werken, is het schip qua kruiplijn ook kanaalgängig. Dankzij de lichte bouw van het schip is het laadvermogen groot: een kleine 2800 ton.
Het schip wordt aangedreven door een 1521 pk sterke Caterpillar 3512. De boegschroef krijgt zijn vermogen van een Caterpillar C18 van 525 kVA en als generatoren draaien een John Deere van 65 kVA en een Perkins van 123 kVA.
Waar het casco al zo goed klaar was toen Weima zijn handtekening zette, had hij wel zijn eigen inbreng bij de afbouw, onder meer in de woningbetimmering. Het schip is dan ook geheel naar wens geworden.
(Jan Johan ten Have)
