Met de bouw van de Viva One is een nieuwe mijlpaal bereikt voor Scylla. Het is het eerste schip dat gebouwd is voor het eigen reisbureau. In totaal is het al het 37e schip dat Scylla heeft laten afbouwen.
Begroeide berghellingen die oprijzen uit het water drijven langzaam voorbij. Watersporters in kano’s steken de peddel even in de lucht bij wijze van groet. Een vrachtschip passeert, waar zou dat naartoe gaan? Een doffe dreun klinkt als de golven tegen de kop uiteenspatten. In de verte doemt een dorpje op.
Dit is hoe een vakantie op de Viva One eruit gaat zien. Het schip ligt nu nog langs de kade van scheepswerf Da-Capo in Hardinxveld-Giessendam. Daar wordt het schip afgebouwd. Maar wanneer de werklui de laatste hand hebben gelegd aan het schip, zal het de Europese rivieren gaan bevaren.
Eigen reisbureau
Aan boord van het 135 meter lange en 11,40 meter brede cruiseschip vertelt Robert Reitsma enthousiast over het nieuwe drijvende hotel van de rederij. Hij is directeur bij Scylla en eigenaar van het schip en kan niet wachten tot het eindelijk in gebruik genomen kan worden. Door de komst van corona werd de bouw van het schip vertraagd. “In 2019 hebben we het contract getekend, normaal gesproken zijn we dan na anderhalf jaar klaar met de bouw van het schip.”
Dit is niet zomaar een cruiseschip dat Scylla heeft laten bouwen, maar het allereerste schip voor het eigen reisbureau. Waar veel cruise-aanbieders het moeilijk hadden tijdens de coronaperiode, groeide het eigen reisbureau van Scylla, Viva Cruises, juist aanzienlijk. “Door ons erg flexibel op te stellen, de reizen op het laatste moment nog te wijzigen en vooral door goed om te springen met de belemmeringen, konden we de gasten toch een mooie vakantie aanbieden.” Mede door die groei is besloten om dit schip af te bouwen voor het eigen reisbureau.
Ruim en luxe
Dat was oorspronkelijk niet de bedoeling. Het schip is gebaseerd op de wensen van de Engelse markt, maar werd al gebouwd op de werf in Servië toen de knoop werd doorgehakt om het schip bij het eigen bureau onder te brengen. “Daardoor zit je met een basis die je niet meer aan kunt passen. De indeling blijft dus hetzelfde, alleen de opmaak is veranderd.”
Met de ruimte van het schip is goed omgesprongen. De ontvangsthal geeft een erg ruime, luxe indruk. Aan de grote lamp met vertakkingen zitten lichtgevende bollen, die lijken op luchtbellen die de weg naar boven proberen te vinden. De route naar de vertrekken geeft de indruk dat je over een galerij loopt. Als je over het hekje leunt, kijk je helemaal naar beneden in het schip. Links en rechts hangen schilderijen en in vitrines staan sieraden tentoongesteld.
De werklui lijken er niet van onder de indruk en lopen er achteloos langs.
Schoner
Het kersverse cruiseschip biedt met drie verdiepingen onderdak aan 176 vakantiegangers en is uitgerust met 88 vertrekken. Om de gasten volledig in de watten te kunnen leggen is het schip voorzien van een restaurant, lounge met bar en een bistro met open keuken. Als gast zal je je niet snel vervelen aan boord, vermaken kan onder meer in de spa, massageruimte, op het zonnedek of in de minipool. Voor de echte sportieveling is er zelfs een fitnessruimte.
Voor de voortstuwing maakt het schip nog altijd gebruik van de vertrouwde techniek: dieselmotoren. “We hebben er echt over zitten denken om het schip hybride te maken, maar na elke berekening kwamen we erachter dat het schip niet schoner wordt”, vertelt Robert. Dat heeft volgens hem te maken met de conversieverliezen die komen kijken bij het omzetten van de energie voor de motoren.
Omdat Scylla toch graag wil vergroenen, is gekozen voor elektrische boegschroefmotoren en een accupakket van 200 kWh. Daardoor is voor kleine manoeuvres zoals een sluispassage genoeg energie aan boord om de dieselgeneratoren niet bij te hoeven starten.
Robert verwacht dat dit duidelijk verschil kan maken in de uitstoot, omdat nu niet voor elke sluis de dieselmotor gestart hoeft te worden. “Anders staat voor elke sluis de motor eerst een half uur warm te draaien, in de sluis zelf wat werk te verrichten en na de sluis weer een half uur af te koelen. Terwijl de motor het grootste gedeelte van de tijd niets staat te doen.”
Met deze ingreep wordt dit volgens hem dus voorkomen. En dat is niet het enige wat groen is op dit schip, naast de reling liggen twee rijen panelen te zonnebaden.
Mooi beroep
De systemen aan boord laten voor de kapitein weinig te wensen over. Het schip is uitgerust met een trackpilot en kan daarmee naast varen ook manoeuvreren. Het werkt heel eenvoudig, door aan te geven welke kant het schip uit moet bewegen in plaats van de motoren apart te bedienen. “Daardoor kan je ook met minder ervaring het schip aanmeren. Zie het als een drone, die kan je ook niet bedienen als je elke propeller apart moet bedienen.”
Dat de schepen nu weer volop kunnen varen maakt Robert Reitsma enthousiast. “Naast geld verdienen willen we ook graag de gasten kennis laten maken met de binnenvaart.” Hij is zelf schipperszoon en vindt het jammer dat de scheepvaart zo’n ondergesneeuwd beroep is.
“Het is zo’n mooi beroep en wordt nog goed betaald ook. Toch nemen de personeelstekorten toe.” Hij denkt met zijn rederij een mooi uithangbord te zijn voor de binnenvaart. “Ik hoop dat mensen na een vakantie bij ons aan boord het roer omgooien en in de scheepvaart gaan werken.”
tekst: Niels Hummel
