Jos Hubens was 35 jaar geleden een van de oprichters van Vereniging De Binnenvaart. Hij zet zich sindsdien onvermoeibaar in voor de sector waaraan hij zijn hart heeft verloren. Een recente kroon op zijn werk is de erkenning van de binnenvaart als immaterieel erfgoed van Nederland. Hubens is trots, maar zijn missie is nog niet volbracht.
“De volgende stap is de erkenning op internationaal niveau. De binnenvaart hoort thuis op de UNESCO-lijst van immaterieel erfgoed”, aldus Hubens. “Het proces om dat voor elkaar te krijgen neemt waarschijnlijk nog vele jaren in beslag, maar daar laat ik me niet door tegenhouden. Wij verdienen een plek op die lijst en ik zal niet stoppen voordat dat gelukt is.”
Vereniging De Binnenvaart
Hubens is inmiddels 70 jaar en is gedurende zijn leven met alle facetten van de binnenvaart in aanraking gekomen. In zijn jonge jaren leefde hij aan boord, totdat hij naar het internaat moest. Een periode waar hij geen gelukkige herinneringen aan bewaart.
“Elk schip, elke reis en elke innovatie is gebouwd op de verhalen van degenen die ons voorgingen”
Toen hij oud genoeg was, stapte hij weer aan boord, om vervolgens uiteindelijk aan wal te gaan nadat het STC hem vroeg zijn kennis over te dragen aan de jongere generatie. In 1990 ontstond het idee om zijn kennis en passie voor de binnenvaart samen te brengen in Vereniging De Binnenvaart.
De binnenvaartsector wordt vaak gekenmerkt door een no-nonsensehouding en een blik vooruit, stelt hij. “Het moet altijd groter, beter, sneller. Vooruitgang en innovatie staan centraal, maar het rijke verleden wordt soms vergeten.”
“Daarnaast zien veel binnenvaartondernemers hun werk als iets vanzelfsprekends. Ze denken: wat wij doen is toch normaal? Maar juist daarin schuilt iets bijzonders. Elk schip, elke reis en elke innovatie is gebouwd op de verhalen van degenen die ons voorgingen.”
“Zonder begrip van onze geschiedenis zouden we als een schip zonder roer zijn”
Hubens vond het tijd om recht te doen aan al die verhalen. “Samen met drie anderen sprak ik af voor een brainstorm. We vonden dat de binnenvaart een monument verdiende.”
Het idee voor Vereniging De Binnenvaart was snel geboren. “Wij hebben geen marktonderzoek gedaan”, herinnert hij zich met een glimlach. “Wij zijn gewoon begonnen, en dat werkte.” Wat startte als een kleinschalig initiatief is uitgegroeid tot een grootschalig begrip met nu ongeveer 3.000 leden. “Volgend jaar vieren we ons 35-jarig bestaan. Dan heb je het niet slecht gedaan, denk ik.”
Drijvend binnenvaartmuseum
In tegenstelling tot wat veel ondernemers in de binnenvaart denken, richt Vereniging De Binnenvaart zich niet alleen op het verleden. Het doel is om de historie te verbinden met het heden en de toekomst. Om handen en voeten aan deze filosofie te geven realiseerden Hubens en zijn medestanders onder andere een drijvend binnenvaartmuseum in de haven van de voormalige scheepswerf De Biesbosch in Dordrecht.
Het museum speelt een cruciale rol in het vertellen van binnenvaartverhalen. Het is een schatkist vol met foto’s en voorwerpen van weleer. Elk object is een belangrijk onderdeel van de rijke historie van de sector. Of het nu gaat om de geschiedenis van de iconische Franse motorschepen, tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd door vrouwen, de innovatieve lastechnieken die de sector veranderden, of een historisch schip dat generaties lang in een familie is gebleven – elk verhaal draagt bij aan een collectief bewustzijn.
“Een schip is meer dan staal”, legt hij uit. “Het is een tijdcapsule, een getuigenis van het leven en werk van de mensen die ermee verbonden zijn. Die geschiedenis geeft ons identiteit. Zonder die geschiedenis zouden we als een schip zonder roer zijn.”
Grootste wens
Het binnenvaartmuseum is een bruisend centrum van activiteit en innovatie met jaarlijks wisselende thema’s, zoals sluizen of spitsenvaart. Ook vinden er tentoonstellingen en evenementen plaats.
De multifunctionele ruimte wordt gebruikt voor congressen en educatieve programma’s. Jongeren worden aangemoedigd om deel te nemen aan workshops en tentoonstellingen, en nieuwe technologieën zoals autonoom varen worden gedocumenteerd als onderdeel van het levende verhaal van de binnenvaart.
“De erkenning als immaterieel erfgoed geeft ons een stem”
Hubens’ grootste wens is om op termijn ook een documentatiecentrum te openen in De Biesboschhal, waar bezoekers dan kennis maken met de schat aan informatie die over de binnenvaart beschikbaar is. “Ik wil laten zien waar de sector vandaan komt, waar we nu staan en waar we naartoe gaan”, legt hij uit. “Een plek met faciliteren waar de binnenvaart tot leven komt.”
Buitenstaanders
Dat deze aanpak werkt, blijkt wel uit de tienduizenden bezoekers die het museum elk jaar weten te vinden. Ironisch genoeg, zijn dit bijna altijd buitenstaanders. “Helaas blijkt dat ondernemers uit de binnenvaart er niet zo’n behoefte aan hebben om zich onder te dompelen in hun eigen historie en toekomst. Dat is jammer. Ik vind dat wij een mooie bijdragen leveren aan het bekender maken van de binnenvaart en het wegnemen van vooroordelen die vaak leven.”
“Onze bezoekers zijn nieuwsgierig en leren in korte tijd heel veel. Als ze hier van boord stappen zijn heersende aannames, zoals dat het aan boord kamperen is, vervangen door een realistische kijk op een beroep dat veel te bieden heeft.”
“Zo leren we scholieren en studenten dat wonen, werken en leven op het water heel aantrekkelijk is. Zowel qua comfort aan boord als wat betreft arbeidsvoorwaarden. Ik ken geen beroep waar je zoveel vrijheid en avontuur ervaart en daar ook nog eens zo goed voor betaald wordt. En ik kan het weten. Alles wat ik hier doe, is op vrijwillige basis. Dat kan ik me alleen veroorloven omdat ik in mijn jongere jaren zo goed verdiend heb in de binnenvaart.”
Immaterieel erfgoed
De erkenning van de binnenvaart door Netwerk Immaterieel Erfgoed markeert volgens Hubens een belangrijk moment in de geschiedenis van de sector. Het is een erkenning van de waarde en betekenis van een cultuur die vaak over het hoofd wordt gezien.
“Deze erkenning gaat namelijk niet over materiële zaken zoals onze schepen, maar echt om het wonen, leven en werken op het water. Het gaat over ons DNA”, stelt hij trots. “Het laat zien dat wat wij doen niet alleen belangrijk is voor onszelf, maar ook voor de samenleving als geheel.”
De erkenning biedt ook praktische voordelen. Het helpt bij het verkrijgen van steun en middelen voor projecten en geeft meer legitimiteit bij onderhandelingen met overheden en instanties. “De erkenning als immaterieel erfgoed geeft ons een stem”, legt hij uit. “Het is een instrument om onze waarde zichtbaar te maken, niet alleen binnen de sector, maar ook juist daarbuiten.”
UNESCO
Het is best uniek dat de binnenvaart een plek op de lijst heeft weten te veroveren. Momenteel staan er slechts drie andere segmenten op. De oer-Hollandse molenaars, de corsocultuur en de valkerij. “En hoewel iedereen de Nederlandse molens kent, weet vrijwel geen van hen dat die molens er helemaal niet zouden staan zonder de binnenvaart. Wie denk je dat alle materialen voor die molens heeft aangevoerd destijds. Logisch dus dat wij ook op die lijst staan.”
Hoewel de erkenning als immaterieel erfgoed van Nederland al een grote stap is, stopt het verhaal hier niet, als het aan Hubens ligt. Hij werkt aan internationale erkenning via UNESCO. Dat proces kan jaren duren, maar hij is vastbesloten. “De binnenvaart is een internationale sector”, stelt hij. “Een UNESCO-status zou onze sector op een hoger niveau tillen en ons verbinden met andere landen die onze passie delen.”
“De geschiedenis van de binnenvaart is net zo belangrijk als de toekomst ervan”
Deze ambitie sluit aan bij de jaarlijkse internationale studiereizen die de vereniging organiseert. “Tijdens deze reizen leren we hoe andere landen hun binnenvaartgeschiedenis koesteren”, zegt hij. “We nemen die kennis mee terug naar huis en gebruiken haar om onze eigen sector te versterken.”
Werk aan de winkel
De notering op de immaterieel erfgoedlijst is geen doel op zich, maar voor Hubens een instrument om het verhaal van de binnenvaart nog meer waarde en diepgang te geven. Daarnaast denkt hij druk na over de toekomst van ‘zijn’ vereniging. Want ondanks alle bereikte mijlpalen, wordt het werk van de vereniging binnen de binnenvaartsector soms onderschat of zelfs afgedaan als irrelevant.
“Sommigen zien ons als een clubje van oude mannen”, lacht hij. “Maar we doen er toe. Onze verhalen en initiatieven zorgen ervoor dat de binnenvaart niet vergeten wordt.”
Hij benadrukt dat de sector trots moet zijn op wat het heeft bereikt. “De geschiedenis van de binnenvaart is net zo belangrijk als de toekomst ervan”, zegt hij. “Zonder die geschiedenis verliezen we onze identiteit. Het is onze taak om die trots levend te houden. Daarnaast is het belangrijk dat ondernemers van nu beseffen dat alle innovaties die ze vandaag bedenken morgen alweer tot de geschiedenis behoren. Kortom, ons werk is nooit af.”
Daarnaast realiseert Hubens zich ook dat hij moet bouwen aan modernisering van de vereniging en het museum. “Ik zie dat een professionaliseringsslag op zijn plaats zou zijn”, geeft hij toe. “Maar ik wil dat niet aan zomaar iemand overlaten. Het zou eeuwig zonde zijn als de ziel en zaligheid verloren gaan.”
“Ik ben dus aan het broeden op de juiste invulling van de toekomst. Maar voor nu hoop ik vooral dat ondernemers in de sector ons werk wat meer gaan omarmen en openlijk trots zijn op hun werk en de sector. Ik ben dat in ieder geval wel en hoop dat mijn goede voorbeeld goed doet volgen.”
Door Jolanda Dietvorst