Er is meer onderzoek nodig naar de overname van Oliehandel Klaas de Boer door concurrent FincoEnergies. Dat heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) besloten. Die geeft nog geen goedkeuring aan de verkoop.
Beide bedrijven leveren onder andere scheepsbrandstoffen in meerdere zeehavens in Nederland. Dat doen zij aan diverse soorten klanten, zoals vissers, veerdiensten en sleepdiensten. Door de overname zou FincoEnergies in in de noordelijk gelegen havens havens vrijwel de enige aanbieder worden. “De overname van Oliehandel Klaas de Boer kan daardoor nadelige gevolgen hebben voor afnemers van gasolie, zoals hogere prijzen of een lagere service”, aldus de ACM in de bekendmaking op 8 mei. Daarom vindt die instantie dat meer onderzoek nodig is naar de gevolgen van de overname.
Sterke marktpositie
Naast de havens van Harlingen, Lauwersoog en Eemshaven-Delfzijl zijn FincoEnergies en Oliehandel Klaas de Boer ook in Den Helder en IJmuiden vrijwel de enige bunkerbedrijven. Ze hebben daardoor een zeer sterke marktpositie in deze gebieden, heeft ACM vastgesteld.
“Zij leveren in deze havens met name gasolie aan zakelijke afnemers, zoals vissers, sleepdiensten, passagiers-/veerdiensten en offshore-bedrijven. Een groot deel van deze zakelijke afnemers kan niet zomaar naar een andere haven om gasolie te tanken, vanwege de afstand en de relatief hoge kosten die daarmee gepaard gaan. Deze afnemers zijn voor hun gasolie ‘gebonden’ aan een haven.”
Zorgen
De voorgenomen overname was, zoals de regels voorschrijven, aangemeld bij de ACM. Uit het marktonderzoek van de autoriteit volgt dat havengebonden afnemers van gasolie in de noordelijke havens – naast FincoEnergies en Oliehandel Klaas de Boer – weinig of geen alternatieven zien. In Den Helder en IJmuiden is de zorg met name dat er voor vissers onvoldoende leveranciers van gasolie overblijven.
De overname kan daardoor negatieve gevolgen hebben voor afnemers, stelt de ACM. Bijvoorbeeld prijsverhogingen. Deze voorlopige bevindingen gaat de ACM nader onderzoeken in een tweede fase.
Een overname mag niet doorgaan als het samengaan van bedrijven negatieve gevolgen heeft voor de concurrentie en daarmee voor de prijs, kwaliteit of innovatie. En daarmee uiteindelijk ook voor de consument negatief uitpakt. De ACM gaat na of de markten goed blijven werken voor mensen en bedrijven, nu en in de toekomst. Onbekend is wanneer het vervolgonderzoek gereed is.
