De Nederlandse regering voelt niets voor een algemeen verbod op bodemberoerende visserij. Het kabinet is “zeer kritisch op het voorstel van de Commissie” om dat voor alle beschermde gebieden in te stellen. Dat schrijft minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Tweede Kamer.
Adema vindt dat maatregelen gebaseerd moeten zijn op een wetenschappelijke onderbouwing. “Het is voor het kabinet van belang dat maatregelen passend zijn om de natuurdoelen, zowel landelijk als per gebied, te halen. In het voorstel van de Commissie om bodemberoerende visserij in alle beschermde gebieden uit te faseren in 2030 ontbreekt de nuance van verschillen tussen zeebekkens en -bodems en tussen verschillende visserijtechnieken.”
Garnalenvisserij
Volgens Nederland ontbreekt de gedegen onderbouwing voor zo’n totaalverbod. Onder meer de garnalenvisserij zou er hard door worden getroffen.
Adema wijst op de sociaal-economische impact van de maatregelen op “in het bijzonder de kustgemeenschappen in de EU alsook de garnalen- en schelpdierensector: die verdwijnen mogelijk als gevolg van de voorgestelde maatregelen”.
Pulstuig
Nederland heeft de Europese Commissie gevraagd om de ontwikkeling van technische innovaties te stimuleren. Daarbij draagt Adema ook het pulstuig weer voor, een specialisme van de Nederlandse visserij dat op aandringen van voor Frankrijk eerder door Europa werd verboden, ondanks de gunstige resultaten. Adema wijst erop dat de impact op de zeebodem kleiner is dan de boomkor met wekkerkettingen. “Ook kent het pulstuig een grotere selectiviteit en is het veel energiezuiniger.”
