De capaciteit van containerschepen wordt aangeduid met het maximumaantal TEU’s dat geladen kan worden. Voor autoboten is de maatstaf CEU: de Car Equivalent Unit. Voor de
Fidelio zijn dat er 7.934.
In werkelijkheid zijn het er wel wat minder, omdat de maatvoering stamt uit 1967 toen personenauto’s kleiner waren dan nu. Destijds werd de CEU gebaseerd op de maten van de Toyota Corona RT 43: een lengte van 4,125 meter, een breedte van 1,55 meter en een hoogte van 1,40 meter.
Aanvankelijk waren autoboten met 1.250 CEU beduidend beperkter, maar ook in deze sector is de almaar voortgaande schaalvergroting een feit. Zo heeft wereldleider Wallenius Wilhelmsen, die twee miljoen voertuigen per jaar vervoert, onlangs een optionele order uitgezet voor acht eenheden van 9.350 CEU. Ze moeten vanaf 2026 in de vaart komen.
Het concern ontstond in 2016 door een joint venture van het Noorse Wilhelmsen en het Zweedse Wallenius. Men opereert met 125 roro’s, waarvan 53 PCTC’s (Pure Car Truck Carriers). Daarnaast heeft Wallenius Wilhelmsen een belang van 80 procent in EUKOR (Europe & Korea), met 20 procent participatie van Hyundai en Kai.
De Fidelio kwam 2007 in de vaart, meet 228 bij 32 meter en voert de Zweedse vlag. Het was oorspronkelijk een van de schepen van Wallenius, die allemaal zijn vernoemd naar bekende opera’s, zoals het zusterschip Carmen.
Andere zusterschepen zijn de Tiger, Titania, Tugela en Tulane. Die namen beginnen met een T en dat is van oudsher kenmerkend voor schepen van Wilhelmsen.
Door Cees de Keijzer, namens World Ship Society Rotterdam.
