Op 22 maart is vervoersdeskundige Bart van Riessen aan de Erasmus Universiteit gepromoveerd op een studie naar de voordelen van synchromodaliteit. Bij een goed geïntegreerd Europees netwerk voor binnenvaart en spoor worden deze milieuvriendelijke alternatieven aantrekkelijker ten opzichte van het wegvervoer. Met intermodale netwerken kunnen namelijk aanzienlijke kostenbesparingen worden bereikt.
De laatste vijftig jaar is het containertransport enorm toegenomen, zo beschrijft Van Riessen. Veel steden en transportbedrijven in Noordwest-Europa delen mee in deze ontwikkeling, door het creëren van corridors met intermodale vervoerswijzen als trein en binnenvaart. Volgens de onderzoeker hebben de afzonderlijk ontwikkelde intermodale trein- of scheepscorridors beperkte mogelijkheden en kunnen spoor en binnenvaart alleen op de langere afstanden concurreren met het “flexibele en betrouwbare vervoer per truck”.
European Gateway Services
Van Riessen, die vervoersdeskundige en econometrist is, koos bij zijn onderzoek voor het perspectief van verladers en ontvangers. Hij werkt bij het Econometric Institute van Erasmus Universiteit Rotterdam én parttime bij ECT. Voor zijn proefschrift Optimale transportplanning en portfolio’s voor synchromodale containernetwerken onderzocht hij bij de containerstuwadoor hoe trein en binnenvaart beter kunnen concurreren met het wegvervoer. Zijn modellen paste hij toe in casestudies op basis van het intermodale containernetwerk van ECT’s dochteronderneming European Gateway Services (EGS).
In zijn promotieonderzoek schetst Van Riessen twee trends in het huidige containertransport in Noordwest-Europa. Aan de ene kant is er behoefte aan meer integratie in het achterlandvervoer, veroorzaakt door meer concurrentie en de maatschappelijke behoefte aan een modal shift naar duurzame vervoerswijzen. Aan de andere kant vragen ontvangers en verzenders van containers in het achterland om een kosteneffectieve, maar flexibele en betrouwbare levering.
Geïntegreerde netwerken
Volgens Van Riessen is dat echter niet gemakkelijk te realiseren. Individuele klanten vertonen opportunistisch gedrag en blokkeren zo een geïntegreerde manier van werken. Elke klant wil het beste ‘slot’ voor zijn eigen container. Op die manier belemmert hij een efficiënte werkwijze van de netwerk operator.
In plaats van allemaal afzonderlijke corridors pleit Van Riessen voor het bouwen van een goed geïntegreerd netwerk met meerdere corridors. Zo kunnen trein en binnenvaart beter concurreren met de vrachtwagen. In zijn proefschrift laat de onderzoeker zien dat er belangrijke kostenbesparingen bereikt kunnen worden door deze geïntegreerde en intermodale netwerken.
Synchromodaal
Zodoende komt hij uit bij het concept ‘synchromodaliteit’, dat uit de koker van ECT komt. Bij deze vorm van multimodaal vervoer laat de verlader de beslissing over de vervoerskeuze aan de logistieke dienstverlener over. Die kiest, binnen afgesproken grenzen, per lading, bestemming, verlangde aankomsttijd en actuele situatie of hij de truck, het schip of de trein inzet.
Volgens Van Riessen kan aan klanten een keuze worden geboden tussen een snel premium product en een regulier standaard product. Door deze aanpassing van het business model rond transport wordt zowel aan klanten als aan operators voordeel geboden. ECT experimenteert inmiddels met dit nieuwe model.
