De inhoud van de brief waarmee minister Barbara Visser op 17 december het NEN-rapport aan de Tweede Kamer aanbood, is “bijzonder verontrustend”, vindt schippersvereniging ASV, omdat “hoewel er geen sprake is geweest van field research, en er dus geen onderzoek heeft plaatsgevonden zoals de motie heeft gevraagd, er wel conclusies worden getrokken.” De ASV heeft haar zorgen en bezwaren kenbaar gemaakt in een reactie naar minister Visser en staatssecretaris Van Weyenberg.
Volgens Visser zou niet aangetoond zijn dat de schades en stilvallende motoren bewijsbaar toe te schrijven zijn aan de biobrandstoffen, aldus de ASV. “Oftewel: NEN doet geen field-onderzoek; gebruikt alleen meldingen van de schippers, die informatie moesten verstrekken terwijl de analyses van de brandstoffen niet bekend waren.”
Sinds bijmengen problemen met brandstof
Voor de ASV is het echter zo klaar als een klontje: “Het is eenvoudig: in vroegere jaren waren er geen problemen. Sinds er wordt bijgemengd, zijn er wel problemen! Gedurende dit hele traject is ons gebleken dat er, zonder dat de schippers dat wisten biobrandstoffen zijn toegepast. Want ook zonder reductieverplichting kunnen al biobrandstoffen worden toegepast in de binnenvaart.”
“Het is gebleken dat er dan wel geen jaarverplichting was maar dat de sector ‘vrijwillig’ hernieuwbare energie, zoals biobrandstoffen, in kon zetten en daarvoor een credit (HBE) ontving. Die HBE konden zij vervolgens verkopen aan de brandstofleveranciers van wegvervoer die wel een jaarverplichting hadden. Door deze constructie werd er ook al biobrandstof in de binnenvaartsector ingezet: 0,4 PJ in 2020.”
Volgens de ASV is het dus niet vreemd dat Meldpunt Binnenvaart incidenten zijn aangegeven, waarbij schepen te maken kregen met teruglopend toerental, haperingen of stilvallen van de motor door verstopte brandstoffilters. “Maar NEN concludeert dat het lastig was om conclusies te trekken over wat nu precies de oorzaak was van genoemde problemen. Hier gebruikt NEN dus haar eigen ontbreken van gegevens, doordat men geen field research uitvoert, als wapen tegen de schippers: bewijs jij maar eens dat het daardoor komt.”
Omgekeerde wereld
Het NEN-onderzoek naar de gevolgen van bijmenging van biobrandstoffen aan de gasolie kwam er na een Tweede Kamermotie van Mahir Alkaya (SP) en Roelof Bisschip (SGP). De ASV concludeert dat de motie niet is uitgevoerd. Omdat het erom ging de “technische gevolgen van toepassing van biobrandstoffen en mogelijk onveilige situaties door schade aan motoren te onderzoeken, waarbij de motie de regering verzocht op korte termijn onderzoek te laten uitvoeren naar de risico’s van verschillende soorten biobrandstoffen voor scheepsmotoren in de binnenvaart”.
“De minister die verantwoordelijk is voor veilig scheepvaartverkeer, hanteert een omgekeerde bewijslast. In plaats van dat de minister vaststelt en borgt dat bijmenging veilig is, moeten schippers het tegendeel bewijzen”, aldus de ASV. “Dit is de omgekeerde wereld.”
Toverwoord
Hoewel er gevaarlijke situaties ontstaan en schippers met onvoorziene kosten opgezadeld worden schrijft Visser dat het NEN-onderzoek goede aanknopingspunten biedt om tot veilige toepassing van biobrandstoffen in de binnenvaart te komen. Die goede aanknopingspunten bestaan volgens de ASV uit: “Zoek het maar uit schipper, jij bent verantwoordelijk.”
Dat nu al biobrandstof in de gasolie kan zitten, betekent volgens de ASV dat schippers op dit moment niet veilig varen. “Als klap op de vuurpijl wordt er gezegd dat de schippers daar maar rekening mee moeten houden. Good housekeeping, daar draait het allemaal om: een ‘toverwoord’ om de ogen te sluiten voor de werkelijkheid. De zaken die genoemd zijn als good housekeeping zijn technisch vaak onmogelijk, kosten enorme investeringen en garanderen niet dat het daarmee geen problemen op zou leveren.”
Uitstel
De invoering van de verplichte bijmenging is een jaar uitgesteld, naar 1 januari 2023. Hoewel de ASV blij is dat de minister daartoe heeft besloten, zint de argumentering de schippersvereniging beslist niet: “We zijn ‘gered’ (voor een jaar) door de ons omringende landen. Het argument is niet compassie met de binnenvaart. Het argument is niet: waarborg voor een veilige binnenvaart, het argument is het gelijk speelveld voor de brandstofleveranciers. De bedoeling is dat over een jaar Duitsland en België hetzelfde gaan doen als Nederland.”
Visser schrijft aan de Tweede Kamer dat het NEN-onderzoek de onrust bij de brancheverenigingen niet heeft kunnen wegnemen. De ASV vindt het teleurstellend dat de minister “nog steeds volhoudt dat ‘deze partijen’ voldoende aanknopingspunten zouden zien in de aanbevelingen die door NEN zijn geformuleerd voor een vervolgtraject. De ASV wil best blijven praten, ook als er een vervolgtraject komt, maar wij zien geen aanknopingspunten in de aanbevelingen vanuit het NEN-rapport. Dat heeft de ASV ook nooit gesuggereerd.”
Beangstigend
Dat de minister desondanks doorgaat op de ingeslagen weg, noemt de ASV “ronduit beangstigend”. De aanbevelingen zijn voor alle partijen in de keten, van Rijksoverheid tot brandstofleveranciers en binnenvaartschippers.
Volgens NEN kunnen zij samen een aantal stappen zetten voor meer vertrouwen in de markt als het gaat om brandstofkwaliteit. Zoals een plan van aanpak voor het melden van problemen door schippers, het gezamenlijk opstellen van richtlijnen voor good housekeeping in elke stap in de keten en het opstellen van richtlijnen voor installatieaanpassingen bij schepen en bunkeraars.
De ASV vindt dat in de eerste plaats de brandstof veilig moet zijn. Dan zijn al die maatregelen ook niet nodig.
⇒ Lees ook ‘Nog niet gered’, een ingezonden brief van ASV-woordvoerder Sunniva Fluitsma.