In 1911 liet Jan Kleine uit Hoogeveen een 146 ton metende ijzeren klipperaak (26,6 x 4,98 mtr), compleet met helmhout, gaffeltuig en twee zwaarden, bouwen bij scheepswerf Peters in Dedemsvaart; dit zeilende binnenvaartschip kreeg de naam Rehoboth. Ruim een eeuw later werd een 3320 ton metend vrachtschip opgeleverd met een afmeting van 110 x 11,45 meter dat eveneens de naam Rehoboth kreeg. De eigenaar is, de tegenwoordig samen met echtgenote Marion op Urk woonachtige Wim Kleine, de vierde generatie in de familie die vaart op een schip met deze naam. Belangrijke rollen bij de bouw van de nieuwste Rehoboth waren weggelegd voor Concordia Damen Shipbuilding te Werkendam, leverancier van het Chinese casco, Markerink in Lobith/Tolkamer die zorgde voor de nodige ondersteuning en gastvrijheid en de afbouwleveranciers Wessels uit Haren Ems, Oechies uit Rotterdam en Van Wijk Werkendam. De hoofdrol van dit afbouwproject lag in de vertrouwde handen van eigenaar Wim Kleine. Hij selecteerde niet alleen de genoemde bedrijven maar voerde bovendien de regie tijdens de afbouwperiode.
Begin juli vond de geslaagde proefvaart van de Rehoboth plaats op het IJsselmeer nabij de Urker haven. “Voor de vierde keer op rij staat er een ABC-hoofdmotor in de machinekamer. De eerste twee waren blauw gespoten, de laatste twee zwart. Het zijn ongekend goede motoren, maar omdat ze nog al eens een druppeltje smeerolie zweten, ziet een zwarte motor er altijd netjes uit. Het schip is luxe uitgevoerd, met een aparte haven-set en een groter accupakket, zodat we iets minder met de zware generatoren moeten draaien. Aan boord hebben we overal ledverlichting en we beschikken over de nieuwe Swiss Radars, in mijn ogen een noviteit. Het is met een fijne, grote stuurhut met kolom en dubbele brug al met al een bijzonder mooi schip geworden”, concludeert de trotse eigenaar. “Ik heb in het verleden alle casco’s van mijn nieuwbouwschepen gekocht bij Concordia. Afspraak is daar afspraak, ook als het gaat over de prijs; bijbetalen omdat de kiloprijs ineens hoger is komt bij Concordia niet voor. Ze halen kwalitatief goede schepen uit China, vooral omdat ze daar de begeleiding in eigen handen hebben”, stelt Wim Kleine. Concordia Damen Shipbuilding laat oude tijden herleven. Paul Cornet, scheepsmakelaar bij de in Werkendam gevestigde onderneming, legt uit: “In januari worden 19 casco’s vanuit China op een ponton verscheept. Op een tanker en een drogelading schip na zijn alle schepen door ons verkocht, waarbij we kunnen spreken over een prima prijs/kwaliteitverhouding. Persoonlijk contact met de klant is voor ons heel belangrijk. Het partnerschap met Damen Shipyards bundelt onze technische kennis en het netwerk en zorgt voor meer mogelijkheden in het buitenland. Wij beschikken over een grote groep vaste klanten, waaronder veel binnenvaartschippers die geregeld voor nieuwbouw bij ons terugkomen. Wim Kleine van de Rehoboth is daar een mooi voorbeeld van.”
Vertrouwen
In 2002 kocht Wim Kleine een schip uit de vaart waarbij een koprevisie uitgevoerd moest worden bij Markerink. Toenmalig verkoper Fred Roos en de huidige directeur Alexander Markerink gaven Kleine zoveel vertrouwen dat besloten werd in Tolkamer, met een open calculatie, een schip af te bouwen. Aan dat besluit ging een lange familiegeschiedenis vooraf. Wim Kleine vertelt daarover: “Op de klipperaak die mijn overgrootvader in 1911 had laten bouwen, heeft mijn grootvader nagenoeg zijn hele leven gevaren; oorzaak waren de crisis in de jaren 30 en de tweede wereldoorlog. Mijn vader heeft met mijn opa het familiebedrijf voortgezet. In de jaren 90 deed ik dat samen met m’n vader, waarna ik in 1999 het bedrijf heb overgenomen. In 2003 kwam ik in contact met Chris Kornet van Concordia, die mij een 135m schip van het type Muscari aanbood dat al in aanbouw was. Twee jaar later diende zich echter al een koper aan en konden we dit schip goed verkopen. In die tijd bouwde Concordia voor Hovestad een nieuwe Sayonara, een 110×11.45 schip met lage kruiplijn. Met het uitbouwen van de kanalen zag ik daar ook wel wat in en heb toen ook zo’n schip besteld dat eind 2006 werd opgeleverd. Ondanks de afgelopen crisisperiode hebben we ook op de kanalen ons geld kunnen verdienen, vooral doordat het schip in een groot gebied ingezet kon worden. Het vaargebied bestond onder meer uit de Midden-Weser, Unterweser en Hunte. Toen eind vorig jaar de familie Munters zich meldde, die op zoek was naar een kanaalschip, hebben wij ook die Rehoboth verkocht en vaart het schip tegenwoordig onder de naam Alfa Mea verder. Jammer vind ik het wel dat het gezinsbedrijf meer en meer onder druk komt te staan.”
Afbouw
“Concordia had een voor ons een casco van het type Allegonda (deltaliner). Ondanks dat dit geen kanaalschip is, stond mij het model wel aan en hebben we dit schip afgebouwd. De nieuwe Rehoboth vaart voor een groot deel voor opdrachtgevers en voor bevrachters op de spotmark. We beschikken nu over een nog dieper schip en hebben daardoor meer mogelijkheden. Zo varen we de laatste tijd onder andere houtsnippers, containers, betondelen voor windmolens en dergelijke.” Op de vraag waarom al vier generaties lang de naam Rehoboth op de schepen van het familiebedrijf staat, is het antwoord van Wim Kleine duidelijk: “Met deze naam hebben we bekendheid verworven bij onze opdrachtgevers. De naam Rehoboth vindt zijn oorsprong in Genesis 26:22. Wij geloven dat we afhankelijk zijn en dat Hij ons nog altijd de ruimte geeft die Izaäk kreeg in Genesis 26. Wij hechten ook aan de zondagsrust omdat we daar onze rust in vinden. Ik ben nu 50 jaar en verwacht niet dat er nog een nieuw schip komt, maar zeg nooit nooit!“
Door Jan Hoek