Voor het eerst voer zondag 28 juni een binnenvaartschip langer dan 110 meter over het Prinses Margrietkanaal. De 135 lange Carinalexander van Eleveld Transport bracht 2.750 ton in Breisach geladen split naar de asfaltcentrale in Kootstertille.
Het bedrijf uit Hendrik-Ido-Ambacht kreeg een vergunning van Rijkswaterstaat om de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl te bevaren. Zondag 28 juni schutte de Carinalexander om 10.00 uur in Lemmer. Om 16.30 arriveerde het schip op zijn bestemming.
Conventionele kop
“Alles is goed gegaan, we hadden veel bekijks van mensen langs de route”, vertelt Michael Eleveld, die zelf aan het roer stond. “Er was geen enkele belemmering, de hele route was ruim. We zijn is ook maar 25 meter langer dan waarmee hier voorheen mocht worden gevaren.”
Er waren al eerder vergunningen afgegeven voor andere schepen langer dan 110 meter, weet hij. Maar die waren het kanaal nog niet op geweest. Ook de diepgang was al verruimd: van 3,20 naar 3,50 meter. De maximale breedte bleef 11,45 meter.
Er golden nog enkele andere voorwaarden voor de vergunning. Michael Eleveld: “Het schip moest een conventionele kop hebben – een duwsteven is niet toegestaan –, het moet uitgerust zijn met spudpalen en met twee motoren. Daar voldoen we allemaal aan.”
Promotie voor de binnenvaart
Rijkswaterstaat investeert in de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl. Door vervanging van bruggen, verdieping en verbreding wordt de vaarweg geschikt gemaakt voor schepen van CEMT-klasse Va, 4-laagscontainervaart en beperkte 2-baksduwvaart.
Eleveld vindt het lovenswaardig dat Rijkswaterstaat openstaat voor de nautische vernieuwing op de route. “Dit is toch promotie voor de binnenvaart. Hiermee kunnen we nog beter concurreren met het wegvervoer.”
Hij denkt in de toekomst vaker werk naar Kootstertille aan te kunnen nemen. “En misschien wel verder ook. We kunnen tot aan Delfzijl en vervolgens naar buiten, richting Eemshaven. Dan moet het wel hoogwater zijn.”