Rederij Schuttevaer is terug op de plek waar het in 1960 voor het bedrijf begon. Gerrit Schuttevaer startte zijn rondvaartbedrijf vanaf de Rijnkade waar nu Hoog Catharijne is gevestigd.
In de jaren 70 werd de Catharijnesingel gedempt zodat het wegverkeer sneller de binnenstad in kon. Die fout is enkele jaren terug hersteld: de singel werd weer uitgegraven. Na opening van de gracht in 2020 zag huidig directeur Karel Schuttevaer zijn kans… met enige vertraging door corona opende hij vrijdag 31 maart een kassa in Hoog Catharijne. Treinreizigers en winkelend publiek kunnen nu binnendoor vanuit het winkelcentrum naar de schepen om een rondvaart te maken.
Hans van Breukelen
Gerrit Schuttevaer startte met twee schepen in 1960, inmiddels varen er negen schepen en werken er vijftig mensen bij de rederij. Speciale gast voor de officiële opening was Utrechter Hans van Breukelen, oud-keeper van de plaatselijke FC en het Nederlands Elftal. Naar hem werd eerder een van de schepen van rederij Schuttevaer vernoemd.
Tijdens de opening van de ticketshop en souvenirwinkel interviewde Van Breukelen Karel Schuttevaer over de historie van de rederij, de tegenslag door het dempen van de singel en de opening van de nieuwe unieke ticketshop en souvenirwinkel in het winkelcentrum. “Promotie voor de stad Utrecht”, vatte Van Breukelen samen. Genodigden, personeel en de familie luisterden aandachtig, onder wie oud-directeur Tiny Schuttevaer. Haar droom ging in vervulling.
Wederdienst
Na de opening was er voor de genodigden een rondvaart door de grachten met een hapje en een drankje. Tijdens de tocht greep Van Breukelen de kans om even een stukje door de Utrechtse grachten te sturen onder vakkundige begeleiding van Karel Schuttevaer.
De band van Van Breukelen met de rederij dateert van jaren terug, toen Schuttevaer de schepen Hans van Breukelen en Tineke Schouten van Lovers overnam. De oud-doelman: “De enige vergoeding die mij leuk leek, was als het nodig is een tochtje met het schip te mogen maken door mijn geboorteplaats. Als wederdienst stond mijn antwoord dan ook direct vast toen ik voor de opening gevraagd werd: Ja.”