Samen met aannemer Ploegam is Rijkswaterstaat 17 oktober gestart met de verlaging van 35 kribben in het Pannerdensch Kanaal. Ook worden vijf oevers aangepakt.
Het gaat om het traject tussen de Pannerdensche Kop en de tunnel van de Betuweroute. Hierdoor daalt de waterstand in de Boven-Rijn bij zeer hoogwater met 5 centimeter. Ook neemt de kans op overstromingen af. De verlaging moet ervoor zorgen dat het water bij hoge waterstanden beter doorstroomt.
Hoge waterstanden
Het Pannerdensch Kanaal blijft tijdens de werkzaamheden bevaarbaar voor de scheepvaart. De kribverlaging wordt voor een deel met kraanschepen en voor een deel met materieel op de krib uitgevoerd. De oeververlaging gebeurt met materieel op het land.
“Door 35 kribben en vijf oevers te verlagen, zorgen we ervoor dat het rivierwater in het Pannerdensch kanaal bij hoge waterstanden beter doorstroomt”, legt Rijkswaterstaat het werk uit. “Om de werkzaamheden uit te kunnen voeren, mag de waterstand niet te hoog of te laag zijn. Materieel en materiaal voeren we namelijk vanaf het water af en aan. Zo veroorzaken we zo min mogelijk hinder voor de omgeving.”
