Alle gasolieleveranciers en bunkerboten in Nederland ontvangen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een telefoon om mee te kunnen werken in het nieuwe systeem voor de inning van de bijdrage voor afvalverwijdering. Dat is dinsdagmiddag 15 augustus toegezegd in het overleg tussen SAB, olieleveranciers en de binnenvaart op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Op 1 september stopt het systeem met Eco-cards voor de inning van de verwijderingsbijdrage van scheepsafvalstoffen. Het wordt vervangen door een systeem met een app op de mobiele telefoon. Dit laatste systeem lijkt wat halsoverkop te zijn ingevoerd, op woensdag 9 augustus.
Omdat wel al de oude terminals voor de Eco-cards worden weggehaald bij de bunkerstations en lang niet iedereen de betreffende app heeft gedownload, heeft de brancheorganisatie van oliehandelaren Nove verzocht om een ‘noodprocedure’, waarbij de bunkerverklaring vanuit het bunkerstation naar de SAB (Stichting Afvalstoffen Binnenvaart) wordt gemaild. Daar heeft de SAB mee ingestemd.
De bedoeling van het werken met de app is dat zowel de schipper als de oliehandel de app downloaden en bij elkaar een QR-code aflezen, waarmee de levering van gasolie bevestigd wordt en automatisch in het systeem van de SAB komt.
Nove had al aangegeven dat het niet altijd eenvoudig of zelfs mogelijk is dat schipper en leverancier van de gasolie bij elkaar komen, met name niet als daarvoor op een tanker de ladingzone moet worden betreden. Dinsdag werd overeengekomen dat in dat geval de schipper met een geprinte QR-code naar de leverancier kan gaan, zodat die daarmee het aantal gebunkerde liters kan bevestigen.
Veel simpeler
Volgens Nove kan het allemaal veel simpeler, als de schipper zelf het aantal gebunkerde liters invult en aan de SAB doorgeeft. De olieleveranciers stellen dat de SAB genoeg mogelijkheden heeft om die hoeveelheden te controleren.
De ASV merkte vorige week in een persbericht op dat bij het nieuwe systeem de verantwoordelijkheid voor de afdracht van de verwijderingsbijdrage te veel naar de schipper gaat, terwijl de olieleverancier daar in het huidige systeem voor verantwoordelijk is, zoals ook bij de afdracht van BTW. Dat spreken de olieleveranciers echter tegen. Er is volgens hen geen enkele betrokkenheid van de olieleveranciers bij de afdracht van de verwijderingsbijdrage. “We vullen alleen het aantal liters in.”
Het CDMI-verdrag biedt de mogelijkheid aan nationale instituten (zoals in Nederland de SAB) om afwijkende procedures in te voeren, zo lang het eindresultaat – voldoende bijdrage voor de financiering van de afvalverwerking van schepen – maar eender is. (CDMI-verdrag besluit 2023-1-4 art. 3.03)