Sinds 19 mei is het mts Vilnius in de vaart. Het schip vaart onder de vlag van de Verenigde Tankrederij (VT Group). De Verenigde Tankrederij heeft het schip samen met ondernemer Theo Bijkerk (eigenaar), bekend van administratiekantoor TB Plus, in de vaart genomen.
“Theo heeft voor Breko gekozen als afbouwwerf”, vertelt Niels Groenewold, CEO van VT Group. “Een goed keuze. We wisten wat we eraan hadden, want wij hadden daar eerder ook al afgebouwd.” De werf in Papendrecht legt momenteel de laatste hand aan mts Valencia, het zusterschip van de Vilnius.
De Vilnius is genoemd naar de Litouwse hoofdstad. Daarmee houdt VT Group vast aan de traditie dat de namen van de eigen schepen met een ‘V’ beginnen. “We kunnen nog wel even vooruit. Alleen in Nederland zijn er al 85 plaatsnamen met een ‘V’. In Spanje en Panama, waar we ook actief zijn, doen we het ook. De schepen die we daar aankopen, krijgen een Spaanse naam die begint met een ‘V’.”
Gecoate tanks
De Vilnius is 85 meter lang en 9,60 meter breed. In de woorden van Niels Groenewold, “een kleine chemietanker met het laadvermogen van 1.700 ton”. Het schip heeft rvs leidingen en een verwarmingssysteem. De vijf ladingtanks hebben een MarineLINE-coating. “Dat zie je niet zoveel in de binnenvaart, maar het is een heel goed alternatief voor roestvaststaal. Je ziet meer roestvaststaal, maar dat is niet zaligmakend. Coating overigens ook niet. Alles kan kapot, hè?”
Gecoate tanks zijn goedkoper, maar dat was niet de belangrijkste reden. Het heeft volgens Groenewold vooral te maken met de bestendigheid van MarineLINE tegen de producten die de Vilnius vervoert: vooral natronloog en ethyleendichloride (EDC).
Dat doet de tanker onder meer naar de Duitse waterwegen. “Daar zit de Vilnius momenteel veel. Maar we varen ook wel veel in België en Nederland. Het is maar net hoe het uitkomt. De Vilnius zit niet in vast werk.”
Chemievaart
VT Group zit al tientallen jaren in de chemievaart. “Ik denk al wel een jaar of veertig. We deden vroeger altijd alleen de basischemie: logen, calcium, chloride… dat soort producten. We hebben dat wel een beetje uitgebreid. Met meer producten en meer werk. Dat komt bijvoorbeeld ook door de Blue-schepen van Shell. Die vervoeren ook wel wat meer chemie.” Hij doelt op de serie Parsifal-schepen, die bij Concordia Damen worden gebouwd en die VT Group in exploitatie heeft.
Het ontwerp van de Vilnius zorgt voor een efficiënte inzet, aldus Groenewold. “Casco en motoren zijn goed op elkaar afgestemd. We verbruiken niet onnodig overtollig veel pk’s en brandstof. Het draagvermogen is goed, ook nog bij laag water.”
De motoren zijn Scania’s. “Stage V uiteraard. En zuinig. Wat dat betreft zie je wel een hele ontwikkeling. Twintig jaar geleden dachten we met z’n allen dat het niet zoveel uitmaakte… hoe meer pk’s, des te beter. Daar zijn we wel een beetje van teruggekomen. Als je naar de gemiddelde load balance kijkt, ligt die toch maar op de helft van het vermogen. In Duitsland is het op de zware stukken op de Rijn wel makkelijk als je wat over hebt in de opvaart. Maar testen hebben aangetoond dat je het echt wel met minder vermogen af kunt. Oké, dan kost je het je een kilometer per uur. Maar daar verlies je niet veel op – zeker als je het afzet tegen de besparing op de brandstof. En straks helemaal als er een CO2-tax komt.”
Vergroening
VT Group is op meerdere vlakken actief als het om vergroening gaat. “We hebben over een periode van een jaar proeven uitgevoerd met 100 procent biobrandstoffen. Eigenlijk is dat prima bevallen. Naar methanol zijn we aan het kijken, naar waterstof ook. Daar zijn we allemaal druk mee bezig. En welke oplossing de winnaar gaat worden, dat weten we nog niet. Maar dat weet nog niemand.”
“Je kunt niet vol op één ding inzetten. Dat is het lastige. Natuurlijk kun je een schip op ammonia laten varen, natuurlijk kun je een schip op waterstof laten varen. Al die varianten liggen op tafel. Ik denk ook dat je diesels zó kunt maken dat ze nog wel in de race mee kunnen blijven lopen. En dan is er ook nog synthetische diesel.”
Waterstof heeft nu nog een groot nadeel: de productie kost veel energie. “Maar nu blijkt dat er een mogelijkheid bestaat om natuurlijke waterstof gewoon uit de grond te halen, wordt dit een heel interessante variant. En daarvan zeggen de geleerden, als je zo de krantenberichten mag geloven, dat er voor duizenden jaren voorraad in de grond zit. Als dat zo is, denk ik dat waterstof op de lange termijn wel een van de winnaars gaat worden.”
“Methanol maakt ook een grote kans, zeker in de zeevaart. Een voordeel is dat daar relatief weinig voor gedaan hoeft te worden. De hele infrastructuur voor groene methanol ligt er eigenlijk al, vanuit het gebruik in de petrochemische industrie.”
