Zeeschepen mogen sinds 2015 in speciale gebieden, zoals de Noordzee en de Oostzee, niet meer op stookolie varen. Tenzij een scrubber is geïnstalleerd die de uitlaatgassen reinigt. Vanaf 2020 wordt dat wereldwijd van kracht, waarmee reders voor de keuze komen te staan om te investeren in scrubbers óf om op duurdere brandstof te varen.
Emissievriendelijke brandstoffen, zoals LNG, methanol en waterstof behoren ook tot de mogelijkheden. Een ander alternatief is VG Marine EcoFuel en dat is gebaseerd op biobrandstof.
Dat lijkt discutabel, omdat biobrandstof in verband wordt gebracht met het kappen van regenwouden. Met EcoFuel ligt dat anders. Het is een duurzame, klimaatvriendelijke brandstof van plantaardige en gerecyclede olie uit industriële afvalstromen, waaronder uit visafval geperste olie. Het wordt (nog) slechts op bescheiden schaal geproduceerd in het Finse Uusikaupunki en aangeprezen als ‘The marine fuel of the future’.
In 2016 kwamen de zusterschepen Eeva VG en Mirva VG van de Finse rederij Meriaura Oy in de vaart, en die varen erop. Het zijn Poolse casco’s die afgebouwd werden bij Bodewes in Papenburg. Het draagvermogen is 4.850 ton en de lengte 103 meter. Voortstuwing geschiedt met een Belgische ABC (Anglo Belgian Corporation) dieselmotor van 1.650 kW.
Met gestrekte kranen torent de Hermod hoog boven alles uit. De bejaarde kraanreus van 1978 is zonder emplooi en ligt al sinds 10 september 2016 in Rotterdam. Eerst bij Keppel Verolme in de Botlek, waarna op 20 december verhaald werd naar Heerema Plaats 76 in het Calandkanaal, nadat daar de Thialf vertrok.
Die is nu volop bezig in Trinidad en heeft dus wel emplooi, evenals de Balder, die werkzaam is voor de kust van Angola. De pijpenlegger Aegir is klaar met een project bij Australië en thans onderweg van Singapore naar Kaapstad.