Venlo, Roermond, Buggenum, Stein, Maastricht en Tilburg krijgen de komende drie jaar in totaal 127 miljoen euro subsidie uit Brussel voor de verdere ontwikkeling van hun binnenhavens.
Daarvan is 120 miljoen euro bedoeld voor uitbreiding en doorontwikkeling van de binnenhavens en 7 miljoen voor het onderzoek dat daaraan voorafgaat. Het gaat om de Industriehaven in Venlo, de Prins Willem-Alexanderhaven in Roermond, Zevenellen in
Buggenum, de Chemelothaven in Stein, de Beatrixhaven in Maastricht en de Lovenhaven en het Wilhelminakanaal in Tilburg.
Krachten bundelen
Het is de vierde keer dat de provincie Limburg als initiatiefnemer met succes een beroep doet op bijdragen uit de Europese subsidiepot CEF (Connecting Europe Facility). De toekenning werd eind juni bekendgemaakt tijdens de Connecting Europe Days in Lyon.
Door de krachten te bundelen tussen provinciale en lokale overheden enerzijds en bedrijven anderzijds en samen een subsidieaanvraag te doen in Brussel, zijn de komende jaren grote stappen mogelijk binnen de Goederenvervoercorridor Zuidoost. Het geld is onder meer bedoeld voor circulair bouwen, hoogwaterbescherming en de verschuiving van lading van de weg naar het water.
“Dat de Europese Unie weer een subsidie toekent, toont het belang van de Limburgse binnenhavens binnen het trans-Europese transportwerk”, vindt de Limburgse Gedeputeerde Stephan Satijn (Economie). “De investering van het Limburgse bedrijfsleven in de havens gecombineerd met de subsidie is een enorme impuls voor de circulaire economie en de modal shift van weg naar water.”
Zuidoost-corridor
Bedrijven in de zes binnenhavens hadden al eerder aangekondigd 14 miljoen euro te willen investeren in onderzoek naar doorontwikkeling van die havens. De Europese Commissie heeft nu toegezegd de helft daarvan te vergoeden.
De onderzoeken moeten binnen drie jaar leiden tot een concrete aanvraag voor uitvoering. Van de kosten daarvoor komt nog eens 20 tot 50 procent in aanmerking voor subsidie. Dat kan oplopen tot 120 miljoen euro aangezien de investeringsplannen van het betrokken bedrijfsleven 240 miljoen euro bedragen.
Tilburg vroeg voor de eerste keer CEF-subsidie aan en werkte daarbij samen met de provincie Limburg. De Brabantse stad maakt namelijk deel uit van de Goederenvervoercorridor Zuidoost. Tilburg heeft verschillende deelprojecten, waaronder
Wilhelminakanaal fase 1.5 en de trimodale Lovenhaven met aansluitingen op het water, het spoor en de weg.
De Tilburgse wethouders Rik Grashoff (Mobiliteit) en Bas van der Pol (Economie) zien in de toekenning van de Europese gelden een stimulans voor het Wilhelminakanaal en Trimodale Lovenhaven: “De subsidie vanuit Europa laat het belang van Tilburg als binnenhaven zien. Nadat eerder het Rijk prioriteit gaf aan het Sluis II-project, kunnen we met de subsidie samen met de ondernemers stappen zetten en de circulaire economie in stad en regio een verdere impuls geven.”
Afvalvervoer
Het toegekende geld zal worden gebruikt voor uitvoeringsgericht onderzoek naar de aanleg, aanpassing, uitbreiding en doorontwikkeling van de binnenhavens. In de subsidieaanvraag is er speciale aandacht voor gevraagd om bij de uitbreidingen in alle havens op de corridor fors in te zetten op duurzaam bouwen. Er wordt bijvoorbeeld ook onderzoek gedaan naar het vervoer van de reststromen. Zoals het vervoer van afval over water. Daarmee hoeven potentieel honderdduizenden vrachtwagens minder over snelweg te A2 rijden.
Er komt een onderzoek waarbij bekeken wordt of het Zuid-Limburgse afval vanuit de Beatrixhaven in Maastricht via de Maas vervoerd kan worden. Nu gaan huishoudelijk afval en hout 350 kilometer over de weg richting het noorden om verbrand of verwerkt te worden. De haven aan de Klipperweg in de Limburgse provinciehoofdstad moet daarvoor dan worden heringericht.
Het is de bedoeling dat de havens van Maastricht en Stein in de toekomst ook kunnen anticiperen op plannen van energiebedrijf RWE om huishoudelijk afval op Chemelot om te zetten in waterstof.
Hoogwaterbescherming
Elders in Roermond, in de Willem-Alexanderhaven, worden hoogwaterbescherming en logistieke kades gecombineerd. Voor laden en lossen van binnenvaartschepen in deze haven is dan een flexibele strook langs het water nodig om goederen op en over te slaan. Daarbij wordt ook rekening gehouden met pallets en rolcontainers. De betrokken bedrijven werken samen met Waterschap Limburg, provincie Limburg en gemeente Roermond.
In Venlo wordt de jachthaven verplaatst naar de Oostweerd in Blerick. Dat gebeurt ook omwille van hoogwaterbescherming. Op de vrijgekomen noord- en zuidoever van de Industriehaven komt vervolgens ruimte voor circulaire bedrijvigheid. De haven van Stein wordt uitgebreid met een aantal losplaatsen en er komt een nieuwe pijpleiding richting Chemelot om de bedrijven te verduurzamen.
In Buggenum worden plannen gesmeed voor de haven Zevenellen om daar een duurzaam multifunctioneel en watergebonden bedrijventerrein te realiseren. Het industriepark moet ruimte gaan bieden aan bedrijven in de sectoren opslag, circulair en biobased ondernemen.
Grensoverschrijdend
Om in aanmerking te komen voor de Europese CEF-subsidie is grensoverschrijdende samenwerking een vereiste. Bij de Limburgse-Brabantse plannen is dat aan de orde via het Rhombus-project. Dat verbindt de havens van Rotterdam, Duisburg, Luik en Antwerpen met het achterland via de binnenhavens aan de Maas (en aan het Albertkanaal).
Op hun beurt werken op dezelfde corridor zestien binnenhavens samen onder de naam Blueports. Dat doen ze op gebieden als visie, digitalisering, promotie, duurzaamheid en het gezamenlijk inzetten op Europese fondsen. Ook in die laatste doelstelling boeken ze wederom succes.