De Explosieve Opruimingsdienst Defensie (EOD) heeft een zeemijn uit het IJ woensdag 4 april onschadelijk gemaakt. Het scheepvaartverkeer lag anderhalf uur stil.
De klus startte in alle vroegte, 250 meter uit de wal van het Javaeiland, waar de Duitse mijn op de bodem van het IJ lag. De EOD maakte de zeemijn eerst ter plekke onder water onschadelijk. Dit werd gedaan door een soort purschuim in het ontstekingsmechanisme te spuiten. Daardoor werd het binnenwerk van de mijn gefixeerd. Op die manier kon het explosief uit de Tweede Wereldoorlog zo veilig mogelijk worden opgetakeld en vervoerd.
“Door een hefballon gaat de mijn zweven in het water en daarna takelen we hem op”, vertelde Sjaak van Elten, woordvoerder van Defensie. Aan dek van de HMS Cerberus werd de mijn in een folie gewikkeld tegen elektromagnetische straling.
Korte stremming
Het scheepvaartverkeer was gestremd vanaf zeven uur en de veerpont tussen Azartplein en Zamenhofstraat voer met vertraging. Rond half negen werd de stremming op het IJ opgeheven; toen was de HMS Cerberus inmiddels de Oranjesluis gepasseerd. Onder escorte van de RWS 70, P87, P96, RWS 24 en de Negen voer de HMS Cerbus het Markermeer op. Daar moesten andere schepen minstens 3 kilometer afstand houden.
Tijdens het passeren van de Oranjesluizen was het sluiscomplex ontoegankelijk voor publiek. Op het Markermeer bracht de EOD even na 12.00 uur de zeemijn tot ontploffing. Dit gebeurde door explosieven aan de buitenkant te plaatsen.
In 2007 werd aan de buitenkant van de Oranjesluizen ook al een zware zeemijn gevonden. Net als toen was de Duitse zeemijn met circa 600 kilo springstof een zeer zwaar en buitengewoon gevaarlijk exemplaar.
Tijdig geïnformeerd
De vorige keer lagen ruim honderd binnenvaartschepen en jachten uren te wachten totdat de vaarroute bij de Oranjesluis weer werd vrijgegeven. Nu viel het allemaal mee voor de scheepvaart; na anderhalf uur was de vaarweg weer volledig vrij. De scheepvaart had door de tijdige en duidelijke berichtgeving rekening kunnen houden met de ruiming.
Deze zeemijn was in januari met baggerwerkzaamheden gevonden. Hij is toen veilig en gecontroleerd teruggelegd op de bodem en buiten de scheepvaartroute. Vervolgens is de omgeving afgezocht naar andere explosieven. Die zijn niet aangetroffen.
Overboord gevallen
Volgens de overlevering zat in de oorlog in Amsterdam-Noord een Duitse opslag voor mijnen. De mijnen zouden er per schip aangevoerd zijn, om van daaruit door de Duitse marine uitgezet worden.
“Mogelijk is er een op het IJ overboord gevallen”, vertelde Sebastiaan Meijer, woordvoerder waarnemend burgemeester Van Aartsen van Amsterdam. Hoe de zeemijn anders in het water terecht is gekomen, is een raadsel. Het is uitgesloten dat het explosief er in de oorlog met opzet is geplaatst.