Sinds 1990 hebben wij als recreatievaarder, met een proviandboot uit 1955, deel genomen aan Sail. Voor ieder evenement nodigden we vrienden en kennissen uit om dit feest mee te maken. Dit werd door al onze gasten altijd hoog gewaardeerd. Door de jaren heen constateerden wij dat de intensiviteit van schepen groter werd. De tocht door de IJ-haven was samen er door drijven en elkaar de ruimte geven.
Dit jaar ontdekten wij een heel andere sfeer. De commercie is toegeslagen. Charterschepen en grote passagiersschepen probeerden zo snel mogelijk een rondje IJ-haven te doen om de volgende lading passagiers te kunnen inschepen. Dit leidde tot hectische taferelen. Met name op zaterdag. Schepen van Eureka uit Deventer kregen te weinig ruimte om door de opening van de Jan Schaeferbrug te varen. Was er ruimte dan werd dat snel door kleine ondeskundige schippers van sloepjes en ander kleine bootjes dicht gevaren.
Deze ‘schippers’ hadden geen idee waar ze mee bezig waren. Ze hadden totaal niet in de gaten wat voor manoeuvreerruimte grote schepen nodig hebben. Op een bepaald moment zaten wij naast een Eurekaschip. Er was wat ruimte komt er een Super van Craft met een grote snelheid om er even ‘tussen door te jagen’. Wij moesten ruimte maken voor de tjalk Celene, die ons kort daarvoor al een septer krom had gevaren. Gevolg: de Super van Craft liep klem tussen ons en Eureka. Moet je dan horen hoe de elegante vrouw daar aan boord verandert in een scheldend viswijf.
Ook de Eurekaschepen werkten mee om chaos te maken. Wanneer ze net door de Jan Schaeferbrug waren, draaiden ze om door de andere opening terug te gaan. In plaats van wat verder door te varen en geleidelijk weer in te voegen. Het gevolg was dat alles werd geblokkeerd en schepen op elkaar voeren.
Op de rondvarende charterschepen stonden de schippers achterop met een enorme dode hoek te sturen. Via de aanwijzingen van een uitkijk voorop moesten ze manoeuvreren. In een aantal gevallen was die communicatie beneden de maat, of de schipper had zijn schip niet in de hand. Een klipper met zijn boegspriet niet naar boven – helaas weet ik de naam van dit schip niet – zat ons steeds op de hielen. Ik had de schipper al eens gevraagd of hij wel aan het sturen was. Hij keek mij toen aan van: waar heb je het over?
Bij de tweede brugopening ging het mis. Er vloog allereerst een groot luxe jacht voorbij uit Kortgene. Er was een beetje ruimte en dan vliegt zo’n patser met een dubbelschroefs schip voorzien van hek- en boegschroef er tussen. Ik werd vlak voor die klipper dwars geduwd. Ruimte om bij te sturen was er niet en de klipper duwde door. Het gevolg was dat de staaldraad onder zijn boegspriet onze gastentent beschadigde, het zeildoek vernielde en het frame verboog.
Wij kwamen er dwars voor te liggen. Met de kop van ons schip ramde ik een jacht wat er ook dwars voor lag. Drie ander jachten lagen ook dwars. Mijn enige mogelijkheid was: achterste voor gaan liggen en achteruit door de brugopening. Daarna ronddraaien, wat mogelijk was door wachtende kleine schepen (dank u wel).
Hierna wilden we onze weg vervolgen. Toen lag er weer een groot charterschip dwars in de haven te manoeuvreren.
Dat moest ook weer een kortere weg maken om omzet te halen. Mijn conclusie is: al dit soort schepen passen niet bij elkaar om de veiligheid te garanderen. Op zaterdag hebben we de politie te water in de IJ-haven niet gezien. Voor hen lag een begeleidende taak bij de brughoofden.
In de laatste vijf jaar is het gebruik van sloepen enorm gestegen. Deze bootjes zijn voor iedereen te huur. Van vaarreglementen heeft men weinig of geen kennis. Zo maakten we een aantal keren mee dat sloepjes door de brug kwamen varen in de Nieuwe Herengracht terwijl het licht op rood stond. Passeer je ze dan in de brug krijg je van die paniekoogjes te zien.
Voor mij is het de laatste Sail geweest. Dit is voor ons en onze gasten geen uitje meer. Al die jaren dat we er met onze familie en vrienden waren hebben we genoten. Nu heb ik mensen gezien die angstig, in paniek en ontzet waren.
Sail 2015?
Men zou de schepen moeten scheiden. Een middag schepen tot 8 meter, een dagdeel voor 8 tot 15 meter en een periode voor 15 meter en langer.
Maar het draait om het geld! Zullen er eerst doden moeten vallen voordat men er over na gaat denken? Of levert dit verhaal uit de praktijk al iets op?
Albert Wolting,
proviandboot Caland